Tussen koning en kiezer - Voor elk wat wils 1848-1919 - Nederland wordt een democratie
13 belangrijke vragen over Tussen koning en kiezer - Voor elk wat wils 1848-1919 - Nederland wordt een democratie
Welke drie onderwerpen beheersten dus de Nederlandse politiek rond 1900
- De schoolstrijd.
- De kiesrechtstrijd.
- De sociale kwestie
Wat deden de confessionele en arbeiderspartijen om meer voor elkaar te krijgen
Wat was het gevolg van de grote politieke verschillen in Nederland begin 20ste eeuw?
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Wat was het grote doel van de grondwetswijziging van 1917
Geef andere naam voor de nieuwe grondwet van 1917. En de belangrijkste zaken die erin werden geregeld.
De schoolstrijd en de kiesrechtstrijd werden erin geregeld, tot een einde gebracht
Wat was de schoolstrijd en wat de kiesrechtstrijd?
De discussie in de Nederlandse politiek dat de Staat, behalve de openbare, ook de bijzondere (op godsdienstige grondslag) scholen moet financieren.
Kiesrechtstrijd: de discussie wie er in Nederland mag stemmen
Hoe werd de schoolstrijd geregeld in de Pacificatie van 1917?
Hoe werd de kiesrechtstrijd geregeld in 1917?
Wie vielen er wat stemmen betreft nog buiten de boot in de 1917?
Wat was na 1917 het gevolg van het nog steeds uitsluiten van vrouwen bij het kiezen
BEGRIP feminisme:
Politiek-maatschappelijke beweging die strijdt voor de emancipatie van de vrouw.
BEGRIP: Emancipatie: Streven naar gelijke rechten
Wanneer werd het vrouwenkiesrecht in de grondwet opgenomen?. En wat betekende dit politiek gezien voor de Nederlandse staatsvorm?
Daarom zeggen we dat vanaf 1919 Nederland een echte democratie werd. Vanaf dat moment koos het hele volk rechtstreeks de wetgevende macht: het parlement.
WETEN: in welk jaar welk kiesrecht aan wie werd toegekend
1917. Alle mannen mogen stem uitbrengen
1919. Vrouwen mogen ook kiezen. Nederland echte democratie
WETEN: Welke bevolkingsgroep door welke partij werd vertegenwoordigd en wie de stichters/leiders van die partijen waren
Liberalen. Mensen met opleiding en geld. Thorbecke. Verenigen zich na verloop van tijd in de Liberale Unie.
B:
Confessionelen.
1. Protestanten in de Anti Revolutionaire Partij De ARP. Abraham Kuyper.
2. Katholieken in de Rooms Katholieke Staatspartij. De RKSP. Herman Schaepman
C:
Socialisten.
Zijn arbeiderspartijen
SDB. De Sociaal Democratische Bond. Eerste socialistische partij van Nederland. Leider: Ferdinand Domela Nieuwenhuis.
Daarna de Sociaal Democratische Arbeiders Partij. De SDAP. Leider: Pieter Jelle Troelstra
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden