Samenvatting: Geschiedenis 6Btwe0

Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Geschiedenis 6BtWe0

• 3 H13: Fascisme

• 3.1 Begripsverklaring: fascisme/nazisme

• Wat betekent het het begrip fascisme en waar komt het vandaan?

  Beperkte betekenis voor fascistische Italië:
  

  • Gecreëerd door Mussolini, dictator van fascistisch Italië
  • Het woord komt van fascio
  • autoritaire, militaristische, nationalistische en sterk antimarxistisch gezinde organisatievorm.

  
  Algemene betekenis voor gelijkaardige regismes:
  

  • Nazisme (Adolf Hitler)
  • Duitse variant van het fascisme
  • racisme en antisemitisme

• 3.2 Redenen voor het fascistisch succes

  Dit is een preview. Er zijn 2 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 3.2
  Laat hier meer flashcards zien

• Wat zijn enkele gemeenschappelijke factoren die het succes van deze ideologieën verklaren?

  1. De bezittende klassen waren bang voor een communistische revolutie naar Russisch voorbeeld.
  2. Wereldoorlog I had vele psychologische naweeën
     
  3. De jaren '20 waren gekenmerkt door heel wat schandalen.
     

• 1) De bezittende klassen waren bang voor een communistische revolutie naar Russisch voorbeeld.

  • bezittingen verliezen

  • einde maken aan dominerende sociale positie
  • angst gevoed door sterke groei v/d socialistische arbeidersbeweging na WOI

• 2) Wereldoorlog I had vele psychologische naweeën

  • demobilisatie van miljoenen manschappen
  • verliep moeilijk
  • werk was schaars
  • gebrek aan toekomstperspectieven -> radicalisering naar extremen v/d politiek
  • vele Duitsers waren pijnlijk verrast door plotse en onverwachte nederlaag
  • dolksteek in de rug
  • verdrag van Versailles
  • Italianen ontevreden over geringe vruchten van hun overwinning aan kant van geallieerden.
  • offers van soldaten aan front leken verraden door gebrek aan kordaatheid v/d onderhandelaars aan de vredesconferentie

• 3.3.1 Het fascisme is ultranationalistisch

  Dit is een preview. Er zijn 4 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 3.3.1
  Laat hier meer flashcards zien

• Wat is het superioriteitsgedachte van de eigen natie?

  Sommige individuen zijn superieure wezens, geroepen om de andere te leiden

• Welke ideologieën en groepen die voor de rechten v/h individu tegen de staatsalmacht en -willekeur opkwamen bestreden de nazi's?

  1. Liberalisme
  2. anarchisme
  3. democratie
  4. vrij onderzoek
  5. artistieke vrijheid    

• 3.3.2 Het fascisme is gewelddadig

  Dit is een preview. Er zijn 1 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 3.3.2
  Laat hier meer flashcards zien

• Waarom is het fascisme gewelddadig?

  • Fascisten beschouwen zich als strijders/redders v/e natie in staat van wettige zelfverdediging
  • harde aanpak
  • geweld is vaak eerste en enige argument
  • geen plaats voor nuances
  • niet met ons is tegen ons (zwart wit)

• 3.3.3 Het fascisme is populistisch

• Waarvoor zorgde de brede "volkse" aanhang en wat is het?

  Laatste vrije verkiezingen:
  

  • hitler verkreeg 33% v/d stemmen (vooral door uitzichtloosheid)

  dubbelzinnige opstelling v/d nazi-partij
  

  • radicaal-nationalistisch
  • nationaal-socialistisch
  • inspelen op angsten en afgunst v/d "kleine man" tegen de groten
  • aangelokt door antikapitalistische programmapunten tegen rijke industriëlen, banken, grootwarenhuizen..

   

• 3.5 Het Italiaans fascisme

• Wat was het Italiaans fascisme?

  Politieke beweging die in jaren 20 in Italië ontstond onder leiding van Benito Mussolini.
  prees de staat boven de individuele vrijheid en had nationalistische totalitaire en autoritaire ideologie
  gesteund vanwege beloftes van economische groei en nationale eenheid (leidde uiteindelijk tot dictatuur)

• Waarom kende het fascisme zo'n succes in Italië?

  Frustraties over magere winst van WOI
  communisten en socialisten aan macht
  => reactie v/d rijke- en middenklasse die vrezen voor bezittingen en/of winstkansen