Samenvatting: Gespreksvoering In De Klinische Praktijk

Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Gespreksvoering in de klinische praktijk

• 4 Gesprek met kinderen, jongeren en ouderen

• 4.1.1 inschatten van mentale leeftijdsniveau van een kind

• Hoe inschatten van het leeftijdsniveau en waarom?

  Aan de hand van fasekenmerken en vaardigheden op verschillende leeftijden, kan voorzichtig een inschatting van die mentale leeftijd gemaakt worden. Het dient om meer aan te sluiten bij het kind.

• 4.1.2 gespreksvoering met kinderen van 4-6 jaar

  Dit is een preview. Er zijn 5 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 4.1.2
  Laat hier meer flashcards zien

• Hoe is het verbaal aspect van kinderen van 4-6jaar?

  1.  Kort en concreet taalgebruik, geen moeilijke woorden 
  2. Help kinderen formuleren met de woorden waarnaar ze zoeken, maar vraag of de invulling klopt
     

• 4.1.3 gespreksvoering met kinderen van 6)8 jaar

• Hoe is de metacommunicatie bij kinderen van 6-8jaar?

  1. Uitleg van gesprekskader is noodzakelijk 
  2. Het kind moet horen dat de echte mening aan de orde is en niet de fantasie 
  3. Uitgebreid gebruik maken van metacommunicatie
     

• Hoe is de vorm waarin het gesprek plaatsvindt bij kinderen van 6-8jaar?

  1. Praten en spelen afwisselen, meer activiteiten waar beweging bij hoort 
  2. Korte gesprekken van 5-10 min., daartussen spel 
  3. Gebruik maken van verbale communicatie 
  4. In verhaaltjes gebruik maken van denkbeeldige vriendjes 
  5. Niet te lang achter elkaar stilzitten
     

• Hoe is het verbaal aspect en non-verbaal aspect bij kinderen van 6-8jaar?

  Verbaal aspect
  

  1. Kort en concreet taalgebruik, geen moeilijke woorden gebruiken 

  Non-verbaal aspect 
  

  1. Vooral lichaamstaal

   

• Wat zijn de vraagtechnieken en hoe zit de motivatie bij kinderen van 6-8 jaar?

  Vraagtechnieken
  

  1. Gesloten vragen vermijden 
  2. Suggestieve vragen vermijden 
  3. Open vragen zowel naar hoofdlijnen als naar bijzaak 
  4. Vragen herhalen op een gevarieerde manier 
  5. Gebeurtenissen ruimtelijk bevragen 6

  Motivatie 
  

  1. Aanhoudend aan de motivatie voor gesprek werken 
  2. Gericht op straf en beloning 
  3. Aftonden van gesprek op basis van het feit da onderwerp voldoende is besproken 

• 4.1.4 gespreksvoering met kinderen van 8-10 jaar

• Hoe ziet de metacommunicatie en de vorm waarin het gesprek plaatsvindt eruit bij kinderen van 8-10 eruit?

  Metacommunicatie
  

  1. Gesprekskaders zijn duidelijk 
  2. Uitgebreid gebruik maken van metacommunicatie 

  Vorm waarin gesprek plaatsvindt 
  

  1. Praten soms afwisselen met eventueel spelen 
  2. Onder gunstige omstandigheden een halfuur-drie kwartier verbaal 
  3. Gebruik maken van indirecte communicatie door mening te vragen door middel van vragen wat echte vrienden ervan zouden vinden 

• Hoe ziet het verbale en non-verbale aspect eruit bij kinderen van 8-10jaar?

  Verbaal aspect
  

  1. Concreet taalgebruik, moeilijke woorden uitleggen 

  Non-verbaal aspect 
  

  1. Vooral lichaamstaal benoemen 

• Wat zijn de vraagtechnieken en hoe ziet de motivatie eruit bij kinderen van 8-10 jaar?

   Vraagtechnieken
  

  1. Open vragen afwisselen met gesloten vragen, ruim doorvragen 
  2. Suggestieve vragen vermijden 
  3. Gebeurtenissen ruimtelijk en temporeel bevragen 
  4. Samenvattende vragen om structuur van gesprek vast te houden 6

  Motivatie 
  

  1. Motivatie tijdens gesprek controleren 
  2. Gevoelig voor regels van maatschappij 
  3. Afronden van gesprek op basis of onderwerp voldoende besproken is 

• 4.1.5 gespreksvoering met kinderen van 10-12 jaar

  Dit is een preview. Er zijn 2 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 4.1.5
  Laat hier meer flashcards zien

• Wat zijn de vraagtechnieken en hoe is de motivatie bij kinderen van 10-12jaar?

  Vraagtechnieken
  

  1. Open vragen 
  2. Doorvragen via open vragen 
  3. Suggestieve vragen alleen gericht gebruiken om sociaal wenselijke antwoorden te voorkomen 
  4. Gebeurtenissen kunnen zowel ruimtelijk als temporeel bevraag worden 
  5. Samenvattend vragen om structuur van gesprek vast te houden 

  Motivatie 
  

  1. Motivatie doorheen gesprek herhalen 
  2. Afronden op tijd en op onderwerp