Familiebanden en machtsverhoudingen binnen de politieke elite in het zestiende-eeuwse Antwerpen - Het onderzoek naar veranderingen tussen 1840 - 1910 hand van romans

37 belangrijke vragen over Familiebanden en machtsverhoudingen binnen de politieke elite in het zestiende-eeuwse Antwerpen - Het onderzoek naar veranderingen tussen 1840 - 1910 hand van romans

De meeste romans uit de periode 1840-1885 beantwoorden aan de gangbare idealistische literatuuropvatting dat kunst de realiteit mag beschrijven, mits die beschrijving in dienst staat van een hoger ideaal. De vormgeving en de opbouw van de verhaalstof staan vaak nog onder invloed van de romantiek: onwaarschijnlijke gebeurtenissen en ingewikkelde verhaallijnen.
juist/onjuist?

juist

De idealiserende en moraliserende literatuuropvatting bleef niet geldig. Met de waarachtige en daardoor schokkende uitbeelding van hartstochten in Lidewyde (1868) is Busken Huet de wegbereider voor het objectiveringsstreven van de naturlisten.
Juist/onjuist?

juist

Wat is een pragmatische literatuuropvatting?

de schrijver probeert de lezer te beïnvloeden richting een doel dat buiten de literatuur ligt
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Het is bij naturalistische schrijvers moeilijker IN de romans uitspraken over hun opvattingen te vinden dan daarbuiten, omdat de moraliserende verteller verdwijnt en daarmee ook de algemene sententies in de roman
Juist/onjuist?

juist

Ook meningen over lezen in het algemeen en gegevens over leesgedrag zijn terug te vinden in romans. Personages uit de lager klassen worden zelden lezend beschreven, en wanneer ze het doen, betrekken ze de boeken meestal van de leesbibliotheek.
juist/onjuist?

juist

Welke drie beperkingen kwamen naar voren?

  1. literatuur was vooral voor de burgerklasse
  2. de onderzoekers hadden een voorkeur voor naturalistische schrijvers
  3. literatuur geeft geen systematische beschrijving van details

Tot 1885 komt het lezen van stichtelijk lectuur voor in het dagelijks of wekelijks patroon. Evenals het voorlezen van de Bijbel verdwijnt na 1885 het voorlezen van romans in de huiselijke kring. Het in onbruik raken van Bijbellezing aan tafel kan geinterpreteerd worden als een teken van ontkerstening in liberale protestantse burgerkringen. Het verdwijnen van voorlezen in gezelschap kan gezien worden als een teken van individualisering.
juist/onjuist?

juist

Wat doen naturalistische schrijvers?

de (zintuiglijke)  waarneembare werkelijkheid zo precies wetenschappelijk mogelijk te beschrijven
het bovennatuurlijke wordt door deze schrijvers afgewezen

Tot 1885 lazen de romanpersonages opvallend weinig Nederlandse auteurs. Na 1885 worden in de romans regelmatig eigentijdse NL schrijvers genoemd en gewaardeerd. Vooral de Tachtigers dringen de romanwereld binnen, die een groeiend nationaal zelfbewustzijn weerspiegelde.
juist/onjuist?

juist

Interessant is ook de functie die aan lezen toegekend werd. De cognitieve functie is zowel in de vroege als in de late periode aanwezig. De personages lezen om zich te ontwikkelen en kennis te verwerven. De verstrooiende functie van literatuur wordt vooral in de naturalistische romans genoemd. Daar wordt gelezen om de tijd te verdrijven. een enkele maal wordt aan lectuur ook een geneeskrachtige werking toegeschreven. Er wordt ook gewaarschuwd voor het lezen van literatuur (fictie en werkelijkheid uit elkaar houden).
Juist/onjuist?

juist

Literaire sociabiliteit, zoals beschrijvingen van leeskringen, rederijkerskamers, openbare voorleesavonden kwamen niet noemenswaardig voor.
Juist/onjuist?

juist

In de periode 1840-1885 domineert de auctoriale of alwetende verteller die de lezer in de ik- of wijvorm aanspreekt en duidelijk de rol van moralist en verhaalgids op zich genomen heeft. Vanaf 1865 geeft de auctoriale verteller de lezer informatie buiten de personages om en het morele oordeel van de lezer wordt gestuurd zonder de lezer direct aan te spreken. De techniek verandert, maar de functie blijft aanwezig.
juist/onjuist?

juist

Na 1885 verschijnen bij de naturalistische vernieuwers het meervoudig personaal perspectief en de louter registrerende neutrale vertelinstantie.
Juist/onjuist?


juist

Na 1900 is in de meeste romans de auctoriale vertelinstantie naar de achtergrond verdwenen en is er hoogstens sprake van een impliciet moreel oordeel.
juist/onjuist?

juist

Vanaf 1870 ziet men in de onderzochte romans een toenemende belangstelling voor maatschappelijke problemen, Tot 1870 neigen de personages ertoe de standenmaatschappij als zodanig te aanvaarden en alleen uitwassen te veroordelen. Sindsdien staat het traditionele normen- en waardenpatroon ter discussie.
Tot 1885 wijzen veel schrijvers nog op de negatieve gevolgen voor het individu dat zich verzet tegen groeps- of standsnormen, daarnn en vooral na 1900 wordt het volgen van de eigen overtuiging positiever voorgesteld en gewaardeerd.
juist/onjuist?

juist

De onderzochte romans worden hoofdzakelijk bevolkt door personages uit de adel en de burgerij, Boeren en arbeiders blijven meestal figuranten.
juist/onjuist?

juist

Terwijl de personages tot 1885 vooral als stereotype vertegenwoordigers van hun groep getekend worden, die blijkens hun daden moreel goed of slecht zijn, krijgen de personages na 1885 meer individuele trekken in psychologiserende beschrijvingen van hun gemoedstoestanden. Tot 1870 worden personages aan de hand van uiterlijke kenmerken zoals gelaatstrekken van een karakter voorzien. Conflicten over geloof en moraal spelen zich niet af in het hoofd van de personages, maar tussen de verschillende personages.
Juist/onjuist?

juist

Niet alleen de manier waarop personages uitgebeeld worden, veranderde, maar ook de mise-en-scene, het decor en de waardering van dat decor. Na 1885 worden er minder fictieve plaatsnamen gebruikt, de auteurs geven meer blijk van een besef hoezeer de omgeving aan verandering onderhevig is. Ook de wereld buiten NL komt meer in zicht. Rond 1900 nam de individuele mobiliteit toe door de fiets en de auto, die een sportief en spannend imago hadden.
Juist/onjuist?

juist

Na 1885 wordt de plattelandssamenleving veelvuldiger als achterlijk en benepen beschreven, terwijl de grote stad als vooruitstreven en bevrijdend, maar ook als bedreigend wordt ervaren. Burgers gaan naar het platteland voor de gezonde buitenlucht en om hun stadse spanningen kwijt te raken. In hun vrije tijd zoeken ze de ongerepte natuur op.
Juist/onjuist?

juist

De veranderingen in de manier waarop personages en locaties beschreven worden hangen nauw samen met veranderingen in de maatschappelijke realiteit.
juist/onjuist?

juist

Tot een stand behoorde men op grond van erfelijke geboortevoorrechten en levensstijl. Erfelijk was behalve het vermogen ook de status die afgaande op de familienaam aan de drager werd toegekend. Iemands levensstijl was afhankelijk van diens inkomen uit beroep en vermogen.
Juist/onjuist?

juist

De drie standen ( grote burgerij, kleine burgerij, arbeidende klasse) waren dus tevens klassen, want zo worden in het wetenschappelijk taalgebruik de collectieven genoemd die hun oorsprong hebben in de economische sfeer.
juist/onjuist?

juist

De sociale omgang bleef hoofdzakelijk beperkt tot de eigen stand. Artsen en predikanten hadden door hun beroep wel contact met andere sociale klassen, maar alleen de vrijmetselaarsloge wordt genoemd als een plaats waar de aanzienlijkste heren uit de stad met de eenvoudigste winkeliers samenkwamen en de verschillend sociale geledingen op voet van gelijkheid met elkaar omgingen.
juist/onjuist?

juist

Over het algemeen bracht men na 1885, alleen of met gezinsleden, meer tijd door in openbare gelegenheden. Hoewel blijkens beschrijvingen het uitgaansleven bloeide, was er na 1885 ook meer aandacht voor intieme verhoudingen binnenshuis, vooral voor de huwelijksband.
juist/onjuist?

juist

In de periode 1840-1885 begint vanaf 12 jaar de voorbereiding van het meisje op haar rol als huisvrouw en van de jongen op zijn rol als kostwinner. Pas door het huwelijk werd men een waarlijk volwassen en volwaardig lid van de maatschappij. Boven de 40 hoorden man en vrouw zich soberder te gaan kleden en ingetogener te gaan leven en met 60 golden man en vrouw als oud.
juist/onjuist?

juist

Hoewel de invloed van de moeder op de karaktervorming van de kinderen doorslaggevend was, bemoeide ook vader zich vanuit de studeerkamer met de opvoeding. Boezemvriendschappen werden door jongens en meisjes gecultiveerd en ook later in de volwassen levensfase in stand gehouden door vertrouwelijke gesprekken of correspondentie. Pas in de romans van 1885-1910 wordt expliciet melding gemaakt van adolescentieverschijnselen en van de lichamelijk tekenen van volwassenwording.
juist/onjuist?

juist

In romans uit de periode 1840-1885 is het verstandshuwelijk een normaal verschijnsel, hetgeen liefde in het huwelijk niet uitsluit. De aandacht voor de status en het fortuin van huwelijkspartners en de wederzijdse ouders leidde tot standsendogame huwelijken. In deze context werd alleen een verliefdheid tussen sociaal gelijken getolereerd.
Juist/onjuist?

juist

De motieven om een huwelijk te sluiten waren dikwijls conventioneel: om aan het verwachtingspatroon van de ouders en de omgeving te voldoen en om een volwassen en volwaardig lid van de maatschappij te worden. Ouders stuurden de partnerkeuze.
juist/onjuist?

juist

De omgang tussen de gezinsleden in de burgerij was patriarchaal. Het woord van de heer gemaal was wet, tenzij de vrouw over eigen vermogen beschikte, van hogere stand was of een beroep op invloedrijke mannelijke verwanten kon doen.
Van de vrouw werd een zorgzaam, liefdevol en vredestichtend optreden in de huiselijke kring verwacht. Tussen echtelieden werd opvallend weinig gesproken en besproken. Men hanteert de u-vorm ten opzichte van elkaar en de vrouw spreekt de man aan met zijn achternaam. Van echtelijke intimiteit is dan ook weinig sprake.
juist/onjuist?

juist

De omgang met verwanten, ouders, schoonouder, grootouders, ooms en tante, buren, vrienden en kennissen was intensief. Men werd geacht arme verwanten te ondersteunen.
juist/onjuist?

juist

In romans uit de periode 1885-1910 komen liefde en zielsverwantschap naar voren als voorwaarden om een huwelijk te sluiten en te doen slagen. Het inkomen en de goede naam van de man, het vermogen en het uiterlijk van de vrouw en meer in het algemeen wederzijds voordeel bleven belangrijke motieven om een huwelijk aan te gaan, maar werden tegenover de buitenwereld door de betrokken personages geformuleerd in termen van liefde. Meer romanpersonages gingen in deze periode ongehuwd door het leven vanwege de materiele en ideele eisen van een huwelijk.
juist/onjuist?

juist

Ouders lieten na 1885 hun kinderen vrij in de partnerkeuze, zolang zij binnen het geijkte maatschappelijke patroon bleven.
Juist/onjuist?

juist

De omgang tussen de echtelieden na 1885 was minder afstandelijk. Men sprak elkaar soms met de voornaam aan en er werd meer gesproken. Het intiemer worden van het gezinsleven leidde tot een beperking van contacten met familieleden, kennissen en buren. Juist omdat romantische geidealiseerde liefde (voor de vrouw) het huwelijksmotief bij uitstek werd, bleven teleurstellingen niet uit.
Juist/onjuist?

juist

Vn gelijkwaardigheid tussen man of vrouw of van een streven daarnaar is maar in enkele romans sprake. Wel is er soms sprake van een waarachtige intellectuele en emotionele verstandhouding.
Juist/onjuist?

juist

De houding tegenover menselijk lijden, ziekte en dood wordt aanvankelijk gekenmerkt door aanvaarding van leed als vingerwijzing Gods of als beproeving op weg naar het eeuwig heil. Men was vertrouw met de dood en vond troost in de gedachte dat het een goddelijke wilsbeschikking was. Nabestaanden bleven gelouterd door de confrontatie met de eeuwigheid achter.
Juist/onjuist?

juist

In de romans die na 1870 en vooral na 1885 verschijnen verdwijnt de vanzelfsprekende berusting. In de romans na 1885 is vaker sprake van een koestering van het lijden en een verlangen naar de dood. De vanzelfsprekende berusting en het gewijde karakter van het lijden weken voor een toenemende medicalisering en problematisering van ziekte en dood.
Juist/onjuist?

juist

Rond de eeuwwisseling (1900) waren zenuwaandoeningen zeer talrijk. Neurasthenie of nervositeit trof vooral dames uit de burgerij die zich verveelden in een liefdeloos huwelijk. Het was een modieuze beschavingsziekte die voortkwam uit een overdrijving van de van vrouwen verwachte fijngevoeligheid.
Juist/onjuist?

juist

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo