Obstetrie en gynaecologie
14 belangrijke vragen over Obstetrie en gynaecologie
Wat zijn de vlakken van Hodge?
- H1: hoofd is niet ingedaald
- H2: hoofd is 1/3e ingedaald
- H3: hoofd is half ingedaalt (grootste omgavang in achterhoofsligging heeft net bekkeningang gepasseerd)
- H4: hoofd geheel ingedaalt
* Stago 0 = H3
Hoe ziet de foetale schedel eruit?
- Aanhechting van caput aan nek is excentrisch, in de richting van het achterhoofd.
- De mate van flexie, de buiging in de nek waarbij de kin dichter bij de borst komt, bepaalt met welke afmeting het caput de bekken passeert.
- Kleinst: distantia suboccipitobregmatica (9.5 cm)
- Groots: distamtia mento-occipitalis (13.5 cm)
- Normale acherhoofdsligging: distantia suboccipitofrontalis (10 cm)
- Kleine fontanel: plaats waar 3 naden samenkomen
- pijlnaad (sutura sagittalis)
- Sutura lambdoidea
- Grote fontanel: plaats waar 4 naden samenkomen
- sutura sagittalis
- kroonnaden (suturae coronaliaes)
- voorhoofdsnaad (sutura frontalis)
Hoe wordt de stand van het hoofd aangegeven?
- achterhoofdsligging (A)
- kruinligging (K)
- aangezichtsligging (Aa)
- voorhoofdsligging (V)
- achterhoofd (a)
- kin (k)
- sacrum (s)
Achterhoofd - achterhoofdsligging & kruinligging
Kin - aangezichtsligging & voorhoofdsligging
Sacrum - stuitligging
- 60 % A.a.l.v.
- 30% A.a.r.a
Meeste worden A.a.v. geboren
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Hoe komt de baring op gang?
- Er zijn wel braxton-hicks contracties: niet hele uterus, geen ontsluiting van cervix, onregelmatig, kortduren en niet pijnlijk.
- Elektrische activiteit van de spiercellen in het myometrium wordt onderdrukt door progesteron.
- Bij mensen blijft het progesteronniveau hoog totdat placenta is uitgedreven:
- Er zitten progesteronreceptoren (PR) in het amnion en myometrium.
- PR-A: blokkeren werking progesteron
- PR-B: stimuleren werking progesteron
- A terme krijgt PR-A de overhand --> opheffing onderdrukking van contracties
Hoe gaat de ontsluiting (eerste tijdperk)?
- Rijpen van de cervix: proces waarbij cervix verweekt en soepel wordt.
- Tegelijk komt de cervix, die eerst sacraal lag, centraal in het baringskanaal te liggen en verstrijkt daarbij.
- Verstrijken: cervix wordt korter en wordt vanuit het ostium internum opgenomen in het OUS.
- Volledig verstreken als hij tot aan ostium externum is opgenomen (dan niet meer te herkennen)
- Bij de nullipara verstrijkt de cervix eerst volledig en treedt daarna ontsluiting op.
- Bij multipara verstrijkt en ontsluit de cervix tegelijkertijd.
Hoe lang duurt de ontsluiting?
- Conditie en psychische gesteldheid vrouw.
- Als angstig, kan de vrouw in vroeg stadium in partu zijn, waardoor de baring langer lijkt te duren.
Welke uiterlijke kenmerken kunnen een indruk geven van de progressie?
- Verlies van helderrood bloed vermengd met slijm.
- De vliezen breken spontaan (bij 60% van de barende omstreekts volkomen ontsluiting).
- er is volkomen ontsluiting
Voor wat is de spildraai nodig? En hoe gebeurt het?
- Essentieel voor de geboorte. Baringskanaal loopt namelijk niet recht, maar naar voren gebogen.
- Bekken-ingang is dwars-ovaal van vorm, terwijl bekkenuitgang voor-achterwaarts ovaal van vorm is.
- Foetale hoofd moet zich zo draaien dat passage door het baringskanaal mogelijk is.
Wat zijn de foetale factoren van de spildraai?
- Vorm en omvang van de foetale schedel
- Verschil in buigbaarheid:
- Meest buigbare in achterhoofdsligging is de nek
- Meest buigbare in deflexieligging is de hals
- Meest buigbare in stuitligging is de rug
- Hoe sterker flexie/deflexie is, hoe groter verschil in buigbaarheid
- Excentrische pool: diepst liggende deel bevindt zich, bij gemiddelde flexie, naast de bekkenas (ligt excentrisch). Als het de eerste bocht bereikt, biedt baringskanaal weerstand (hoofd kan niet rechtdoor) -> excentrische pool wordt in richring van de binnenbocht gedrukt -> hoofd draait mee.
Wat zijn de maternale factoren in de spildraai?
- Vorm en omvang van het benige baringskanaal
- Bij een zeer geringe weerstand, bijvoorbeeld bij een ruim bekken en/of een klein kind, blijft de inwendige spildraai soms uit en treedt er geen moulage op.
- Weerstand van het weke baringskanaal
- primipara biedt meer weestand om de inwendige spildraai te voltooien dan die van de multipara.
- Weenkracht
Hoe gaat de inwendige draai?
- Voor de inwendige draai zijn weeenkracht, weerstand van het baringskanaal, verschil in buigbaarheid in de nek van de foetus en een excentrische pool nodig.
- Inwendige draai: achterhoofd van foetus, het diepst staande deel, draait geleidelijk vanuit de uitgangspositie met het achterhoofd naar voren.
- Bv: van A.a.l.dw naar A.a.v.
- Inwendige spildraai begint daar waar het baringskanaal naar voren begint te buiten; voorbij de spinae ischiadicae ter hoogte van H3.
- Stugge bekkenbodem dwint caput zich aan te passen aan voorachterwaartse ovale vorm, waardoor spildraai voltooid wordt.
Wanneer volgt (normale baring) deflexie van het caput?
* Met het geboren worden van het caput daalt de schoudergordel in het baringskanaal. De schouders passeren in dwarse stand de dwars-ovale bekkeningang.
Wat is de uitwendige draai?
- Na voltooiing van de uitwendige spildraai is de torsie in de nek opgeheven.
- De voorste schouder ligt dan achter de symfyse..
Wanneer is het breken van de vliezen nodig?
- Bij een wat hoogstaand hoofd kan met de vliezen het best aan het einde van een wee breken.
- Men kan bij staande vliezen ook rustig wachten tot het kinderhoofd dieper in het bekken is gekomen.
! De vliezen worden wel gebroken wanneer ze te stevig zijn en de voortgang van de uitdrijving belemmeren !
* Amniotomie
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden