Samenvatting: Gespecialiseerd Pedagogisch Medewerker Pw, Deel A | 9789006622270 | M Baseler, et al

Samenvatting: Gespecialiseerd Pedagogisch Medewerker Pw, Deel A | 9789006622270 | M Baseler, et al Afbeelding van boekomslag
  • Deze + 400k samenvattingen
  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Gebruik deze samenvatting
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo

Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Gespecialiseerd pedagogisch medewerker PW, Deel A | 9789006622270 | M. Baseler, J. de Bas, A. van Beurden, I.F.M. de Jonge, R.F.M. van Midde, A.C. Verhoef

  • 2.5 Pedagogische begeleiding

    Dit is een preview. Er zijn 2 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 2.5
    Laat hier meer flashcards zien

  • Wat zijn de 3 componenten van pedagogische ondersteuning

    1. Affectieve ondersteuning
    2. Gedragsregulerende ondersteuning
    3. Informatieve ondersteuning
  • Omschrijf affectieve ondersteuning en wat je het kind hiermee geeft.

    Affectieve ondersteuning omvat
    het erkennen van,
    aandacht geven aan en
    rekening houden met gevoelens.

    Je geeft het kind daarmee geborgenheid, zodat het zich veilig en op zijn gemak voelt en de wereld om zich heen durft te ontdekken.
  • Wat bereik je met affectieve ondersteuning in de praktijk.

    Door het kind aan te moedigen en te belonen. Door het regelmatig een pluim of iets aardigs te horen te krijgen:
    - weten wat ze goed doen
    - voelen zich daardoor zeker van zichzelf
    - hoeven niet op een negatieve manier de aandacht te vragen
    - krijgen een positief beeld van zichzelf.
  • Welke complimenten versterken het zelfvertrouwen van het kind (6)

    1. Persoonlijk (bijv. Wat handig van jou....)
    2. Beschrijving (omschrijving van actie en hoe dit is gelukt)
    3. Proces (Jullie hebben heel rustig gewerkt. Ik heb niemand gehoord)
    4. Eigenschappen (over de eigenschappen van het kind bv wat aardig...)
    5. Gedrag (Laten merken dat je het leuk vindt hoe een kind doet)
    6. Schouderklopje voor jezelf ( kind zichzelf een compliment geven door vraag te stellen hoe hij het denkt dat hij zelf gewerkt heeft. )
  • Welke complimenten zijn minder goed voor het zelfvertrouwen van het kind. (3)

    1. Oordeel. Vermijd hoe goed je het vindt. Maar geef aan wat je ziet. Bv ik zie dat je veel hartjes hebt getekend
    2. Intelligentie of talent. Geen nadruk op leggen waar kind goed in is.
    3. Resultaat. Wat heb je het snel binnen tijd af. Kan voor faalangst zorgen. Of compliment over tekening of knutselwerk. Kan kind ontkennen dat het niet mooi is. Het kind haakt sneller af als gebaseerd op prestatie.
  • Gedragsregulerende ondersteuning. Waarom is dit belangrijk voor een kind.

    Kinderen moeten weten welk gedrag je van ze verwacht. Dit gaat het best door het stellen van duidelijke regels. Zorgen voor rust, een veilig gevoel en structuur. Kinderen zijn altijd op zoek naar grenzen. Grenzen maken duidelijk waar de grenzen liggen.
  • Waar moet je denken aan het naleven van de regels.

    Stel samen de regels. 
    Kort en duidelijk.
    Niet teveel regels (ong 5 is voldoende)
    Formuleer de regels positief. Dus rustig lopen is beter dan niet rennen
    Regelmatig bij de kinderen helpen te herinneren.

    Hoe we het willen en geen nadruk op wat niet mag. Ook uitleggen wat de gevolgen zijn bij het niet handhaven van de regels. Geef ook aan wat jij belangrijk vindt voor fijne sfeer.
  • Waarom is informatieve ondersteuning belangrijk voor een kind.

    Om de wereld te begrijpen heeft een kind informatie en uitleg nodig. Je biedt informatieve ondersteuning.
  • Hoe reageer je bij moeilijke vragen waar je gelijk geen antwoord op hebt.

    Je hoeft deze niet meteen te antwoorden. Je kan wel vragen hoe het kind op deze vraag is gekomen. Hierdoor kan de vraag minder ingewikkeld blijken te zijn dan jij eerst gedacht had. En neemt het kind genoegen met een kort en duidelijk antwoord.
  • 3.2.4 Observatie van gedrag

    Dit is een preview. Er zijn 4 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 3.2.4
    Laat hier meer flashcards zien

  • Welke houding is belangrijk bij het observeren. En welke niet.

    Objectieve houding. Dit is een houding zonder oordeel. Je kijkt vanuit een camera view. Je schrijft precies wat er gebeurt. Niet dat het kind weer vervelend was.
    Subjectief is geen goede observatie. Omdat dit oordelend is. En vanuit je eigen referentiekader.

Om verder te lezen, klik hier:

Lees volledige samenvatting
Deze samenvatting +380.000 andere samenvattingen Een unieke studietool Een oefentool voor deze samenvatting Studiecoaching met filmpjes
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Onderwerpen gerelateerd aan Samenvatting: Gespecialiseerd Pedagogisch Medewerker Pw, Deel A