Goniometrische functies

3 belangrijke vragen over Goniometrische functies

Sin(A) = C en cos(A) = C

Sinus: A = B +2kpi of A = pi - B +2kpi
Cosinus A = B + 2kpi of A= -B + 2kpi

Rekenregels sinus/cosinus

Sin(-A) = -sin(A)
-sin(A) = sin(A + pi)
sin(A) = cos (A- 0,5pi)

cos(-A) = cos(A)
-cos(A) = cos(A+pi)
cos(A) = sin(A + 0,5pi)

tan= sin/cos

Afgeleide sinus + cosinus

Afgeleide sinus is de cosinus
Afgeleide cosinus is de -sinus

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo