Samenvatting: Geneesmiddelenkennis Voor Doktersassistenten

Studiemateriaal generieke omslagafbeelding
  • Deze + 400k samenvattingen
  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Gebruik deze samenvatting
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo

Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Geneesmiddelenkennis voor doktersassistenten

  • H6 Bloed

    Dit is een preview. Er zijn 11 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 25/06/2017
    Laat hier meer flashcards zien

  • Wat is een andere naam voor antistollingsmiddelen?

    Antithrombotica.
  • In welke 4 groepen wordt antithrombotica ingedeeld?

    - Trombocytenaggregatieremmers
    - Vitamine K-antagonisten
    - Direct werkende anticoagulantia
    - Thrombolytica
  • Wat beïnvloeden trombocytenaggregatieremmers?

    De hechting van de bloedplaatjes aan de vaatwand. Ze verminderen het risico op vorming van een bloedstolsel in het bloedvat als er sprake is van een verandering in de vaatwand.
  • Wat remmen de vitamine K-antagonisten?

    De aanmaak van protrombine.
  • H7 Bloedsomloop

    Dit is een preview. Er zijn 16 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 04/11/2017
    Laat hier meer flashcards zien

  • Welke aandoeningen van het hart worden met geneesmiddelen behandeld?

    - Hartfalen, een aandoening waarbij de hartspier verzwakt is.
    - Hartritmestoornissen, er is sprake van een versneld hartritme of een onregelmatig hartritme door bijv. extra slagen tussendoor.
    - Angina pectoris, een aandoening waarbij de bloedvaten die de hartspier van zuurstof voorzien, vernauwd zijn en de patiënt bij inspanning, kou of emoties last van pijn op de borst krijgt. 
    - Hoge bloeddruk (risicofactor, geen ziekte).
  • Waar is de behandeling van hartfalen op gericht?

    Op vergroting van de hartkracht en op het verlagen van de weerstand van de bloedvaten.  Dan hoeft het hart niet zo veel 'kracht' te zetten.
  • Wat wordt er bij de behandeling van hartritmestoornissen nog meer gebruikt en waarom?

    Een antistollingsmiddel, omdat er door de ritmestoornis, een verhoogd risico op trombose in de boezems van het hart is.
  • Wanneer wordt iemand met een hartritmestoornis behandeld? En waarmee worden ze behandeld?

    - Als de patiënt veel hinder ondervindt. 
    - Als er regelmatig sprake is van een levensbedreigende hartritmestoornis. 
    Ze worden behandeld met anti-arrhythmica.
  • Welke medicijnen worden gebruikt bij hartritmestoornissen?

    - B-blokkers (bètablokkers)
    - Calciumantagonisten
    - Hartglycosiden
  • Waar moet op gecontroleerd worden bij het gebruik van ACE-remmers, AT-antagonisten en/of diuretica (bij hoge bloeddruk)? Om de hoeveel tijd moet het bij een vaste dosering gecontroleerd worden?

    Dat voorafgaand aan de behandeling en steeds 2 weken na elke aanpassing van de dosering, met een bloedonderzoek de nierfunctie en het kaliumgehalte in het bloed gecontroleerd moet worden. Bij een vaste dosering moeten deze onderzoeken na 3 en 6 maanden nogmaals gedaan worden en vervolgens elk jaar.

Om verder te lezen, klik hier:

Lees volledige samenvatting
Deze samenvatting +380.000 andere samenvattingen Een unieke studietool Een oefentool voor deze samenvatting Studiecoaching met filmpjes
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart