Samenvatting: Geschiedenis Niveau 1 En 2
- Deze + 400k samenvattingen
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Geschiedenis niveau 1 en 2
-
2 De tijdbalk
Dit is een preview. Er zijn 8 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 2
Laat hier meer flashcards zien -
De tijdbalk, ordening aanbrengen in tijd.
Wanneer de jaartelling begint heeft te maken met geloof. De joodse, islamitische en de christenen jaartelling is anders. Daarom gaan we er in onze westere cultuur vanuit dat de jaartelling 2000 jaar geleden bengint. -
2.1 de traditionele indeling van de Nederlandse geschiedenis.
De periode van 2000 geleden tot nu hebben we ingedeeld ij tijdvakken. Volgens christelijke jaartelling komen we voor de Nederlandse geschiedenis chronologisch tot de volgende indeling:
prehistorie: ca 250.000 v. chr. tot ca. 50 v. chr.
Romeinse tijd: ca 50 v. chr tot 500 na christus.
De middeleeuwen: ca 500 tot 1500
De nieuwe tijd: ca 1500 tot 1800
de nieuwste tijd: ca 1800 tot heden.
-
Stedelijke maatschappij vorm
In de stedelijke maatschappij vorm zien we de macht van de adel afnemen. Er ontwikkelde zich een geldeconomie gebaseerd op de talenten en bekwaamheden van kooplieden en bankiers. Zij vormden in de steden een machtig patriciaat die de macht van de koning aan banden legde. In de steden vormde zich een scherpe tegenstelling tussen arm en rijk door het ontstaan van de proletariaat. De stedelijke maatschappij vorm valt samen met het laatste gedeelte van de middeleeuwen en beslaat de hele periode in de nieuwe tijd. -
2.1 Ontwikkeling van tijdsbesef bij jonge kinderen
Dit is een preview. Er zijn 11 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 2.1
Laat hier meer flashcards zien -
kerndoelen basisonderwijs. 1998 als kader
vanaf augustus 1988 zijn nieuwe kerndoelen van toepassing. Daarin wordt omschreven wat we willen bereiken met kinderen.
leerlingen kunnen perioden en gebeurtenissen uit hun eigen leven en uit de geschiedenis op een tijdbalk plaatsen en daarbij aanduidingen van tijd en tijdsindeling hanteren als: dagen, weken, maanden, jaargetijden eeuwen, jaartellingen en perioden.
-
2.2 praktijk voorbeelden
Dit is een preview. Er zijn 3 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 2.2
Laat hier meer flashcards zien -
activiteiten rondom het thema vroeger en nu
maak op een centrale tafel in de klas een kijktafel.
De tafel wordt in twee delen verdeeld: vroeger en nu. Verzamel fotos van ouderwets speelgoed en bespreek het met de kleuters.
of je deelt het in fotos van baby tijd en tijd van fotos van nu
-
begrippen eerst, dan, daarna en tot slot
deze begrippen kunnen geconcretiseerd worden met sterredans of bruine bonen in de klas gaan kweken.
maak voor de kleuter een boekje van tekenpapier en daarin kunen ze het groeiproces tekenen. Aan het einde van het proces kunnen ze terugkijken en dan kunnen de begrippen toegepast worden.
-
gisteren, vandaag en morgen
deze begrippen kunnen in de kring besproken worden. door vandaag een activiteit te starten en die morgen af te maken.
Maak een bord met naamkaartjes morgen en vandaag. denamen van de kinderen komen onder deze twee te hangen.
-
2.3 historisch kinderboek
Dit is een preview. Er zijn 24 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 2.3
Laat hier meer flashcards zien -
verhalen over het heden en het verleden
Het gaat om een mengeling van feit en fictie. De feiten worden in een verhaaljasje gestoken. Op basis hiervan zijn de schrijvers van verhalen in twee groepen te delen: de vertellers en de uitleggers.
de vertellers: het verhaal staat centraal
de uitleggers: de informatie staat centraal
Bij de uitleggers overheersen de feiten. Bij de vertellers vormen feiten en fictie een harmonisch verhaal.
-
criteria voor het kiezen van historische kinderboeken
Het moet boeiend zijn en historische informatie bevatten. -
De historische betrouwbaarheid van een verhaal
- worden historische gebeurtenissen genoemd?
- worden die genoemd in W. Kratsborn 'Onvoorspelbaar verleden'.
- worden die gebeurtenissen voldoende uitgelegd?
- komen er historische fouten of onjuistheden in voor?
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden