Gemeenten Europese Unie

48 belangrijke vragen over Gemeenten Europese Unie

Wat doet de Europese Unie?

De Europese Unie schept rechten en verplichtingen jegens lidstaten en hun burgers.

Ook voor gemeenten heeft het Unierecht grote gevolgen. Welke rechtsgebieden zijn voor gemeenten van groot belang?

Het mededingingsrecht en het aanbestedingsrecht. Gemeenten hebben rekening te houden met regels over verboden staatssteun.

Waarop kan de Dienstenrichtlijn van invloed zijn?

De Dienstenrichtlijn kan van invloed zijn op de vergunningverlening door de gemeente.
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Waar staat de Wet Hof voor?

Wet Houdbare overheidsfinanciën.

De verhouding tussen de Europese Unie en gemeenten wordt beheerst door enkele beginselen. Welke?

  • Het beginsel van institutionele autonomie
  • Het loyaliteitsbeginsel ofwel de Unietrouw
  • Ten slotte is van belang dat de lidstaat: de centrale overheid, in Nederland de Staat ten opzichte van de EU aansprakelijk is voor de juiste (en tijdige) uitvoering van het Europese recht.

Wat houdt het beginsel van institutionele autonomie in?

Het beginsel van institutionele autonomie houdt in dat de EU de bevoegdheidsverdeling binnen een lidstaat, tussen de verschillende overheden, respecteert.

Is de lidstaat, dwz de centrale overheid, aanspreekbaar op de naleving van de Europese verdragen waarbij de lidstaat partij is?

Ja. Zij is ook aanspreekbaar op de naleving daarvan.

Lidstaten zijn vrij om taken en bevoegdheden te verdelen, maw te bepalen welke overheden de Europese verplichtingen uitvoeren. Welke overheden kunnen dat zijn?

Dat kunnen deelstaten, autonome regio's en decentrale overheden, waaronder gemeenten, zijn. Wel moeten lidstaten hun toezicht op de decentrale overheden zo inrichten dat 'optimaal voldaan kan worden aan de communautaire verplichtingen.

Wat houdt de Unietrouw ofwel het loyaliteitsbeginsel in?

Decentrale overheden zijn, evenzeer als de centrale overheid, op grond van art. 4, derde lid, VEU verplicht om het Europese recht loyaal uit te voeren. Ook bij de uitvoering van autonome- en medebewindstaken zijn gemeenten verplicht om Europese regels, ongeacht of zij voortvloeien uit verdragen, verordeningen of richtlijnen, in acht te nemen. De loyaliteit gaat zelfs zo ver, dat indien een gemeente meent dat de omzetting van een richtlijn niet correct is geschied, zij verplicht is om de rechtstreeks werkende bepalingen daarvan zelf toe te passen (dan wel tot richtlijnconforme uitlegging van de nationale regeling te komen).

Waarom is het opvallend dat indien een gemeente meent dat de omzetting van een richtlijn niet correct is geschied, zij verplicht is om de rechtstreeks werkende bepalingen daarvan zelf toe te passen dan wel tot richtlijnconforme uitlegging van de nationale regeling te komen?

Dat is opvallend, omdat gemeenten daarmee een zekere vrijheid hebben om regelgeving van de centrale overheid naast zich neer te leggen. Om die reden meent de regering dat gemeenten eerst met haar in overleg moeten treden om aldus te komen tot een eensluidende opvatting over de uitleg van de richtlijn.

Is de lidstaat, de centrale overheid, in Nederland de Staat, ten opzichte van de EU aansprakelijk voor de juiste (en tijdige) uitvoering van het Europese recht?

Ja, de lidstaat, de centrale overheid, in Nederland de Staat, is ten opzichte van de EU aansprakelijk voor de juiste (en tijdige) uitvoering van het Europese recht. Een inbreukprocedure (art. 258 VwEu) geldt jegens de centrale overheid, ook als het de schending van Europees recht door decentrale overheden betreft.

Welke bepaling uit de VwEU ziet op de inbreukprocedure en jegens wie geldt die?

Art. 258 VwEU ziet op een inbreukprocedure en die geldt jegens de centrale overheid.

Een inbreukprocedure (art. 258 VwEU) geldt jegens de centrale overheid, ook als het de schending van Europees recht door decentrale overheden betreft. Waar kan het dan om gaan?

Het kan dan gaan om:
  • een schending van de direct werkende bepalingen van de verdragen;
  • een schending van de direct werkende voorschriften van verordeningen en
  • een schending van richtlijnen, althans als die niet tijdig of niet correct zijn geïmplementeerd en voor zover het de direct werkende bepalingen daarvan betreft. 

  1. Wat kan de Europese Commissie doen indien de decentrale overheid de geconstateerde schending van Europees recht niet tijdig opheft?
  2. Welke consequenties kan dat hebben?

  1. Indien de decentrale overheid de geconstateerde schending van Europees recht niet tijdig opheft, kan de Europese Commissie in deze inbreukprocedure de Nederlandse Staat voor het Hof van Justitie van de EU dagen.
  2. De Staat kan veroordeeld worden, in eerste instantie wegens verdragsschending, daarna tot een boete of dwangsom. Zij kan deze aansprakelijkheid niet ontlopen door de uitvoering van Europees recht te decentraliseren. Sterker nog, juiste vanwege deze aansprakelijkheid worden Europese richtlijnen omgezet door de centrale overheid, ook als was het onderwerp van de richtlijn eerder een gemeentelijk belang. De Staat kan deze boete verhalen op de gemeente.

Kan alleen de EU de lidstaat aansprakelijk stellen omdat het Unierecht is geschonden?

Niet alleen de EU, ook burgers kunnen lidstaten aansprakelijk stellen indien zij menen dat het Unierecht is geschonden.

Wat neemt de nationale rechter sinds halverwege jaren '90 aan over de aansprakelijkheid wegens schending van het Unierecht?

Sinds halverwege jaren '90 neemt de nationale rechter aan dat deze aansprakelijkheid (mede) ook voor de gemeente kan gelden.

Wat heeft het Luxemburgse Hof van Justitie eind jaren '90 vastgesteld over de vergoed van de schade?

Het Luxemburgse Hof van Justitie heeft eind jaren '90 vastgesteld dat schade niet per se door de lidstaat moet worden vergoed. Indien naar nationaal recht de mogelijkheid bestaat om decentrale overheden aansprakelijk te stellen, dan verzet het gemeenschapsrecht zich daartegen niet.

Wie spreekt de EU aan als de decentrale overheden Europeesrechtelijke verplichtingen veronachtzamen?

De EU spreekt de centrale overheid aan als de decentrale overheden Europeesrechtelijke verplichtingen veronachtzamen. Tegelijkertijd dient zij de gemeentelijke autonomie te waarborgen.

Extern is de centrale overheid verantwoordelijk voor ...., intern voor ....?

Extern is de centrale overheid verantwoordelijk voor de correcte naleving van het Unierecht, intern voor de lokale autonomie. In de praktijk lijkt deze spanning overigens goed hanteerbaar, al was het maar omdat het aantal inbreukprocedures vanwege schending van het Europese recht door decentrale overheden beperkt is.

Hebben Europese verordeningen en richtlijnen direct invloed op de behartiging van de gemeentelijke belangen?

Ja. Veel Europese verordeningen en richtlijnen hebben direct invloed op de behartiging van de gemeentelijke belangen, zowel in autonomie als in medebewind.

Ook gemeenten voeren Europese subsidieregelingen uit. Zij dienen zich dan te houden aan de regels die de bijbehorende verordeningen over subsidieverlening stellen. Wat verlangt de EU daarbij vaak?

De EU verlangt daarbij vaak cofinanciering van de betreffende subsidiërende (in casu gemeentelijke) overheid, hetgeen vanzelfsprekend de autonome vrijheid van het budgetrecht aanzienlijk beperkt.

Naast de uitvoering van Europese subsidieregelingen is het Europees recht ook van invloed op de gemeentelijke subsidieregelingen. Welk verbod geldt daarvoor?

Daarvoor geldt het verbod van staatssteun. Onder omstandigheden is een subsidie aan te merken als staatssteun. Als dat het geval is, moet de Europese Commissie deze goedkeuren. Overigens kunnen ook grondverkoop of de aanleg van infrastructuur aan te merken zijn als verboden staatssteun.

Wat kunnen bestuursorganen op grond van de Wet terugvordering staatssteun?

Het bestuursorgaan dat staatssteun heeft verstrekt (in gemeenten in de regel het college) kan de staatssteun, na een terugvorderingsbesluit van de Europese Commissie, terugvorderen van de ontvanger.

Waarom was de Wet terugvordering staatssteun nodig?

De wet was nodig, omdat niet in alle gevallen op grond van het bestuursrecht, het privaatrecht of het fiscale recht teruggevorderd kon worden.

Wat moeten gemeenten op grond van de aanbestedingsrichtlijn?

Op grond van de aanbestedingsrichtlijn, geïmplementeerd door het Besluit aanbestedingsregels voor overheidsopdracht, moeten gemeenten leveringen, diensten en werken boven een bepaald drempelbedrag aanbesteden.

Voor welke autonome belangen geldt dat gemeenten soms moeten aanbesteden?

Dat geldt bijvoorbeeld voor autonome belangen als afvalinzameling, openbaar vervoer, wegenbouw, gebiedsontwikkeling etc.

Kunnen de aanbestedingsregels ook in medebewind van toepassing zijn?

Ja. Vanzelfsprekend kunnen de aanbestedingsregels ook in medebewind van toepassing zijn, denk aan de inkoop in het sociaal domein of aan volkshuisvesting.

Dan is er de Europese invloed op het mededingingsrecht. Welke richtlijn is in het bijzonder relevant?

In het bijzonder is de Dienstenrichtlijn relevant, die is omgezet in de Dienstenwet. Zij is van belang voor de gemeentelijke vergunningverlening: in beginsel hebben Europese dienstverleners toegang tot de dienstenmarkt. Gemeenten mogen daarbij niet discrimineren, tenzij vanwege dwingende redenen van algemeen belang.

Waarop is de Dienstenwet van toepassing?

De Dienstenwet is van toepassing op vergunningverlening in autonomie, zoals ten aanzien van standplaatsvergunningen, evenementenvergunningen etc.

Kan de Dienstenwet ook in medebewind van toepassing zijn?

Ja. Vanzelfsprekend kan de Dienstenwet ook in medebewind van toepassing zijn. Te denken valt aan vergunningverlening op grond van de Wabo of de Drank- en Horecawet. Ook kan de Dienstenrichtlijn relevant zijn voor de gemeentelijke bouwregelgeving.

Ten slotte is er de brede waaier van gemeentelijke autonome belangen, waarop het Europees recht ook anderszins van toepassing kan zijn. Wat betreft dat concreet?

Concreet betreft het de invloed op coffeeshopbeleid, op gegevensbescherming (AVG), op openbaarheid van bestuur, kiesrecht, cultuur, etc.

In medebewind zien we voor gemeenten relevante Europese verplichtingen vooral terug in ...?

Het omgevingsrecht. Er zijn talloze richtlijnen over lucht- en waterkwaliteit, flora en fauna, MER, etc.

Wat doet de Nederlandse wetgever met deze richtlijnen?

De Nederlandse wetgever zet deze richtlijnen om in regelgeving en kan daarin de uitvoering aan gemeenten toebedelen. Daarnaast zijn diverse verdragsrechtelijke verplichtingen omgezet in formele wetgeving die medebewind van gemeenten vorderen. Zo hebben het vrije verkeer van personen en de verplichting om Unieburgers gelijk te behandelen hun wettelijke gevolgen voor de Vreemdelingenwet, de Wet inburgering en de Participatiewet.

Betreffen subsidies in het nationale recht in vergaande mate de gemeentelijke autonomie?

Ja. Subsidies betreffen in het nationale recht in vergaande mate de gemeentelijke autonomie.

Zijn gemeenten vrij om uitvoering te geven aan de Europese subsidieverordening?

Nee. Gemeenten zijn niet (geheel) vrij om uitvoering te geven aan de Europese subsidieverordening. In dit geval is de subsidieverlening immers gereguleerd door Europees recht. Het betreft evenmin medebewind in gemeenterechtelijke zin, omdat medebewind alleen kan worden gevorderd - kort weergegeven - bij of krachtens een formele wet, niet zijnde de Gemeentewet. Een Europese verordening is geen formele wet en vordert dus geen medebewind in de klassieke betekenis van dit begrip. In zekere zin heeft het Europees recht een nieuwe categorie gecreëerd: communautair medebewind.

In zekere zin heeft het Europees recht een nieuwe categorie gecreëerd: communautair medebewind. Leg uit.

Het betreft dan belangen die naar nationaal recht in de autonome gemeentelijke sfeer vallen, maar die gemeenten op grond van Unierecht rechtstreeks, dus zonder tussenkomst van nationaal recht, verplicht moeten behartigen.

Wat doen de aanbestedings- en de Dienstenrichtlijn?

Deze richtlijnen kaderen slechts de gemeentelijke vrijheid in bij de uitvoering van andere autonome taken zoals vergunningverlening. Als vergelijking kunnen nationale bouwvoorschriften gelden: zij beperken de gemeentelijke autonomie bij de realisering van sportvoorzieningen, maar dat wil niet zeggen dat er ineens sprake is van medebewind. De gemeente is nog steeds vrij om al dan niet de sportvoorzieningen te realiseren. Van communautair medebewind is volgens de docent bij toepassing van de aanbestedings- en Dienstenrichtlijn geen sprake.

Kan het ook voorkomen dat een gemeente Europeesrechtelijke taken verwaarloost?

Ja. Het kan ook voorkomen dat een gemeente Europeesrechtelijke taken verwaarloost. Als voorbeeld kan gelden de verplichting om een steunmaatregel aan te melden bij de Europese Commissie. Indien een gemeente dat nalaat, is sprake van verwaarlozing van een verplichting op grond van het Europese recht.

Welk onderscheid kan worden gemaakt bij de taakverwaarlozing?

De verwaarlozing van medebewindstaken en de verwaarlozing van autonome taken. Immers op grond van art. 132, vijfde lid, Grondwet gelden voor de eerste categorie de bepalingen van de Gemeentewet (art. 123 e.v.), terwijl voor de tweede categorie de wetgever een ad hoc wet moet vaststellen. Echter, Grondwet noch Gemeentewet geven weer wat er moet gebeuren indien een gemeente communautaire taken verwaarloost.

Geven de Grondwet en Gemeentewet weer wat er moet gebeuren indien een gemeente communautaire taken verwaarloost?

Nee. De Grondwet en de Gemeentewet geven niet weer wat er moet gebeuren indien een gemeente communautaire taken verwaarloost. Weliswaar attribueert het Unierecht niet rechtstreeks taken en bevoegdheden aan gemeenten, maar aan de lidstaten, binnen de lidstaat kan een taak nochtans bij gemeenten zijn belegd. Dat is voor de Europese Unie echter niet relevant: lidstaten zijn aansprakelijk voor schending van verordeningen of voor de gevolgen van onjuiste of ontijdige implementatie van richtlijnen, ongeacht welke overheid de Europese verplichtingen heeft veronachtzaamd.

Zijn de verplichtingen die de Europese Unie oplegt aan te duiden als medebewind?

De verplichtingen die de Europese Unie oplegt, zijn moeilijk aan te duiden als medebewind, althans niet zoals de Grondwet en de Gemeentewet deze definieert. Aan die definitie voldoen Europese regels niet, tenzij zij zijn omgezet naar nationaal recht in de vorm van een wet in formele zin. Daarom kan de taakverwaarlozingsregeling in de Gemeentewet meestal geen toepassing vinden.

Volstaat de autonome taakverwaarlozingsregeling van de Grondwet bij schending van de verplichting die de Europese Unie oplegt?

De autonome taakverwaarlozingsregeling van de Grondwet volstaat ook niet: de incidentele verwaarlozing van Unietaken is moeilijk als grove taakverwaarlozing aan te merken. Alleen bij structurele verwaarlozing van Europese taken, waardoor het functioneren van de gemeente in het gedrang komt, is sprake van grove taakverwaarlozing in de zin van art. 132, vijfde lid, Grondwet.

De reguliere taakverwaarlozingregelingen volstaan (meestal) niet in geval van de verwaarlozing van Europese taken en de Grondwet biedt, naast de bestaande regelingen, geen ruimte voor aanvullende taakverwaarlozingregelingen. De wetgever heeft daarom andere handhavingsbevoegdheden in de wet vastgesteld. Noem een eerste wettelijke regeling die het hiervoor geschetste probleem wilde oplossen.

Een eerste wettelijke regeling die het hiervoor geschetste probleem wilde oplossen, was de Wet toezicht Europese subsidies (Wet TES).

Naar aanleiding waarvan werd de Wet TES vastgesteld?

Deze wet werd vastgesteld naar aanleiding van de ESF-affaire, waaruit bleek dat Europese subsidies onrechtmatig zijn aangewend.

De Wet TES gold tot 2012. Welke wet trad vervolgens in 2012 in werking?

In 2012 trad de Wet Naleving Europese regelgeving publieke entiteiten (Wet NErpe) in werking. De Wet NErpe betreft, in tegenstelling tot de Wet TES, niet alleen subsidies, maar ook de naleving van het Europese recht in het algemeen, namelijk elke 'rechtsplicht die voortvloeit uit een bij of krachtens de Europese verdragen op Nederland rustende verplichting'. Daarnaast betreft zij alle publieke entiteiten, waaronder zijn te verstaan bestuursorganen in de zin van de Awb en - kort gezegd - aanbestedende diensten. Zij richt zich dus niet op de gemeente als openbaar lichaam, maar op de bestuursorganen van de gemeente.

Waarin voorziet art. 5 Wet NErpe?

  • Art. 5 Wet NErpe voorziet in een ver(der)gaande bevoegdheid, namelijk de indeplaatsstelling door de minister. Indien een aanwijzing niet (binnen de daarin gegeven termijn) is opgevolgd, kan de minister, namens en op kosten van de publieke entiteit, zelf publiekrechtelijke, privaatrechtelijke of feitelijke handelingen verrichten, waardoor alsnog wordt voldaan aan de aanwijzing.
  • De wetgever zag deze bevoegdheid als het sluitstuk van de wet, namelijk als de juridische afdwingbaarheid van de aanwijzingsbevoegdheid. De indeplaatsstelling biedt immers de minister de mogelijkheid om zelf de schending van het Europese recht ongedaan te maken. Hij kan zo een boete of dwangsom voorkomen.

Waarin voorziet artikel 7 Wet NErpe?

Art. 7 Wet NErpe komt ook voort uit de eerdere Wet toezicht Europese subsidies: als Nederland aansprakelijk wordt gesteld voor het niet nakomen van Europese verplichtingen, kan de minister het bedrag van de boete of de dwangsom (in de zin van art. 260, tweede lid, VwEU) verhalen op de publieke entiteit, althans als de aansprakelijkheid het gevolg is van de veronachtzaming door deze entiteit. Het betreft een discretionaire bevoegdheid.

Staat tegen een besluit op grond van art. 2, eerste lid, art. 3 en art, 5 Wet NErpe (de aanwijzingsbevoegdheid en de indeplaatsstelling) beroep open?

  • Tegen een besluit op grond van art. 2, eerste lid, art. 3 en art. 5 Wet NErpe (de aanwijzingsbevoegdheid en de indeplaatsstelling) staat rechtstreeks beroep op de Afdeling open, zonder de mogelijkheid van bezwaar.
  • Tegen een weigering om op grond van art. 2, eerste lid, en art. 3 Wet NErpe een aanwijzing te geven of om op grond van art. 5 Wet NErpe een besluit tot indeplaatsstelling te nemen, staat evenwel geen beroep open.
  • Tegen de bevoegdheid ex. art. 7 Wet NErpe (verhaal) staat de reguliere bestuursrechtelijke rechtsbescherming open. 

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo