Nederland 1813-1900 - Economische ontwikkelingen
19 belangrijke vragen over Nederland 1813-1900 - Economische ontwikkelingen
Werden de zandgronden in Oost- en Zuid-Nederland in het begin van de negentiende eeuw bewoond door boeren die vooral voor de export werkten?
Heeft deze prent betrekking op een boerderij in de kustprovincies of op een gemengd bedrijf in het oosten en zuiden van ons land?
Bedenk twee motieven die deze ondernemers (op de korte termijn) hadden om niet met de tijd mee te gaan.
Je oefent: gevolgen op korte termijn en lange termijn
‘Vooral ondernemers die gespecialiseerd waren in het maken van luxe kwaliteitsproducten hielden vast aan de ambachtelijke productiemethoden.’
- De kwaliteit van de met machinale technieken vervaardigde producten was minder dan die van volgens de ambachtelijke methode gemaakte producten.
- Productie volgens de industriële methode zou waarschijnlijk leiden tot overproductie en prijsverlaging tot gevolg hebben.
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Welk gevolg had dit ‘niet meegaan met de tijd’ op de lange termijn?
Je oefent: gevolgen op korte termijn en lange termijn
‘Vooral ondernemers die gespecialiseerd waren in het maken van luxe kwaliteitsproducten hielden vast aan de ambachtelijke productiemethoden.’
Heeft deze afbeelding betrekking op ‘ambachtelijke werkzaamheden’ of op ‘industriële arbeid’?
Noteer zo gedetailleerd mogelijk wat je nog weet van de manier waarop in Engeland de overschakeling naar stoomkracht plaatsvond.
n Engeland werden tijdens de eerste fase van de Industriële Revolutie de machines met waterkracht aangedreven. In tijden van langdurige droogte voerden de riviertjes te weinig water aan om het waterrad in beweging te brengen. Daarom werden er stoommachines geplaatst. In de begintijd werd de stoommachine alleen gebruikt als er te weinig water voor het waterrad was. In deze overgangstijd werd zowel water- als stoomkracht gebruikt.
Hoe goed klopt jouw antwoord?
Welke overeenkomst zie je tussen de ontwikkelingen in Nederland en die in Engeland?
Vat in drie punten de belangrijkste veranderingen samen die zich tussen 1860 en 1900 met betrekking tot de nijverheid in Nederland voordeden.
- De sterkste toename van het percentage van de beroepsbevolking werkzaam in de nijverheid (industrie) deed zich voor in Overijssel en Noord-Brabant.
- De textielnijverheid concentreerde zich vooral in het oosten van Overijssel (Twente) en Midden- en Oost-Brabant.
- De scheepsbouw concentreerde zich vooral in het zuiden van Zuid-Holland.
Geef een verklaring voor de uitzonderingspositie die Friesland en Zeeland innamen.
Noem de reden waarom beide kaartjes niet erg duidelijk laten zien waar het percentage van de beroepsbevolking dat werkzaam is in de nijverheid erg hoog is.
Op welke manieren kan een overheid met het uitvaardigen van wetten de vrijhandel beperken of zelfs geheel tegengaan?
Met welk hoofddoel zullen de ons omringende landen in de eerste helft van de negentiende eeuw allerlei wetten uitgevaardigd hebben die de handel sterk belemmerden?
Licht met behulp van de cijfers in bron W15 de juistheid van deze bewering toe.
Welke overeenkomst bestaat er tussen de stapelmarkt en de transitohandel?
Welk verschil bestaat er tussen de stapelmarkt en de transitohandel?
Welke uitspraken passen goed bij deze tekst?
- Het verschil tussen de plaats waar goederen verbouwd of geproduceerd worden en de afzetmarkt is steeds groter geworden.
- Het wachten op schaarste heeft geen zin meer.
- Alleen door schaalvergroting kan de koopman het hoofd boven water houden.
- Door de moderne communicatiemedia is er voor de echte koopman weinig lol meer aan.
- Voor de slogan ‘time is money’ is in de huidige moderne wereld geen plaats meer.
Licht met behulp van de cijfers in deze bron toe dat de transitohandel succesvol was.
Geef met behulp van bron W17 één belangrijke verklaring voor de sterke toename van de in de haven van Amsterdam aangevoerde tonnages, zoals vermeld in bron W16.
Geef met behulp van bron W17 een verklaring voor het achterblijven van Amsterdam ten opzichte van Rotterdam.
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden