E-modules en boek - van DNA naar RNA - transcriptie eukaryoten

5 belangrijke vragen over E-modules en boek - van DNA naar RNA - transcriptie eukaryoten

Initiatie transcriptie, RNA polymerase II heeft general transcription factors nodig (eukaryoten):

Algemene transcriptiefactoren (TFIIA, TFIIB, etc.) helpen RNA-polymerase op de juiste plek op het DNA te positioneren, helpen de twee DNA-strengen van elkaar te scheiden zodat transcriptie kan beginnen en laten RNA-polymerase los zodat de elongatiefase van start kan gaan. RNA-polymerase II vormt samen met alle algemene transcriptiefactoren het transcriptie-initiatiecomplex.

De concensussequentie TFIID en de general transcription factors?

TBP is een subunit van TFIID, TBP bindt aan de herkenningssequentie van de promotor op -30.
De general transcription factors binden circa rond -35 tot + 30, dit zijn de factoren TFIIA, B, C, D enzo.

Terminatie transcriptie verschil eukaryoten en prokaryoten, dan wordt gedoeld op?

Eukayroten: RNA polymerase gaat naar de hairpin nog steeds verder. En bij prokaryoten laat RNA-polymerase na hairpin los.
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

De transcriptie initiatie in eukaryoten heeft ook activators, mediators en chromatin-modifing eiwitten nodig:

Voor de initiatie van transcriptie moeten transcriptie-activatoren binden aan enhancersequenties in het DNA die via loops in het DNA meehelpen om RNA-polymerase II te positioneren op de promoter. Dit wordt gecoördineerd door een groot eiwitcomplex genaamd Mediator.
De betrokken transcriptie-activatoren verschillen van gen tot gen. Ook zijn er chromatine-remodeling complexes en histone modifying enzymes nodig voor initiatie van transcriptie. Deze enzymen zorgen dat het DNA meer toegankelijk wordt voor RNA-polymerase II in het chromatine door nucleosomen te migreren.

Wat zijn elongatiefactoren en op welke 3 manieren zorgen ze er voor dat RNA-polymerase door nuclesomen kan transcriberen

Elongatie factoren zijn eiwitten die nodig zijn om RNA-polymerase tijdens de elongatie aan het DNA gebonden te houden en zijn werk te laten doen.
de 3 manieren hoe elongatie factoren het RNA-polymerase hebben om door een nucleosoom te transcriberen:
1. Ze zorgen er voor dat het DNA van de histonen wordt los gewrikt, zodat RNA-polymerase naar voren kan bewegen.
2. Ze stabiliseren histon-DNA interacties
3. Ze zorgen dat de plakkerigheid tussen de RNA-polymerase en nucleosomen wordt verminderd.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo