Transportroute via ER

17 belangrijke vragen over Transportroute via ER

Hoe worden transportblaasjes gevormd?

Transportblaasjes worden gevormd aan een donor membraan en fuseren met een target membraan; hierdoor wordt inhoud van het donorcompartiment naar het targetcompartiment overgedragen.

Waar zijn de vesicles die zich van het membraan afsnoeren mee omgeven?

Ze hebben een aparte eiwit coat aan de cytosolische kant, daarom heten ze coated vesicles. Nadat de vesicle is afgesnoerd van zijn parent organel laat de coat los en kan het membraan direct een interactie aangaan met het membraan waar het in terecht zal komen “will fuse”.

Waar snoeren clathrine gecoate vesicles zich van af?

-Van het Golgi apparaat “on the outward secretory pathway”.
-Van het plasma membraan “on the inward endocytic pathway”.
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Hoe vervoeren clathrine coated vesicles specifieke vracht?


Cargo receptoren, met gebonden vracht, worden gebonden door adaptine. Adaptine bindt vervolgens ook aan clathrine moleculen aan de cytosolische kant van het afsnoerende blaasje. Dynamine eiwitten (een GTP-binding protein), verzamelen zich vervolgens om de nek van het afsnoerende blaasje. Als ze allemaal bijeengekomen zijn dan hydroliseerd Dynamine de gebonden GTP en met behulp van andere eiwitten wordt het blaasje afgesnoerd.

Hoe kan een transport vesicle zijn specifieke doelmembraan identificeren?

De identificatie is afhankelijk van een diverse familie van monomeric GTPases genaamd Rab eiwitten. Specifieke Rab eiwitten op het oppervlak van elk type vesicle worden herkend door de bijbehorende tethering proteins op het cytosolische oppervlak van het doelorgaan. Elk organel en elk type transport vesicle draagt een unieke combinatie van Rab eiwitten, die dienen als moleculaire markers voor elk membraan type.

Wat zorgt voor additionele herkenning?

Door eenfamilievan transmembraan eiwitten genaamd SNAREs. Wanneer een tethering protein een vesicle gevangen heeft door te binden aan een Rab eiwit, gaat de SNARE op de vesicle (genaamd v-SNARES) een interactie aan met de complementaire SNARE op het doel membraan (t-SNARE), waardoor de vesicle stevig op de goede plek aankomt.

Waar bestaat de ER import sequentie vooral uit?

de signaalsequentie aan de N-terminus, verder bestaat de sequentie vooral uit hydrofobe aminozuren en een aantal negatief geladen aminozuren. N terminaal wordt eerst gesynthetiseerd

Waar wordt deze signaalsequentie door herkent en wat gebeurt er vervolgens?

De Signal-recognition particle (SRP) die aanwezig is in het cytosol bindt aan zowel ribosoom als de ER signaalsequentie als deze vrijkomt van het ribosoom. De SRP receptor (die in het Er membraan ligt) herkent de SRP

Waar zorgt binding van SRP aan een ribosoom voor?

Binding van de SRP aan een ribosoom die ER sequentie maakt remt eiwit synthese totdat de SRP een verbinding maakt met de SRP receptor op het ER.

Wat gebeurt er wanneer SRP gebonden is aan de SRP receptor?

Wanneer ze gebonden zijn wordt de SRP vrijgelaten en de receptor brengt de ribosoom naar de protein translocator in het ER membraan, waar eiwit synthese verder gaat. De polypeptide wordt dan geproduceerd over het ER membraan door kanaal in de translocator. De signaalsequentie zorgt ervoor dat de eiwit translocator open blijft, deze sequentie blijft gebonden aan de translocator terwijl de rest door het membraan komt als een grote loop.

Wat moet er gebeuren als het eiwit in lumen wil blijven?

-Als het eiwit in het lumen wil blijven moet het code KDEL aan c-terminus hebben. Om eiwit in ER te hebben of terug te brengen. Er zijn receptoren die herkennen dat eiwitten uit ER zijn, maken blaasjes en brengen het terug naar ER.

Wat bepaald de arrangement van een transmembraan eiwit in een lipide bilaar?

Start en stop signalen bepalen de arragement van een transmembraan in de lipide bilaar

Hoe wordt een transmembraan eiwit geproduceerd die een keer door het membraan heen gaat?

). Het N-terminal ER signaal zal transfer initiëren (net als normaal). Naast deze sequentie heeft het eiwit ook een tweede hydrofobe sequentie de stop sequentie.  Als deze sequentie de eiwit translocator binnenkomt zal de groeiende polypeptide keten worden gelost in de lipide bilaar. De N-terminale signaal wordt eraf gecleaved, en het transmembraan eiwit zit verankert in het membraan. Eiwit synthese aan de cytosolische kant zal dan verder gaan tot het eiwit compleet is.

Hoe ziet het stop signaal eruit?

). Naast deze sequentie heeft het eiwit ook een tweede hydrofobe sequentie, die werkt als een stop-transfer sequentie. Deze sequentie bevindt zich C-terminaal en bestaat uit een posititief geladen aminozuur, twee negatief geladen aminozuren een hydrofoob aminozuur

Wat gebeurt er als het eiwit na import in het ER geen andere sequentie bevat?

Als het geen andere sequentie heeft gaat het via een blaasje naar cis golgi, via blaasjes naar mediaal en trans. Blaasje splitst zich af van golgi en dan naar membraan, daar exocytose en eiwit komt buiten de cel. Bijvoorbeeld hormonen, plasma eiwitten, collageen.

Hoe komen eiwitten in het lysosoom?

-Lysosoom: eiwitten die naar een lysosoom gaan, hebben dezelfde signaalsequentie als die nodig is om in het ER te komen (ER import signaal). Deze bestaat dus uit 20 aminozuren, die grotendeels hydrofoob zijn. Een eiwit dat naar het lysosoom moet, krijgt in het Golgi-systeem een mannose-6-fosfaatgroep, welke aan de mannose-6-fosfaatreceptor in het Golgi-systeem bindt. Hierdoor wordt het eiwit een blaasje, dat fuseert met het endosoom, welke weer met het lysoom fuseert. Van vesicles naar early endosome--> naar late endosome--> naar lysosome.

Hoe komen eiwitten in het celmembraan terecht?

-Celmembraan: via ER naar golgi. Dus eerst een ER import signaal en verderop een stop transfer sequence. Zo wordt eiwit in membraan verankert. Het gaat in een blaasje met verankerde eiwit naar naar golgisysteem. Van transmembraan via blaasje naar celmembraan. Blaasje versmelt met celmembraan samen. Continue aanvoer van membraan maar ook continue afvoer van membraan (endocytose?).

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo