Samenvatting: Gezondheidsgedrag: Interactie Tussen Individu En Omgeving

Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Gezondheidsgedrag: interactie tussen individu en omgeving

• 1 Omgevingsinvloeden

  Dit is een preview. Er zijn 5 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1
  Laat hier meer flashcards zien

• Hoe ziet het Health field concept van Lalonde eruit?

  Lalonde beschrijf 4 vaak voorkomende factoren die de gezondheid kunnen beïnvloeden.
  
  De 4 voorkomende factoren zijn: 
  

  • Environment = fysieke en sociale omgeving
  • Human biology = aanleg, fysieke en mentale gezondheid
  • Lifestyle = gezondheidsgerelateerd gedrag, eigen keuzes

  • Health care organizations = de kwaliteit en toegankelijkheid tot gezondheidszorg   

  
  
  Deze vier factoren interacteren en beïnvloeden door meervoudige en complexe paden.

• Op welke niveaus kan de omgeving invloed hebben?

  Micro = individu = gedrag, genetica
  
  Meso = werk en levensomstandigheden
  
  Macro = politiek = sociale, economische, culturele en fysieke omgeving
  
  Beïnvloeding van gedrag kan dus ook op verschillende niveaus invloed hebben of switchen van niveau van invloed.

• Hoe is de ontwikkeling in de gezondheidspsychologie geweest?

  Het nieuwe perspectief leidde tot een maatschappelijke bewustwording, gezondheid wordt nu vanuit een bio-psycho-sociaal model gezien. 
  
  Hierdoor richten campagnes zich niet alleen op het gedrag, maar ook op gedragsdeterminanten.

• Wat zijn positive deviants?

  Het gaat hier om mensen die zich in kwetsbare sociale settings bewegen in een risicovolle omgevingscontext, die het tegen elke verwachting in beter doen dan andere mensen met dezelfde achtergrond en middelen, doordat zij op een positieve manier afwijken van het gemiddelde.
  
  Hun gedrag is ‘positive’ omdat ze handelingen verrichten die gunstig/gezond uitpakken. Zij zijn ‘deviant’ omdat ze gedrag vertonen dat afwijkt van de norm.
  
  Deze ‘positive deviants’ vinden, in vergelijking met anderen die in soortgelijke situaties verkeren en over dezelfde middelen beschikken, eerder en betere oplossingen voor problemen. 

• Wat is beter: de aanpak tot verleiding van het goede (alfa) of tot het moeilijk maken van ongezonde keuzes (omega)?

  Voor gezondheidsinterventies is een combinatie van beide strategieën de meest effectieve aanpak.

• Waardoor wordt ons gezondheidsgedrag volgens het Rainbow model of health (Dahlgren and whitehead) beïnvloed?

  Het individu, met genetische factoren, staat in het midden.
  
  Lifestyle factoren > sociale omgeving > leef- en werkomstandigheden > sociaaleconomische, culturele en omgevingsfactoren.
  
  Deze lagen zijn verbonden en verweven met elkaar.
  Als de we ene laag willen veranderen, moeten we ook een andere laag veranderen.  
  Er moet dus samengewerkt worden!

• 1.1 Omgeving en gezondheid

  Dit is een preview. Er zijn 8 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.1
  Laat hier meer flashcards zien

• Waarvoor staat de omgevingsstresstheorie (environmental stress theory)?

  Legt uit hoe een omgevingsstimulus die stressvol is voor 1 persoon in een bepaalde situatie niet stressvol is, en voor een ander persoon in de zelfde situatie wel stressvol is. 
  theorie richt zich op ongunstige of negatieve omgevingsfactoren.

• 1.2 Theoretisch model

  Dit is een preview. Er zijn 2 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.2
  Laat hier meer flashcards zien

• In de psychologie worden alfa- en omegastrategieën bij gedragsinterventies onderscheiden:'Making the healthy choice easy' (alfa)  versus 'Making unhealthful choices more difficult' (omega)Welke aanbeveling geeft prof. dr. Emely de Vet?

  Voor gezondheidsinterventies is een combinatie van beide strategieën de meest effectieve aanpak.

• Welke strategie (manipulatie) gebruikte prof. dr. Emely de Vet om de determinanten van gezonde(re) keuzes in de supermarktomgeving te onderzoeken?

  Ze voorzag in consensusinformatie (social proof).

• Er zijn 2 manieren om het gedrag van mensen te beinvloeden. Welke zijn dit~?

  Alpha strategie : gericht op het versterken van approach motieven. Het gaat over lokken, verleiden en motiveren van mensen. Hier vallen een aantal manieren onder, zoals
  

  • sociale bewijskracht
  • autoriteit
  • schaarste
  • commitment en consistentie
  • sympathie en wederkeringheid

  Omega strategie:  Gericht op het verkleinen van het motief om iets te vermijden.  Oftewel hetgeen wat mensen ergens van weerhoudt uitschakelen of proberen te verzwakken. Als je eenmaal die weerstand weghaalt of verlaagt bij een persoon zal de beïnvloeding ook sterker zijn.