Bronnen en methoden voor historisch-demografisch onderzoek - Het feitelijke kindertal van medici
11 belangrijke vragen over Bronnen en methoden voor historisch-demografisch onderzoek - Het feitelijke kindertal van medici
Hoewel de overgrote meerderheid van de NL artsen distantieerde zich publieke van het neomalthusianisme, is door auteurs de suggestie gewekt dat artsen in hun eigen gezinnen de geboorteregeling wel degelijk toepaste.
Juist/onjuist?
Welke tegenspraak is er in gedrag en publiek optreden van artsen t.a.v. geboorteregeling?
prive leken ze er wel aan te doen
Wie constateerden deze discrepantie?
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Schoon zegt in zijn studie naar de geschiedenis van de gynaecologie dat het verzet tegen het voorschrijven van voorbehoedmiddelen in een merkwaardig daglicht komt te staan, als blijkt dat rond de eeuwwisseling gynaecologen 2 kinderen voor zich zelf wel genoeg vonden.
Schoon had dit met een ruime steekproef bepaalt.
juist/onjuist?
Voor het onderzoek naar het kindertal van NL artsen zijn maar drie bronnen met een beperkte waarde beschikbaar.
- Onderzoek van Sander in de jaren 1930 naar de daling van het kindertal in Rotterdam.
- volkstelling van 1930
- Studie op kleine schaal van Fokkema gebaseerd op gegevens uit het Amsterdamse bevolkingsregister en de burgerlijke stand over gehuwden in 1850-1894
juist/onjuist?
Welke drie bronnen die een beperkte waarde hebben kunnen gebruikt worden als bron voor Nederlandse artsen en hun kindertal en wat kwam uit deze studies naar voren?
Volkstelling 1930
Anita Fokkema, Amsterdam bevolkingsregister
uit de studies kwam naar voren dat artsen weliswaar weinig kinderen hadden maar dat ze ook pas op latere leeftijd trouwden
In het onderzoek van Sanders werd zeer gedetailleerde informatie verzameld over onder meer godsdienst, het jaar van het huwelijk, de leeftijd van de gehuwde paren. Deze informatie werd echter niet in detail gepubliceerd, waardoor de verandering in het kindertal van de medici niet in detail geanalyseerd kon worden.
juist/onjuist?
Welke problemen zijn er met deze onderzoeken?
Bij de volkstelling van 1930 werden aan gehuwde paren vragen gesteld over het aantal door hen voortgebrachte kinderen. Deze gegevens betroffen echter alleen huwelijken waarvan de vrouw voor haar 25e was gehuwd.
juist/onjuist?
De studie van Fokkema toonde aan dat de verschillen in huwelijksleeftijd tussen de vrouwen van de medici en die van andere sociale groepen in belangrijke mate verantwoordelijk waren voor de verschillen in kindertal tussen medici en andere groepen. De lange duur van de opleiding zorgde voor de late huwelijken.
juist/onjuist?
Geen van de 3 studie (Sanders, volkstelling, fokkema) biedt optimale informatie over het kindertal van medici. Dat heeft te maken met de kleine aantallen waarnemingen en de gebruikte bronnen. Ook de beperking tot Rotterdam en Amsterdam is een beperking.
Grootste probleem is dat de gegevens een momentopname bieden en dat de ontwikkeling in tijd niet kan worden gevolgd en dat informatie over belangrijke kenmerken van medici, zoals huwelijksleeftijd, ontbreekt.
juist/onjuist?
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden