Achtergrondinformatie tijd van de monniken en ridders ( 500-1000 ) - De achtergrond informatie: Tijd van monnikken en ridders. 500 - Heidendom en christendom
7 belangrijke vragen over Achtergrondinformatie tijd van de monniken en ridders ( 500-1000 ) - De achtergrond informatie: Tijd van monnikken en ridders. 500 - Heidendom en christendom
Waar tussen liet Karel de Friezen en vooral de Saksen kiezen?
De kerstening van ons land, Willibrord en Bonifatius. Wat zijn de Angelsaksen, Wie was Willibrord, wie was Bonifatius?
Willibrord: Hij was Angelsaks. 690 in Nederland, Utrecht. Hij was gericht op de Friezen te bekeren. Hij werd door Pepijn II beschermt (opa van Karel de Grote). Succes beperkt tot Utrecht en omstreken. 739 stierf hij
Bonifatius: Hij was Angelsaks. In zijn jeugd had hij een aantal Friezen bekeerd. Niet veel. In 754 deed hij een nieuwe poging. Bonifatius en zijn gevolg werden vermoord door de Friezen in het kamp bij Dokkum.
Ontstaan van kloosters. Wie is de grondlegger van kloosterordes? Wat waren deze ordes? Door wie is het kloosteridee in het westen verspreid?
Maaltijden delen, samen eucharstie vieren en mediteren.
Benedictus van Nursia.
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
In een klooster. Hoeveel kloosters in ons gebied? Hoeveel mensen in 1 klooster? Hoe noem je de mensen in een klooster (Griekse en Nederlandse benaming). Wat deden ze in een klooster? Hoe werd het christendom verspreid?
1 klooster 10-1000 mensen.
Alleenlingen (monos = alleen dus monniken)
Arbeid is verplicht voor de benedictijnen. Bidden en werken ook. Arbeid bestond uit land bebouwen, gebeden, prediken onder heidenen.
Benedictijnen brachten christendom naar Engeland en vanuit daar verspreid naar hier.
De indeling van het klooster. Hoe had men zich van de wereld gekeerd? Hoe kwam je binnen? Wat zag je als je binnen kwam? Wat had je allemaal in het klooster?
Bij binnenkomst kijk je in de tuin of tegen de hof. Omgeven door kloostergang.
Gebouwen rondom het hof.
ZO ver mogelijk van de kerk had je de refter (eetzaal) met keuken, brouwerij en bakkerij. Rond het hof stond het kapittelzaal (vergaderzaal). Hierin werden regels voorgelezen. Je had er ook slaapzalen, apotheek, ziekenzaal, gastenverblijf en librije (bibliotheek)
Alleen geestelijkheid kon lezen en schrijven. Wat had je rond het klooster? Wat deden de schieremonniken? Waar woonden zij?
Schiere monniken legden nadruk op werken voor god en de medemens. Ze vestigden op de woeste gronden (Schiermonnikoog) en in drassig gebied in Friesland en Groningen
De dag in het klooster. Hoe zag de dag eruit? Wat aten ze? Wasten de monniken zich?
Plicht en werk werd 2x onderbroken door stil eten. vis, ei en brood. Vlees is verboden, maar de zieken krijgen wel vlees.
Als monnik moet je elke dag je handen en gezicht wassen. 5 keer per jaar je lichaam.
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden