Verlichting en revoluties (1650-1848) - De verlichting (1650-1789) - Gematigde en radicale verlichting

9 belangrijke vragen over Verlichting en revoluties (1650-1848) - De verlichting (1650-1789) - Gematigde en radicale verlichting

Wat meenden verlichte denkers?

Dat de maatschappij door het gebruik van de rede verbeterd kon worden.

Welke twee stromingen kwamen tegenover elkaar te staan? En wat hielden deze stromingen in?

De gematigde verlichting van denkers die een evenwicht zochten tussen rede en traditie.
De radicale stromingen die met de traditie wilden breken en een geheel nieuwe maatschappij wilden creëren.

Aan welke kant stond Voltaire? Waarom?

Hij stond aan de kant van de gematigde verlichting. Hij vond dat God de wereld had geschapen en daarom hoorde de ongelijkheid van de standenmaatschappij bij het menselijk bestaan.
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Waarom vond Voltaire het goed dat de mensen moesten zwoegen om in leven te blijven?

Hierdoor hadden die mensen een tijd om ongelukkig of opstandig te zijn.

Hoe dacht Voltaire over het geloof?

Hij vond dat het gevaarlijk was om het volk het geloof te ontnemen. Alleen met angst voor een straffende God konden de mensen in toom worden gehouden.

Wat meende Voltaire?

Dat alleen een kleine bovenlaag geschikt was voor het redelijke denken.

Wat vonden de gematigde verlichte denkers nog meer?

  • De staat kon en mocht het gewone volk niet verlichten, want het consequent doorvoeren van verlichte ideeën kon gevaarlijk zijn.
  • De mogelijkheden van het verstand en de rede waren beperkt.
  • De rede moest aangevuld worden met ervaring en met morele normen (Kant).

Wie was de grote inspiratie bron voor de radicale verlichting?

Spinoza.

Wat meenden de aanhangers van de radicale verlichting?

  • Dat alle mensen dezelfde behoeften hebben en dezelfde rechten moeten hebben,
  • De voorrechten van adel en geestelijkheid en het erfelijk koningschap waren volgens hen in strijd met de rede.
  • Iedereen had het recht gelijk behandeld te worden.
  • Iedereen had het recht op zijn eigen manier geluk na te jagen en volledig vrij zijn mening te uiten.
  • Ze wilden de standenmaatschappij afschaffen en vervangen door een democratie.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo