Bronnen en methoden voor historisch-demografisch onderzoek - Het bronnenbestand. Een historisch overzicht
40 belangrijke vragen over Bronnen en methoden voor historisch-demografisch onderzoek - Het bronnenbestand. Een historisch overzicht
Hoe noemen we bronnen zonder vooropgezet demografisch doel?
Voor de prestatistische periode is geen gebrek aan informatie over het bevolkingsverloop. Wel zijn alle aanduidingen indirect en van afgeleide aard, omdat de optekening van gegevens andere doelen diende.
juist/onjuist?
Welke problemen zijn er bij het gebruik van fiscale bronnen?
Interpretatie levert moeilijkheden op omdat bepaalde groepen fiscale vrijstellingen genoten
de omrekeningsfacor levert problemen op als alleen het aantal huishoudens, huizen of haardsteden bekend is
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Welke bronnen hebben wel een demografisch doel?
Er wordt onderscheid gemaakt tussen denombrementen of opsommingen en recensements of volkstellingen.
juist/onjuist?
Welke vier soorten bronnen zijn er voor de prestatistische periode?
Militaire bronnen in de prestatistische periode geven slechts een gedeelte van de mannelijke bevolking, veelal zonder nadere precisering van de leeftijdsafbakening (16/20 - 40/60)
Juist/onjuist
Waarom zijn militaire bronnen niet heel erg bruikbaar?
De meeste informatie over het ancien regime is van fiscale oorsprong. Belastingcontroleurs hielden schattingregisters, penningkohieren, verpondingslijsten en lijsten van hoofd- en familiegeld bij. Interpretatie levert moelijkheden op omdat bepaalde bevolkingsgroepen uit hoofde van hun privileges (adel en geestelijkheid) fiscale vrijstellingen genoten. bovendien is vaak geen omrekeningsfactor bekend voor huishoudens, huizen en/of haardsteden. Er kunnen aanzienlijke verschillen zijn tussen steden en plattelandsgemeenten, regio's of door de tijd heen.
juist/onjuist?
Wie komen niet voor in de fiscale tellingen?
Rijkdom en status zijn niet gecorreleerd met de grootte van de huishoudens.
juist/onjuist?
Waarom moet er met een omrekenfactor gewerkt worden?
Een andere bekende bron zijn de graantellingen, waar vooral Vlaanderen gebruik van gemaakt heeft. Bij acute graanschaarste ging de overheid ertoe over de graanvoorraden te tellen. Daarnaast werd uitgaande van het bevolkingsaantal, een ruwe schatting gemaakt van de graanbehoefte tot de volgende oogst (per hoofd per dag was de behoefte 1 liter tot 750 gram).
Gegevens over het bevolkingsverloop zijn af te leiden uit de gegevens over verbruiksbelastingen op het graan (maelgelt).
Wat is het risco bij deze bron?
Gezinsgrootte kan overschat zijn, omdat er hogere aantallen werden gemeld.
Wat zorgt voor complicaties bij deze omrekenfactoren?
- stad versus platteland
- in tijd
- hoe rijker hoe groter het huishouden
Welke andere informatie kan worden afgeleid uit de graantellingen?
De sociale contrasten per kwartier of wijk in een stad (sociale stratificatie) zijn op grond van deze bron goed te reconstrueren.
Kerkelijke bronnen zoals doop-, trouw-, en begraafboeken (van met name katholieken) zijn de meest betrouwbare bronnen. De meeste ideale bron is het liber status animarum, de totale bevolking wordt opgesomd met vermelding van leeftijd, burgerlijk staat, woonplaats etc. Er zijn echter maar weinig bewaard.
juist/onjuist?
Onder kerkelijke bronnen vallen ook de opgaven van het aantal communicanten per parochie. Het aantal communicanten is dat deel van de bevolking dat verplicht eens per jaar rond Pasen te biecht en ter communie ging. Lastig is hierbij de leeftijdsgrens: van 10-15 werden personen tot communicanten gerekend. Vaak zijn het benaderende, ronde cijfers.
juist/onjuist?
Wat zijn verstorende factoren bij de berekening op basis van graantellingen?
Probleem bij de kerkelijke bronnen is de omrekeningsfactor die gehanteerd moeten worden om tot de weergave van de totale bevolking te komen. De omrekeningsfactor is een constante in tijd en ruimte.
juist/ onjuist?
Wie hadden het meeste graan in bezit?
In de Franse tijd (1800) ontstond er een grote belangstelling voor statistische gegevens. Wat is het probleem met deze gegevens?
Specifiek voor demografische tellingen is dat de kwaliteit ondermijnd werd door conscriptie. Deze dienstplicht en/of loting was een nieuwigheid van het franse regime waartegen verzet rees. Dit leidt tot een te lage registratie van het aantal jongeren van 15 tot 24 jaar.
Juist/onjuist
Wat is een probleem bij deze kerkelijke bronnen?
Rond 1800 werden meerdere tellingen uitgeschreven en met nieuwe gegevens aangevuld. Voordeel is dat de tellingen nu per gewest werden gegroepeerd. Deze bronnen zijn pas laat statistisch verwerkt, lange tijd werden alleen gegevens uit de late 19e eeuw te gebruiken.
juist/onjuist?
Wat is een verschil tussen katholieken en protestanten?
Omstreeks het midden van de 19e eeuw begint de periode van de eigenlijke statistiek. Louter op grond van demografische overwegingen werd vanaf die tijd, met een zekere regelmaat, tot systematische tellingen van de bevolking overgegaan. Bovendien werden tal van aanvullende inlichtingen geregistreerd (leeftijd, geslacht, beroep, burgerlijke staat, mobiliteit, religie, talenkennis, geletterdheid)
Juist/onjuist?
Welk gegeven is erg bruikbaar in het berekenen van bevolkingsaantallen?
Aansluiten op de grote tellingen werden ook nog jaarlijkse bevolkingsstaten bijgehouden en afgedrukt, waarin zowel de natuurlijke bevolkingsgroep als mobiliteit verwerkt zijn.
juist/onjuist?
Wat verandert er rond 1800?
Belangrijk bij demografie zijn de jaarlijkse veranderingen. Hierbij wordt een onderscheid gemaakt tussen natuurlijke groei (exclusief mobiliteit) en de reele of feitelijke groei (inclusief migratiesaldo). Een registratie van de mobiliteit is pas na het midden van de 19e eeuw tot stand gekomen.
juist/onjuist?
Welke twee problemen doen zich in het begin voor?
Gezien de gebrekkige problemen registratie van de mobiliteit wordt meestal een vergelijking van geboorte, huwelijks en sterftecijfers gebruikt om de dynamiek van de bevolkingsontwikkeling te bestuderen. Voor de periode van het ancienregime moet worden teruggegrepen op de parochieregisters.
juist/onjuist?
Wat verandert er na 1850?
Tijdens het ancien regime was de geestelijkheid belast met het bijhouden der retroacta (gegevens over geboorten/dopen, huwelijken, sterfgevallen en verhuizingen). Tegen welk probleem loop je bij deze bron aan?
Wat is het nadeel van deze grote aantallen gegevens?
Het verschil in kwaliteit van de parochieregisters is van belang, omdat deze bronnen vaak gebruikt worden om daaruit een (benaderend) bevolkingsaantal af te leiden. Gezien de enorme schommelingen van jaar tot jaar, wordt bij voorkeur met gemiddelden gewerkt.
demografische kerncijfers en omrekeningsfactoren moeten met de nodige omzichtigheid worden gehanteerd.
waarom?
Welke twee vormen van groei worden onderscheiden?
In de Franse tijd volgde een laicisatie van de registratie van retroacta, waarbij de parochieregisters door akten van de burgerlijke stand (geboorte, huwelijk en overlijden) werden vervangen. In Belgie was dit in 1796, in NL in 1811.
juist/onjuist?
Tijdens de beginjaren liep de burgerlijke stand tegen nogal wat problemen op, omdat de bevolking aanvankelijk erg vijandig stond tegenover deze vorm van overheidsinmenging in kerkelijke zaken. de akten van de burgerlijke stand bieden veel meer informatie van de parochiegegevens, zoals familiebetrekkingen en vormen van bloedverwantschap en beroepsstructuur.
juist/onjuist?
Vooral de vlaamse parochieregisters bevatten soms lacunes en onvolkomenheden, met name voor overlijdens. Begrafenissen ontbreken soms in het geheel of bevatten alleen de begrafenissen voor volwassenen. Voor lijkdiensten van kinderen hoefde minder of niet betaald te worden.
juist/onjuist?
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden