De gemeenteraad: externe bevoegdheden, in het bijzonder de verordenende bevoegdheid

7 belangrijke vragen over De gemeenteraad: externe bevoegdheden, in het bijzonder de verordenende bevoegdheid

Wie stelt de gemeentelijke verordeningen vast? Noem ook de bepalingen.

De gemeenteraad op grond van art. 127 Grondwet en art. 147, eerste lid, Gemeentewet.

Waaruit vloeit de verordenende bevoegdheid van de raad voort?

Uit het hoofdschap van de raad: gemeentelijke regels worden in beginsel vastgesteld door het direct gekozen ambt.

Wat bepaalt art. 147, eerste lid, Gemeentewet?

Dat de verordenende bevoegdheid bij de wet of door de raad krachtens de wet aan het college of de burgemeester kan worden toegekend. Zo heeft de burgemeester de bevoegdheid om in voorkomende gevallen noodverordeningen vast te stellen, art. 176 Gemeentewet. Omdat de hoofdregel luidt dat de raad de verordeningen vaststelt, kunnen alleen de wetgever of (middels delegatie) de raad zelf de bevoegdheid aan het college of de burgemeester toekennen.
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Noem twee rechten van de leden van het raad.

Het recht van initiatief en het recht van amendement. Deze rechten zijn met de dualisering expliciet vastgelegd in de Gemeentewet.

Wat bepaalt art. 147a, vierde lid, Gemeentewet?

De raad neemt neemt geen besluit over een voorstel dan nadat het college in de gelegenheid is gesteld zijn wensen en bedenkingen ter kennis van de raad brengen.

Wat is er opvallend aan art. 147a, vierde lid, Gemeentewet?

Het is opvallend dat dit enkel voor het college geldt, omdat de raad immers bij verordening onderwerpen regelen, ten aanzien waarvan de burgemeester bevoegd is tot uitvoering.

Welke suggestie kwam in het proces van dualisering ten aanzien van de verordenende bevoegdheid aan bod?

Dat de raad en het college gezamenlijk de verordenende bevoegdheid uitoefenen, vanwege deze gewenste gelijkwaardige positie van deze ambten. Wat van de wenselijkheid daarvan ook zij, herziening van art. 127 Grondwet is in ieder geval nodig en het voorstel staat bovendien op gespannen voet met het hoofdschap van de raad, zoals vastgelegd in art. 125, eerste lid, Grondwet.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo