Anatomie en fysiologie - De keelholte (farynx) - Dunne darm
17 belangrijke vragen over Anatomie en fysiologie - De keelholte (farynx) - Dunne darm
Wat doet het 1e deel: duodenum, twaalfvingerige darm?
Wat gebeurd er met voedsel dat in de twaalfvingerige darm terecht komt?
Wat voor stof is er nodig om te neutraliseren?
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Wat doet de lever met een halve liter gal per etmaal wat hij aanmaakt?
Door welk hormoon gebeurt het legen van de galblaas?
Waar is de dunne darm volledig op gericht?
Hoe snel gaat de transport van de voedselbrij?
Hoe vind resorptie plaats in de dunne darm?
Dit kan alleen als:
- Er een goede voorbereiding is geweest van de voedselbrij in het darmlumen door vertering. > Die vertering is optimaal bij: voldoende hoeveelheid enzymen, optimale pH, voldoende gal, goede vermenging van de voedselbrij (ofterwijl chymus).
- Een voldoende groot resorptieoppervlak met een intact epitheel is.
- Er voldoende contacttijd tussen de voedselbrij en resorptieoppervlak is.
Resorptie = het opnemen van voedingstoffen via de darmwand in het bloed.
Noem de afbraak van de vertering van koolhydraten:
- Polysachariden > afgebroken tot monosachariden en disachariden.
- Door amylase in het speeksel
- Disachariden > omgevormd tot monosachariden
- In de microvilli van de dunne darm door speciale enzymen
- Sacharose > gesplitst in glucose en fructose
- Door het enzym sacharase
- Lactose (melksuiker) > gesplitst in glucose en galactose
- Door het enzym lactase
- Maltose > gesplitst in 2 glucosemoleculen
- Door het enzym maltase
De opname van de monosachariden glucose, fructose en galactose gebeurt in 2 stappen d.m.v. actief transport, welke 2?
- Eerst worden de monosachariden opgenomen vanuit het darmlumen in de darmcel.
- Daarna worden ze vanuit de darmcel naar het bloed getransporteerd.
Wat gebeurd er met de eiwitten na de start van de vertering in de maag?
De peptiden worden uiteindelijk in de microvilli ook tot aminozuren afgebroken. Via transporteiwitten komen de aminozuren in de bloedbaan terecht.
Waar worden de lipiden (vetten) verder opgesplitst in verzuren en monoglyceriden?
Wat gebeurt er met de korte- en middellangeketenvetzuren (tot 12 C-atomen)?
Wat gebeurt er met de langeketenvetzuren en monoglyceriden?
Wat gebeurt er met de permeabiliteit van de elektrolyten?
Waar zorgt een ander actief transport voor?
Waar vind de resorptie van voedingsbestanddelen plaats?
Het ileum springt pas bij, bij een overaanbod of bij uitval van een deel van het jejunum.
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden