Achtergrondinformatie tijd van steden en staten ( 1000-1500 ) - Achtergrondinformatie: tijd van steden en staten 1000-1500 - De middeleeuwse maatschappij
3 belangrijke vragen over Achtergrondinformatie tijd van steden en staten ( 1000-1500 ) - Achtergrondinformatie: tijd van steden en staten 1000-1500 - De middeleeuwse maatschappij
Wat zijn de gemeenschappelijke kenmerken? Het zijn er 4.
- overgrote deel werkt op het land
- Lokale gemeenschap = autarkisch (in eigen onderhoud voorzien)
- Gemeenschappen (dorpen) bestonden uit gezinnen. Kleinste eenheid was het kerngezin (vader, moeder, kind)
- Verschillen tussen individuen groot. Zij met voorrechten en zonder.
Begin middeleeuwen de vrijen en de onvrijen. Later komen er twee standen in de vrijen. Je hebt dan de oratores, bellatores en labotores. Wat houden ze in?
Bellatores: gemeenschap verdedigen (adel)
Labotores: gemeenschap werken (overige volk, boeren/burgers)
De standenmaatschappij. Wie en wat je was werd bepaald door de gemeente. Wat waren de edelen? De adel? En de geestelijkheid? Hoe is de verdeling in het volk? van begin tot eind?
Adel: verdediging van het land en onderdanen (ridders)
Geestelijkheid: streed regelmatig met adel om de macht.
- paus streed met koning of keizer opper zag in Christelijke wereld.
- graaf streed lokaal met bisschop.
vrij/onvrij > geestelijk/adel/volk >
geestelijk/adel/vrij rijk/ arme vrije/ halve vrijen (horigen)/onvrijen
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden