Startpagina / Samenvattingen / Geriatrie in de fysiotherapie en kinesitherapie / bindweefsel-ouder-toegenomen

Spieren en spierfunctie - pathofysiologie van sarcopenie

5 belangrijke vragen over Spieren en spierfunctie - pathofysiologie van sarcopenie

Ouder worden gaat, zelfs bij gezonde personen, dikwijls gepaard met een fenomeen dat overeenkomt met een chronisch laaggradig inflammatoir profiel (CLIP). Welke 2 stoffen komen in de bloedbaan?

Er is een lichte verhoging van interleukine (IL-)6 en tumornecrosefactor- (TNF-)alfa komen in de bloedbaan.

Bij het ouder worden komen er ook veranderingen in het bindweefsel. Deze processen zijn verantwoordelijk voor een toegenomen onoplosbare extracellulaire matrix en een verdikking van de weefsels, die leiden tot een toegenomen mechanische stijfheid en een afgenomen elasticiteit. Beschrijf deze processen voor bindweefsel.

Er komt leeftijdsgebonden meer bindweefsel en vetweefsel in de spier
er zijn bijkomende intermoleculaire cross-links die leiden tot diepgaande veranderingen in de samenstelling van het spierpeescomplex en zijn mechanische eigenschappen.

Wat veranderd er met de cellulaire bescherming bij het ouder worden?

Er komt meer HSP (heat shock proteins) in het lichaam, maar de beschermende functie van deze HSP neemt af.

Hoe ontstaat verergering van sarcopenie?

Het ontstaat tijdens inflammatie, en zal ontstaan bij infectie-trauma, chirurgie, brandwonden, weefselnecrose en kanker.

De invloed van ondervoeding op sarcopenie is overduidelijk, welke stoffen zijn hierbij vooral belangrijk die we niet binnen krijgen bij ondervoeding?

De ontoereikende eiwitinname zal het spierstelsel negatief beïnvloeden.
Vitamine D heeft een belang voor het skelet en op het spierstelsel. Niet genoeg vitamine D kan bijdragen tot spierzwakten en vallen.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

Geriatrie in de fysiotherapie en kinesitherapie | 9789036813495 | D Cambier

Bekijk samenvatting