The obesogenic environment - Lichamelijke activiteit bij ouderen: ecologische benadering

8 belangrijke vragen over The obesogenic environment - Lichamelijke activiteit bij ouderen: ecologische benadering

Onderzoek gaat over: Lichamelijke activiteit bij senioren - een ecologische (=wisselwerking tussen verschillende omgevingen) benadering?

- Weten of bouwomgeving meer invloed heeft op lichamelijke activiteit ouderen dan individuele/demografische en psychosociale variabelen.
- 726 ouderen ≥ 66 jaar in Amerika.
- omgevings- en beleidsniveaus meetellen - onderscheid tussen ecologische modellen en ander gezondheidsgedragtheorieën.

2. Het onderzoek naar lichaamsbeweging bij ouderen is opgezet naar het ecologisch model, waarom hebben de onderzoekers hiervoor gekozen?

Auteurs - 'ecologische benadering' = benadering van beweeggedrag  -onderzoek naar: individuele, psychosociale en omgevingsdeterminanten.
Ecologische modellen:  focus op de relatie tussen mens en de fysieke en sociaal-culturele omgeving
- Verschil met andere gezondheidsgedragstheorieën?  = individuele en/of sociale invloeden
- Overheden: belang ecologische benadering = ouderen stimuleren beweegnormen te realiseren.
Toch zijn er tot nu: weinig studies met breed scala aan ecologische determinanten van beweeggedrag bij ouderen.

3. Uit onderzoek komt dat er verschil is in: lopen voor boodschappen of lopen als sport. Welke determinanten speelt bij elk een rol?

Boodschappen:
- nabijheid plekken indiv recreatie
- hoeveelheid kruispunten
- wandel/fiets mogelijkheden
- variëteit in 'landschap'
- DEMOgrafisch/individuele: niet-Spaanse etniciteit, wit ras, rijbewijs, hoge bloeddruk, tijd dat je daar woont.      
- SELF efficacy & social support: psychosociale factor.

Sport/ lopen ter ontspanning:
- Self-efficacy
- Social Support
- gevarieerd 'landschap' > geen verband met sport > ws door: meer verkeer, meer drukte/kruispunten, dus minder lopen ter ontspanning.
- Niet-Spaans etniciteit, wit ras
- behandeling osteoartritis.
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

4. Volgens de auteurs is er veel onderzoek gedaan naar de invloed van omgevingsdeterminanten op beweeggedrag bij ouderen, maar zijn de resultaten toe nu toe enigszins inconsistent.
Waaraan wijten de auteurs dat?

Aan verschillen in manieren van meten: beweeggedrag is gemeten met objectieve of subjectieve instrumenten, maar niet met beide.
+
onderzoeken gedaan naar beweeggedrag in algemeen > ecologische modellen zeggen: belangrijk om (beweeg)gedrag te specificeren, omdat unieke omgevingsfactoren elk gedrag kunnen beïnvloeden.

5. Welke gevolgen kan de ecologische benadering hebben voor manier van dataverzameling in onderzoek?

Uitgangspunt: gedrag specificeren.
Gevolg kan zijn: 1 manier van dataverzameling, bijv alleen vragenlijst, is minder bruikbaar.
Auteurs artikel nemen daarom zowel objectieve als subjectieve omgevingsinvloeden mee: splitsen beweeggedrag op in gedrag gemeten met accelerometers (objectief instrument), zelfgerapporteerd lopen om boodschappen te doen (subjectief instrument), en zelfgerapporteerd lopen als vrije tijdsbesteding (subjectief instrument).

6. De gemeten variabelen zijn onder te verdelen in 4 categorieën, welke?

  • beweeggedrag-uitkomsten
  • individuele variabelen
  • psychosociale variabelen
  • omgevingsvariabelen.

8. De auteurs onderzoeken zowel objectieve als subjectieve invloeden van de omgeving. Noem enkele voorbeelden van zowel objectieve als subjectieve invloeden van de omgeving die in het artikel worden genoemd.

Objectief volgens auteurs:
1) hoe bewandelbaar de omgeving is (woondichtheid, grondgebruik, aanwezigheid kruispunten, oppervlakte winkelgebieden),
2) aantal parken binnen 1 km van woning
3) beweegfaciliteiten in buurt (sportzalen, dansstudio’s).
Deze determinanten zijn gebaseerd op ‘harde’ data.

Subjectieve determinanten:  perceptie die deelnemers aan het onderzoek hebben van deze determinanten.
1)  uiterlijk van buurt,
2) verkeersveiligheid,
3) wandel/fietsmogelijkheden,
4) persoonlijke veiligheid,
5) voetgangersveiligheid
6) aanwezigheid van beweegapparatuur in huis of wooncomplex.

Perceptie van bijv bewandelbaarheid kan anders zijn dan feitelijke bewandelbaarheid.

Zoals hiervoor aangegeven vermoeden de auteurs dat er minder in de vrije tijd wordt gewandeld omdat er in gemixte gebieden vermoedelijk meer verkeersdrukte is.
Wat zouden alternatieve verklaringen kunnen zijn?

Wat kan is:
- gemixte gebieden > lagere sociaal economische status
- gemixte gebieden > minder groen > minder aantrekkelijk

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo