De Nederlandse opstand (1555-1588) - Het begin van de Gouden Eeuw - De val van Antwerpen
5 belangrijke vragen over De Nederlandse opstand (1555-1588) - Het begin van de Gouden Eeuw - De val van Antwerpen
Wat profiteerde van de groeiende (Oostzee)handel?
- Landbouw
- Nijverheid (scheepbouw, houtzagerij, zeildoekkerij)
Welke twee gebieden verloren hun vooraanstaande positie?
- Vlaanderen
- Brabant
1 De term Gouden Eeuw blijkt van toepassing op slechts een deel van de Republiek. Leg uit waarom.
De periode van grote economische bloei geldt vooral Holland, Zeeland en Friesland; andere gewesten werden jarenlang verlamd door de oorlog, die zich na 1576 vooral op hun grondgebied afspeelde. (Maar: Holland en Zeeland waren ook voor de Opstand al de economisch meest succesvolle gewesten.)
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
2 In welke twee opzichten was de Gouden Eeuw een voortzetting van eerdere ontwikkelingen
Leg uit hoe het oorlogsverloop van de Opstand de noordelijke gewesten (vooral Holland) economisch voordeel opleverde.
Brabant en Vlaanderen (vanouds economisch sterke gewesten) werden getroffen door oorlogsgeweld en muiterij; tienduizenden kooplieden en handwerkslieden vluchtten naar het noorden. Het oorlogsverloop legde met andere woorden de zuidelijke gewesten lam, en gaf de noordelijke gewesten de kans hun positie als centrum van handel (Amsterdam) en (textiel)nijverheid (Leiden) over te nemen.
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden