Invloeden vanuit de wetenschap (II); informatieverwerking en emotie - Geheugen

7 belangrijke vragen over Invloeden vanuit de wetenschap (II); informatieverwerking en emotie - Geheugen

Welk onderdeel van het informatieverwerkende systeem wordt als het relevanst voor de klinische praktijk gezien?

Geheugen.

Noem een aantal stoornissen waarbij patienten een selectief geheugen blijken te hebben.

  • PTSS
  • dwangstoornis
  • paniekstoornis
  • sociale fobie
  • depressie

Depressieve patienten hebben een "overgegeneraliseerd" ......  geheugen. Wat wordt hiermee bedoelt?

Autobiografisch geheugen. Daarmee wordt bedoelt dat zij, wanneer ze aan de hand van cue-woorden binnen 1 minuut persoonlijke herinneringen moeten vertellen, opvallend vaak met algemene verhalen aankomen, waarin specifieke gegevens over tijdstip, duur, betrokkenen, precies verloop situatie, relatief afwezig zijn.
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Bij het impliciete geheugen gaat het om kennis die niet zonder meer kan worden verwoord. Deels valt het impliciete geheugen samen met wat wel het procedurele geheugen is genoemd, in onderscheid met het episodische geheugen. Leg uit wat deze 2 typen geheugen betekenen.

  1. Procedureel; weten hoe te zwemmen bijvoorbeeld. Men heeft goed door dat men er weet van heeft, dat is bij andere vormen van impliciete geheugen niet aanwezig!
  2. Episodisch; weten, wat hoe en wanneer.

Herinneringen worden dus als het ware elke keer opnieuw ....

De evolutie heeft immers bepaald dat de voornaamste taken van het geheugen niet het ....  betreffen (weten hoe het toen was), maar dat de kennis over toen vooral moet worden gebruikt voor het beantwoorden van vragen die nu, op dit moment, aan de orde zijn: hoe kom ik aan eten, hoe stel ik mij veilig?

Gevormd.
Verleden.

Top-down en bottom-upprocessen spelen niet alleen een rol bij het waarnemen van onbekende lettercombinaties. Ze kunnen ook relevant zijn in het waarnemen van emotioneel beladen materiaal. Bijv. Vliegtuig-WTC aanslag.

Doordat zowel strategische als impliciete geheugenretrieval een actief proces is, zijn diverse factoren van invloed op de informatie die uiteindelijk wordt opgehaald. Noem 7  factoren die retrieval bevorderen.  

  • Priming

  • Frequentie; hoe vaker bepaalde info is geactiveerd, des te groter de kans dat deze ook de volgende x actief wordt.

  • Context; seks toenadering door partner of door onbekende?

  • Associatieve Band; gaat om de relatieve frequentie waarmee in specifieke omstandigheden juist deze info is opgewekt.

  • Recentheid; hoe korter geleden geactiveerd, des te meer kans op hernieuwde activatie.

  • Gelijkenis;

  • Contrast; tegenovergestelde van gelijkenis. Zwart is bijv. Sterker geassocieerd met wit, dan met rood of bruin.

Wat wordt bedoeld met de "retrieval hierarchie"?

Alle in het geheugen beschikbare informatie is in een soort voortdurende onderlinge competitie gewikkeld om zo hoog mogeljik in deze hierarchie te komen. Hoe hoger de info in de hierarchie staat, des te groter de kans om te worden geactiveerd door bepaalde triggers.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo