Geologie en morfologie
28 belangrijke vragen over Geologie en morfologie
Wat wordt er bedoeld met laterale continuiteit?
Wat wordt er bedoeld met successive van fossielen?
Geologen interpreteren deze fossiele opeenvolging als een resultaat van evolutie: het natuurlijke ontstaan en verdwijnen van soorten door de tijd.
Is dit een voorbeeld van een primaire landschapsvorm of secundaire landschapsvorm
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Welke vorm van warmte transport is er in de lithosfeer en welke in de asthenosfeer? Welk gedrag vertoont deze vorm van warmte transport?
Asthenosfeer=Convectie – gedrag plastisch
Lithosfeer=Conductie – gedrag elastisch
De korst: gedrag is bros
Hoe dik is de lithosfeer en waar bestaat die uit.
Hoe dik is de asthenosfeer en waar bestaat brie uit?
Hoe noem je de plaatsen waar grote hoeveelheden mantelmateriaal opstijgen>
Maak een dwarsdoorsnede van de aarde van 10 km hoogte tot 160/170 km diepte
Maak de zin af: verschillende soorten gesteenten, verschil in hardheid > ...
Hoe heeft het verschil in dichtheid effect op 1) de zwaarte van mineralen in een gesteente. 2) In de aarde 3) aan het aardoppervlak
1)Hoe zwaarder de mineralen in een gesteente, hoe groter de dichtheid van een gesteente (vgl oceanische en continentale korst, mantel en kern)
2)In de aarde: hoe dieper, hoe hoger de druk en temperatuur > in de aarde veranderen hierdoor mineralen van structuur
3)Aan het aardoppervlak: Hoe kouder het gesteente, hoe groter de dichtheid, hoe zwaarder per volume-eenheid.
4)Aan het aardoppervlak: Warme, jonge lithosfeer (aardkorst) heeft een gemiddelde lagere dichtheid dan oude, afgekoelde lithosfeer (aardkorst), en is dus lichter per volume-eenheid
Platen bewegen ten opzichte van elkaar. Hoe noemen we dit verschijnsel en onder welke invloeden/ mechanismes bewegen ze..
Er zijn twee soorten asthenosferische convectie. Geef deze twee.
- Onder invloed van warmteontwikkeling in aarde
- ‘Mantelsleurkracht’
- Asthenische convectie is oorzaak van zeevloerspreiding
- 2. Passieve asthenosferische convectie:
- 95% kracht geleverd door subductietrekkracht (‘slab pull’)
- en beetje kracht door rugduwkracht (‘ridge push’)
-asthenosferische convectie is gevolg van zeevloerspreiding
-subductie bij oceanische korst die voldoende is afgekoeld
(na 20 mlj jaar mogelijk, gemiddeld 75 mlj jaar, oudste oceanische korst 180 mlj jaar) De manier waarop de convectie in de mantel plaatsvindt is nog niet duidelijk, actieve convectie o.i.v. hete kern aarde kan ook rol spelen
Aan welke kant zie je het plaatmodel en aan welke kant zie je het pluimmodel?
Teken de twee vormen van manteldynamiek.
Probeer zo goed mogelijk te omschrijven hoe de continenten, en daarbinnen de cratons (schilden) zijn ontstaan.
De continenten zijn ontstaan doordat het proces van platentektoniek al miljoenen jaren aan de gang is en de lichtere gesteenten boven zijn komen drijven en telkens aan het bestaande continentale deel ‘plakken’, als een stuk kauwgom onder een tafel. De oudste delen continent noem je ‘oude schilden’.
Er zijn drie vormen van plaatbewegingen. Noem deze en probeer bij twee van deze vormen landschappen te bedenken.
Divergent of constructief
(mid-)oceanische ruggen, continentale riftsystemen
Convergent of destructief
subductiezone/ eilandenboog / continent-continent botsing
Conservatief (transformbreuken)
platen schuiven langs elkaar
Welk proces vindt plaats op deze afbeelding. Omschrijf het proces.
Eerst botsen twee oceanische korsten op elkaar, waardoor subductie plaats gaat vinden van een van deze platen (de oudste, meest afgekoelde). Uiteindelijk bereikt het continent deze subductiezone (want ‘zit vast’ aan een van die oceanische korsten) en botsen de eilanden op het continent. Het kan ook zijn dat uiteindelijk van de andere kant ook een continent ‘aan komt zetten’. Dan volgt hierna nog een continent-continent botsing en zullen de gesteenten van het ‘islandarc’ terug te vinden zijn in het hooggebergte dat dan ontstaat (bijvoorbeeld in de Himalaya). Zie ook volgende dia.
Welk proces zie je hier? Hoe noem je deze plaatbeweging?
vorming nieuwe (mid-)oceanische rug
Vul de zin in.
Hou ouder de oceanische korst, hoe ... de oceaan
Twee vormen van tektonische processen zijn extensie en compressie. Geef een synoniem voor deze twee woorden en bedenk bijbehorende landschappen. Minimaal één per vorm.
extensie (rek) en compressie (samendrukking)
Compressie > plooiingszones
Extensie > rift-vorming / mid-oceanische rug / horsten en slenken
In welke fase zit dit landschap?
Kies uit.
1.Hellende plooi
2.Liggende plooi
3.Overschuiving/overschuivingsbreuk
4.Dekblad (thrust sheet, over meer dan 5 km) – in de Alpen heet het een ‘nappe’
Vul in:
Om de ca. 300 miljoen jaar lijken de continenten naar elkaar toe te bewegen, en daarna van elkaar af te bewegen. Dit noem je de ...
Hoe werkt het ontstaan en afbreken van een supercontinent.
Wat is vaak de structuur van mineralen?
Structuur van mineralen: vaak kristallijn > atomen (elementen) zijn op bepaalde manier gerangschikt, aan elkaar verbonden
Welke drie soorten hoofdgroepen van gesteenten zijn er?
Stollingsgesteenten (magmatisch gesteente)
Afzettingsgesteenten (sedimentgesteenten of sedimenten)
Metamorfe gesteenten (omvormingsgesteenten)
Kun je per hoofdgroep van gesteente (Stolling, Metamorf en Afzetting) een locatie noemen waar je zo'n steen zou kunnen vinden?
Hoe kun je herleiden, kijkend naar kristalgrootte of naar de herkomst van de magma met welke steen je te maken hebt.
Intrusief: dieptegesteenten en ganggesteenten
Extrusief: uitvloeiingsgesteenten
Naar herkomst magma > mafische of felsische mineralen:
Lichter gekleurd gesteente
Donker gekleurd gesteente
Welke drie subtropen van Sedimentgesteente heb je?
Klastisch: bv. rivierafzettingen, kustafzettingen
- afbraakmateriaal (hoog)gebergten
- vast gesteente door compactie (water eruit) of verkitting/cementatie
Voorbeelden: zandsteen, kleisteen, conglomeraat, schalie
Chemisch: bv. afzettingen in oceanen, zoutmeer, ondiepe zee
- door precipitatie (neerslaan) uit water
- biochemisch: resten van diertjes/algen
Voorbeelden: kalk (calciumcarbonaat), dolomiet (calcium/magnesium carbonaat), vuursteen (amorfe kwarts), evaporieten (zouten, bv. natriumchloride (haliet)= keukenzout)
Organogeen: bv. veen in moeras
- door compactie van bijv. veen of dode zeeorganismen
Voorbeelden: aardolie, aardgas, bitumen (teerzand/oliezand), bruinkool, steenkool
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden