Oude Nabije Oosten en Egypte (3500 - 1000 v.C.) - Oude Nabije Oosten (3500 - 1000 v.C.)
3 belangrijke vragen over Oude Nabije Oosten en Egypte (3500 - 1000 v.C.) - Oude Nabije Oosten (3500 - 1000 v.C.)
Oude Nabije Oosten (3500 - 1000 v.C.) : periodes
Sumerische periode (3000 - 2000 v.C.)
Oud-Babylonische periode en Oud-Assyrische periode (2000 - 1500 v.C.)
Midden-Babylonische en Midden-Assyrische periode (1500 - 1200 v.C.)
Uruk-periode (3500 - 2900 v.C.)
> 3000 v.C. : begin bronstijd in Zuid-Mesopotamië
- 3100 v.C. : begin protohistorie
- kleitabletten in het Sumerisch (door de economische en administratieve activiteit in deze stedelijke centra)
- hoge beschaving
- architectuur : tempels (voedselvoorraden) op terrassen (voorlopers van ziggurats)
- prachtige kunstwerken
- meerdere priesterkoningen
- koning wordt niet als God beschouwd
Sumerische periode (3000 - 2000 v.C.)
- 2400 v.C.
- koning Lugalzagezi (Umma)
- 2375 v.C. : koning Sargon (Akkad)
- krachtige monarchie, bloeiend rijk (internationale handel en veldtochten) en een uitgekiende administratie met ambtenaren die gekozen werden door de koning
- ondergang : invallen door bergvolkeren
- 2100 v.C. : Ur
- gecentraliseerd, bureaucratisch en absolutistisch bestuur
- ondergang : mislukte oogsten, te sterke bureaucratisering, opstandige gouverneurs
- 2000 v.C.
- Sumerisch is een dode taal (enkel nog gebruikt voor religie, wetenschap, magie)
- koning is "slechts" een dienaar van de oppergod
- spijkerschrift, hoog ontwikkelde literatuur, ziggurats, kalender, getalstelsel
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden