Samenvatting: Gewasteelt En Diergezondheid
- Deze + 400k samenvattingen
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Gewasteelt en Diergezondheid
-
hc 1 Gewasteelt
Dit is een preview. Er zijn 9 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 09/04/2017
Laat hier meer flashcards zien -
Waarom is de samenstelling van de grond belangrijk?
In verband met eigenschappen
Opsporen van problemen- Draagkracht
- Doorlatendheid
- Geschiktheid voor landbouw/natuur etc
Naamgeving
Bodemvormende processen -
Uit welke fasen bestaat de bodem?
Vaste fase- Minerale delen
- Organische verbindingen
Waterige fase- Bodemwater + opgeloste stoffen
Luchtfase- Samenstelling bodemlucht
-
Welke minerale delen zijn er in de vaste fase?
Primaire mineralen- Kwarts, veldspaten, kalk
Secundaire mineralen- Kleimineralen, Illiet, Kaoliniet
- Ijzerverbindingen (oxides FeO)
-
Wat zijn de eigenschappen van minerale bodem-fracties?
Zie afbeelding -
Hoe is de veenbodem opgebouwd en benoem eigenschappen van de grondsoort:
Toplaag- Door en door natte laag waarin veenplanten groeien. Als ze afsterven voegen de een nieuw laagje aan het veenpakket toe.
Opgestapelde voorouders- Elk veenlaagje is een plantengeneratie
Pijpenkoppen- ..
Onderaan compacter dan bovenaan- Door het gewicht van het bovenliggende veen worden de onderste lagen steeds meer in elkaar gedrukt.
Krimpen en scheuren- Veen bevat veel water. Het krimpt en scheurt bij uitdroging. Om inklinking te voorkomen, moet het waterpeil goed in de gaten gehouden worden.
-
Benoem de eigenschappen van rivierklei bodems:
Losse toplaag- Dunne vruchtbare laag. Plantenwortels en gravende organismen maken de compacte klei losser van structuur.
Compacte klei- Bestaat uit iets grovere deeltjes dan zeeklei.
Vroegere oppervlakken- Een donkere band is het vroegere oppervlak. Nieuwe klei die eroverheen is afgezet tekent zich af als een lichtere band.
-
Wat is organische stof en welke kenmerken heeft het?
Levend materiaal- Grotere organismen zoals mollen, wormen, kevers, etc
- Kleine organismen zoals protozoën, aaltjes, bacterien, schimmels
Levend materiaal van belang, ze spelen een grote rol bij:- Kringloop van stoffen, afbraak organische stof
- Vormen en instandhouding van de bodem, humusvorming en structuurvorming
- Plantenvoeding (biologische landbouw)
Processen- Mineralisatie
- Immobilisatie (vastleggen mineralen, tijdelijk)
- Humificatie (humusvorming)
- Ophoping organische stof (C/N) (C/N bepaalt snelheid van afbraak)
-
Waar zijn structuur en beworteling voor nodig?
Onder structuur verstaan we: de onderlinge rangschikking en binding van bodemdeeltjes (mineralen en organische stof)
Twee begrippen:- Dichtheid (soortelijke massa) in kg/m3
- Poriënvolume en poriënverdeling
Dichtheid van de grond wordt beïnvloed door:- Poriënvolume
- Organische stof
Dichtheid van grond kan sterk variëren- Zandgrond 0.9-1.3 g/cm3 (organische stof)
- Kleigrond 1.4-1.6 g/cm3 (organische stof en structuur)
- Veengrond 0.3-0.9 g/cm3 (veraarding en kleimenging)
Naast poriënvolume is ook poriëngrootte van belang -
Welke verschillende poriëngroottes zijn er en benoem enkele kenmerken:
Macroporiën- >100 um
- vochtafvoer
- luchtverversing
- beworteling
Mesoporiën- 30-100 um
- vocht vasthouden
- vocht afstaan
- capillaire werking
- beworteling mogelijk
Microporiën- <30 um
- vocht vasthouden
-
Wat speelt een rol bij beworteling?
- Zeer dichte gronden zijn niet bewortelbaar
- Voldoende poriën >30 um
- pH speelt een rol
- Penotrogaaf om bewortelbaarheid te meten
- Bij dichte gronden ziet men afwijkende bewortelingspatronen:
- Minder vocht opnemen
- Minder bodemvolume
- Grondwater zakt onder de bewortelbare zone
- Minder voedingsstoffen opnemen
- Minder bodemvolume
- Voedingsstoffen spoelen in de niet bewortelbare zone
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden