Interactie tussen individu en omgeving verklaard vanuit theorie

15 belangrijke vragen over Interactie tussen individu en omgeving verklaard vanuit theorie

2. Waarom zijn ecologische modellen nuttig en wat verklaren ze niet?

Onderzoeken sociale ongelijkheid in gezondheid > focus op contextuele determinanten van gezondheid > bijv socio-economische factoren, gender.
Niet verklaren: hoe mechanismen werkt van relatie tussen omgevingsdeterminanten, gezondheidsgerelateerd gedrag en gezondheidsuitkomsten.

3. Hoe beschrijven sociale wetenschappers de term 'Umwelt'?

= beschrijving van individuele subjectieve ervaring van zijn realiteit > jouw blik op wereld is uniek en gekleurd door indiv ervaringen.

4. Wat heeft Bateson willen verklaren met de piramide van logische niveaus?

Waarom omgevingscontext relevant is voor indiv vaardigheden, acties, keuzes en visie op onszelf.
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

5. Wat onderscheid Bateson's piramide van elkaar? En hoe werken de niveaus? (blz 158 + 159).

* Zichtbare factoren > gedrag
* Onzichtbare sturende factoren > gedachten, wensen en wat we  nodig zijn.

Belangrijkste niveau bepalend voor invloed op onze relaties en interacties > gedeelde omgeving > omgevingsfactoren bepalen context en beperkingen van ons handelen

Elk level stuurt onderliggende level > verandering op lager niveau niet per se verandering op hoger niveau.

6. Om onze omgeving waar te nemen, maken we gebruik van onze 5 zintuigen. Is 1ste stap in hoe we interacteren met onze omgeving.
Onze reactie op deze signalen hangt af van ons vermogen en mogelijkheden om te interacteren.
Keates en Clarkson  (2004) - 7 categorieën van mogelijkheden op hoe we signalen beoordelen. Welke zijn dit?

  1. Zicht > kleur, helderheid, onderscheid oppervlaktes en details.
  2. Gehoor > onderscheid in tonen of spraak, oorzaak van geluid.
  3. Denken > info verwerken, focussen, herinneringen maken, keuzes van geschikte reactie/antwoord.
  4. Communicatie > vermogen mensen te begrijpen en jezelf uit te drukken > overlap met zicht, gehoor en denken.
  5. Voortbewegen > vermogen te verplaatsen in allerlei houdingen.
  6. Reiken & strekken > vermogen om uit te reiken met armen.
  7. Vaardigheid > fijne motoriek, dingen oppakken/indrukken/dragen.

7. De vaardigheid om te kunnen omgaan met omgeving laat ook intra-individuele verschillen zien. Welke? En welke worden genoemd door 'rainbow model of health' en 'the health field concept'?

Natuurlijke processen als ouderdom.
Genetische kwetsbaarheid/aanleg in combi omgevingsfactoren > kan ook variatie aan indiv percepties en reacties verklaren.

8. Op welke manier verklaart het diathesis (=persoonlijke kwetsbaarheid)-stress model de interactie tussen individu en omgeving?

Veronderstelling: effect omgevingsfactoren op indiv gezondheid afhankelijk van indiv biologische 'structuur' (erfelijkheid, leeftijd en gender)
Model legt uit: 'negatieve' omgeving heeft negatief effect op gezondheid kwetsbare groep mensen terwijl  veerkrachtige personen hun gezondheid in die omgeving onveranderd zien. Dit heeft te maken met de predisponerende biologische factoren zoals genetische factoren, leeftijd en geslacht, maar ook: eerdere ervaringen (bijvoorbeeld trauma's in de jeugd of een zuurstoftekort bij de geboorte).
Positieve omgeving is geen verschil in beide groepen.

9. Wat is nog een gebied waarin individu-omgeving interactie onderzocht wordt?

Onderzoek gedaan welke rol ontwikkelingsfases spelen in bepaalde omgevingen gecombineerd met bepaalde indiv eigenschappen. Bijv roken in puberleeftijd is stap in risicovol gedrag en kan leiden tot meer risicovol gedrag.

14. Waar is onze perceptie en interactie met omgeving afhankelijk van?

- fysiologische invloed > ook: ouder worden
- psychologische invloed > tijdelijk als in humeur, langdurig als in zelfconcept.
- sociale invloed > onze verschillende posities in gemeenschap.

15. Noem de 4 stappen waardoor je waarneming van omgeving wordt beïnvloedt bij het doen van aankopen.

  1. Fysiologische factoren > bepalen in welke mate je vatbaar bent voor triggers > bijv geur gebakken brood.
  2. Aandacht wordt naar bepaalde items geleid > bijv Sale.
  3. Blootstelling aan veel omgevingstriggers voordat je bij schap bent van product wat je wilt kopen.
  4. Verveling zorgt voor direct behoefte om dit gevoel niet te voelen > bijv snoep bij kassa .

16. Waarom is het niet handig om objectieve info te geven bij het overtuigen van mensen om gezondere keuzes te maken?

Doet beroep op reflecterend vermogen (Kahneman's systeem 2), maar keuzes meestal gebaseerd op impulsiviteit (systeem 1).

Geleerd dat ongezond voedsel gemakkelijk is en heel goed smaakt. Ook geleerd: gezond = meer voorbereiding, smaakt minder en niet directe behoefte bevredigt. Dus mijn brein zegt: gezond eten voldoet niet aan wat ik nodig ben > krijgt minder aandacht.
Ik kan leren dat gezond ook bevredigend kan zijn.

17. Wat kan helpen om gezond voedsel aan populariteit te laten winnen?

Sociale marketing inzetten om mensen te verleiden gezondere keuze te maken door aan te sluiten bij hun neiging tot gemak en directe behoefte.
Bijv : Campagne voor water drinken op dagopvang kinderen.
Hoe? Door belonen van gezond gedrag (water drinken).
           Nudging > trigger om gezondere keuze te maken, zonder dat je weet getriggerd te worden.
Bijv groene voetstappen naar trap.

18.  Wat is het Basic Enviromental Psychology Model/Approach-avoidance Model?

1. Veronderstelt dat emotionele staat individu gedragsreactie op omgevingsstimuli verklaart > toenadering of vermijding.
2. Onderscheid tussen emotionele staten:
- Pleasure - Displeasure > mate van tevredenheid met hun ervaren interactie met omgeving.
- Arousal - Non-arousal > mate van opwinding voelen bij hun omgeving.
- Dominance - Submissiveness > mate waarin mensen gevoel controle te hebben en vrij kunnen bewegen in hun omgeving.
3. Mensen waardering iets als voordeel of nadeel > evolutionair.
4. 2 Strategieën gedragsverandering: ALPHA & OMEGA strategieën.

21. Wanneer past omega strategie beter dan alpha strategie?

Omega beter bij ambivalente motivatie.
Bij lage weerstand werkt alpha beter.

22. Het gebruik maken van 'mentale olifantenpaadjes' is efficiënt en economisch. Ze besparen tijd, energie en denkkracht.
Hoe wordt dit systeem van informatieverwerking genoemd?
Onder welke condities maken wij gebruik van deze shortcuts?

Perifere (ook wel automatische) route van duale procesmodel.
Proces vindt plaats als onze motivatie of mogelijkheid om te interacteren met omgeving laag is.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo