The obesogenic environment - Environmental influences on energy balanced-related behaviors

16 belangrijke vragen over The obesogenic environment - Environmental influences on energy balanced-related behaviors

5. Wat is verschil tussen mediator en moderator?

Mediator: variabele verklaart relatie tussen 2 andere variabelen.
bijv: goede band met leraar > betere schoolprestaties > door meer schoolinzet. Want meer inzet, als band goed is.

Moderator: variabele verandert relatie tussen 2 andere variabelen. Bijv: leeftijd - relatie klantentrouw en tevredenheid: tevredenheid > bij oudere mensen > klantentrouw. Jongere mensen > tevredenheid > minder trouw

6. In het artikel van Kremers et al. (2006) wordt gesproken over een ‘dual-process’, een begrip wat we in studietaak 1 ook al zijn tegengekomen. Leg in eigen woorden uit wat daarmee wordt bedoeld.

Informatieverwerking verloopt volgens continuüm:  ene kant  automatische processen en andere kant bewuste info-verwerking -  door bewuste cognitieve processen wordt weloverwogen beslissing genomen.
Processen verlopen parallel aan elkaar.
Dual-processen > werk van Kahneman:  snel, intuïtief proces onderscheiden van langzaam, beredeneerd model.
OF: Strack en Deutsch - dual-process-theorie -  op reflectieve en impulsieve systemen.

8. Medierende omgevingsinvloeden: Theory of Planned Behavior komt het beste uit de bus als het gaat over het onderzoeken van cognitieve factoren en het veld van preventie gewichtstoename. Welke factoren beïnvloeden de gedragsintentie?

- attitude,
- subjective/sociale norm
- perceived behavior control/eigen effectiviteitsverwachtingen

Intentie om gedrag uit te voeren is meest belangrijke gedragsdeterminant.
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

9. Een van de manieren waarop omgevingsdeterminanten een invloed kunnen hebben op gezondheidsgedrag is via beïnvloeding van de cognitieve factoren uit de theorie van gepland gedrag (attitude, sociale normen en eigen-effectiviteitsverwachtingen/perceived behavioral control). Dit wordt mediatie genoemd.
Sommige omgevingsdeterminanten zullen een invloed op voedings- en beweeggedrag hebben door hun invloed op de attitude, andere omgevingsdeterminanten zullen het voedings- en beweeggedrag beïnvloeden via de sociale normen en weer anderen beïnvloeden gedrag via de eigen-effectiviteitsverwachtingen.

Beschrijf drie voorbeelden van gemedieerde omgevingsinvloeden op eet- of beweeggedrag zoals beschreven in het artikel van Kremers.

  1. Slechte toegang tot gezonde voeding  > daling in eigen-effectiviteitsverwachtingen over gezond eten: "lukt toch niet om aan voldoende gezonde voeding te komen.
  2. Hoge prijzen gezonde voeding > negatieve impact op attitude tegenover gezond eten.
  3. Slechte beschikbaarheid sportmogelijkheden >  negatief ervaren norm over lichaamsbeweging.

10. Wat wijst onderzoek uit als het gaat over hoe klant-gerelateerde merken en hun logo's omgevingstriggers op onbewuste doelen kunnen zijn.  (blz 106/107)

Onbewuste blootstelling consumenten-merklogo's beïnvloeden daadwerkelijk gedrag onafhankelijk van eerder gedrag of bestaande merkspecifieke attitudes.
Voorbeeld: studentenpopulatie linkt universiteit direct aan fietsen.

11. In het EnRG raamwerk wordt gesteld dat omgevingsinvloeden EBRB (energy balance-related behavior) direct en indirect beïnvloeden. Wat is de indirecte mechanisme en wat is de directe invloed?

Indirect: medierende rol van gedragsspecifieke cognities - invloed omgeving op gedrag.
Direct: automatische, onbewuste invloed van omgeving op gedrag

12. Moderatoren in het EnRG kunnen worden onderverdeeld in persoon en gedrag. Welke horen bij persoon? En welke bij gedrag?

Persoon:
- demografisch
- betrokkenheid
- persoonlijkheid  
- bewustzijn                                                     

Gedrag:                                     
- habit strength                                         
- clustering

13. Moderator Persoonlijkheid: wat zeggen onderzoeken over de voorspelling van EBRBs als het gaat over de samenhang tussen persoonlijkheid en omgevingsfactoren?

  • Dat extraversie modereert intentie - gedrag relatie; meer extraversie > meer consistentie mn gevonden in domein van lichaamsbeweging.
Onderzoek adolescenten: vriendelijkheid en openstaan voor nieuwe dingen > mogelijk modererende rol in groente/fruit consumptie.

14. Moderator Awareness: wat zegt onderzoek over samenhang awareness en omgevingsfactoren gericht op EBRBs ?

  • Bewust zijn van je gedrag beïnvloedt cognitieve factoren om intentie om te zetten in gedrag.
- niet bewust zijn van de mate waarin je beweegt, zorgt dat je te positief daarover denkt en dan zie je noodzaak tot verandering niet.

15. Moderator Involvement: wat zegt onderzoek over samenhang met omgeving gericht op EBRBs?

  • Belangrijkste kenmerk van het concept motivatie.
  • = complex en uitgebreid systeem cognitieve en gedragsmatige processen kenmerkend voor gehele beslissingsproces.
  • geen betrokkenheid in specifiek gedrag > geen energie steken in beslissingsproces.
  • afwezigheid van bewuste reflecties op gedrag > meer vatbaar voor omgevingsinvloeden > roept spontaan gedrag op.

16. Moderator Habit strength: wat zeggen onderzoeken over samenhang met omgeving gericht op EBRBs?

  • Bijv spelen na schooltijd of tv kijken of naar werk fietsen > routinematige gedragingen > herhaling en gewoonte is kenmerkend.
  • Gedrag kan alleen maar veranderen in gewoonte als omgeving nagenoeg hetzelfde blijft (enviromental cues blijven gelijk).
> Intensiteit van automatische handeling is afhankelijk van relatie omgeving - gedrag. Stabiliteit enviromental cue en level van gewoonte van gedrag is hierin van belang.

17. Moderator Clustering : wat zeggen onderzoeken over samenhang met omgeving gericht op EBRBs?

  • Clustering = als combinatie van gedrag vaker voorkomt dan de aparte gedragingen.
  • bijv: chips eten tijdens tv kijken
  • bijv: adolescenten die fruit eten, beweging meer in vrije tijd
  • bijv: snackgedrag relateert positief aan beleg met veel vet

18. Er is kritiek op EnRG, omdat het zo breed is opgezet dat er geen duidelijke hypotheses gesteld kunnen worden gericht op specifiek beïnvloedende omgevingsfactoren. Het is het resultaat van een proces van inductieve redenering? Wat betekent dit?

= een verklarende theorie ontwikkelt uit feiten en verschijnselen.

19. Het tegenovergestelde is het proces van deductieve redenering, wat is dit?

= van algemeen model naar meer specifieke observaties.
- EnRG raamwerk zou nu naar deductief redeneren moeten gaan.

20, Waar is het EnRG raamwerk nu vooral op gericht?

Op genereren van vragen als: wanneer, hoe en voor wie  zijn omgevingsfactoren van invloed.
IPV de focus op welke factoren belangrijk zijn.

22. Welke ontwikkelingen worden door prof. dr. Emely de Vet geschetst over de obesogene omgeving?

  • nog steeds sprake is van een obesogene omgeving, kijkend naar voedselaanbod Nederland en naar gemak waarmee we ongezonde keuze kunnen maken.
  • Een ommekeer, waarbij niet alleen in lokale overheidsbeleid, waarbij gemeenten meer aandacht hebben voor het faciliteren gezonde leefstijl, maar ook landelijke overheidsbeleid verandert. Bijv:  Preventieakkoord, waarbij leefstijl en faciliteren van gezonde keuze nadrukkelijk aandacht krijgt.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo