Samenvatting: Geschiedeniswerkplaats. | 9789001708320 | Rick Blom, et al

Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Geschiedeniswerkplaats. | 9789001708320 | Rick Blom ... [et al.] ; red. Johan van der Pols ; [ill.: Haasart].

• 1 pruiken en revoluties 1.2

  Dit is een preview. Er zijn 51 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1
  Laat hier meer flashcards zien

• Al snel bleek dat napoleon niet tevreden was met wat hij had Wat veroverde die in korte tijd?

  Nederland spanje belgie

• wanneer kroonde Napoleon zichzelf en zijn vrouw josephine als keizer en keizerin?

  1804

• noem alle standen van boven naar beneden:

  1- koning

  2- geestelijken (eerste stand)

  3- de adel (tweede stand)

  4- rijke burgers, de arbeiders en de armen (derde stand)

• wat betekent het begrip verlichting?

  periode in de 18 e eeuw waarbij de nadruk op het verstand gelegd werd

   

• Wat stond er in het wettenboek Napoleon?

  Rechten en plichten van alle burgers.

• Wie is Eise Eisinga? vertel ook wat hij deed

  Een Friese sterrenkundige, die een bewegend planetarium bouwde om te leren over planeten.

• Noem een manier van denken in de tijd van pruiken en revoluties.

  Beter naar hun verstand luisteren.

  Wie zou er de baas moeten zijn in hun land gingen ze denken.

  wat hun rechten en vrijheden waren.

• Wat betekent het begrip Nationale vergadering ?

  vergadering in Frankrijk van de derde stand waar een grondwet werd gemaakt.

• 2 Burgers en stoommachines

• 2.1 De opkomst van de industrie

  Dit is een preview. Er zijn 37 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 2.1
  Laat hier meer flashcards zien

• er is bevolkings groei in engeland waardoor komt dat?

  • door de landbouwrevolutie (nieuwe ploegen en mensen gingen met machines werken)
  • Betere medische zorg

• leg uit wat de begrippen verstedelijking en urbanisatie met de industriële revolutie te maken hebben ? 

  Op het platte land werd veel werk vervangen door machines (mechanisatie). Er was daar dus niet veel werkgelegenheid meer. Waardoor veel mensen naar de stad trokken, om te gaan werken in de fabrieken (verstedelijking of Urbanisatie)