Anatomie en fysiologie - Levensverschijnselen - Dode stoffen
7 belangrijke vragen over Anatomie en fysiologie - Levensverschijnselen - Dode stoffen
Wat zijn groot-moleculaire stoffen?
- De stoffen kunnen weer gesplitst worden naar hun oorspronkelijke klein-moleculaire onderdelen.
- Dezelfde stoffen kunnen ook weer worden opgebouwd tot een andere samengestelde stof. (Bijv. H20 of NH3)
4 voorbeelden van formules van groot-moleculaire stoffen
2 elementen waterstof (H) en 1 element zuurstof (O).
- Zuurstofmolecuul: O2
2 elementen zuurstof (O).
- Methaan: CH4
1 element koolstof (C) en 4 elementen waterstof (H).
- Koolstofdioxide: CO2
1 element koolstof (C) en 2 elementen zuurstof (O).
Leg uit wat organische stoffen inhoud
- Alle groot-moleculaire stoffen, waarin verbindingen van koolstof met waterstofatomen volgens een bepaald patroon gerangschikt zijn.
- Bestaan uit grote ingewikkelde moleculen (bestaan uit veel meer atoomsoorten dan een molecuul van een anorganische stof en valt daarom onder bepaalde invloeden veel sneller uiteen).
- Voorbeeld: koolhydraten, eiwitten en vetten.
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Noem de elementen waaruit koolhydraten, eiwitten en vetten bestaan
- Opgebouwd uit koolstof, waterstof en zuurstof.
- Kunnen bij afbraak in kleinere moleculen uiteenvallen (bijv: glucose en fructose).
Eiwitten:
- Opgebouwd uit minstens 5 elementen in de meest verschillende verhoudingen.
- Bevatten altijd: koolstof, waterstof, stikstof, zuurstof en zwavel.
- Kunnen op uitzondering van de rest vanwege stikstof teruggebracht worden tot eenvoudiger samengestelde moleculen. Deze moleculen heten: aminozuren. Dit zijn de bouwstenen van eiwitten.
Vetten:
- Opgebouwd uit koolstof, waterstof en zuurstof.
- Komen voor in vele gedaanten, zoals: onverzadigde vetzuren, verzadigde vetzuren en meervoudig onverzadigde vetzuren.
Leg uit wat anorganische stoffen inhoud
- Bevatten geen koolstofatomen (op enkele uitzonderingen na: de eenvoudige koolstofverbindingen, die slechts uit koolstof en zuurstof óf uit koolstof, zuurstof en water bestaan > koolmonoxide, kooldioxide en koolzuur).
- Bestaan uit kleine eenvoudige moleculen.
- Voorbeeld: water, soda en keukenzout.
Wat is een vloeibare toestand?
- De atoomdeeltjes hebben een grotere beweeglijkheid. Kunnen van elkaar verschuiven.
- Een vloeistof heeft geen eigen vorm. Ze nemen de vorm aan waarin het zich bevind.
- De aantrekkingskracht is zwakker, en de beweeglijkheid neemt toe (bijv. water i.p.v. ijs).
Wat is een gasvormige toestand?
- De atoomdeeltjes bevinden zich verder van elkaar, ze bewegen vrij in de beschikbare ruimte.
- Een gasvormige toestand heeft geen eigen vorm en geen eigen volume. Ze zijn samendrukbaar.
- Bij verhoogde druk worden de deeltjes bij elkaar gedrongen en zal een gas uiteindelijk vloeibaar worden.
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden