Dikmakende omgeving - Inleiding Obesitas - Potential environmental determinants
3 belangrijke vragen over Dikmakende omgeving - Inleiding Obesitas - Potential environmental determinants
Geef van de volgende omgevingsfactoren op microniveau aan hoe sterk het bewijs is dat deze determinanten een relatie vertonen met ongezond eetgedrag:- leven op het platteland
- leven in een achterstandswijk
- beschikbaarheid van supermarkten in de directe omgeving
- gezinsinkomen
- samenleven met anderen
- getrouwd zijn
- werkbelasting
- het hebben van kinderen
Positieve relatie
- Leven op platteland --> hogere energie- en vetinname
- Leven in deprived neighborhood --> lagere fruit- en groenteconsumptie
- Gezinsinkomen --> inname verzadigde vetten
- Getrouwd zijn --> hogere energie- en vetinname en groente/fruit inname
- Werkbelasting --> vetinname vrouwen
Geen relatie
- Beschikbaarheid supermarkt in directe omgeving --> fruit/groente consumptie
- Leven in deprived neighborhood --> inname verzadigd vet
- Gezinsinkomen --> vetinname en fruitconsumptie
- Werkbelasting --> energie inname / vetinname vrouwen
Negatieve relatie
- Leven op platteland --> lagere inname van groente en fruit
- Gezinsinkomen --> inname groenten
Samenleven met anderen --> energie/vetinname (verschilt bij man/vrouw)
Kinderen --> mixed associations met fruitinname
Wat valt u op bij de resultaten van de onderzoeken in het hoofdstuk van Giskes? Welke cellen van het ANGELO-raamwerk zijn goed gevuld? Binnen welke cellen zijn geen determinanten genoemd? Wat wordt er in het hoofdstuk van Giskes gezegd over de accenten binnen het onderzoek naar omgevingsdeterminanten van voedingsgedrag?
- Meest beschikbare onderzoek gericht op sociaal-culturele determinanten
- Weinig onderzoek naar fysieke, economische en politieke omgeving
- Veel resultaten worden slechts in 1 onderzoek gevonden
Wat is uw oordeel over het bewijs voor de invloed van omgevingsdeterminanten op eetgedrag? Voor welke determinanten vonden Giskes et al. (2005) het meest overtuigende bewijs?
Vooral onderzoek naar sociaal-culturele determinanten, nauwelijks naar de fysieke, economische of politieke omgeving.
Zeer diverse onderzoeken, vooral dwarsdoorsnede (geen causale verbanden), weinig correctie voor confounders (verstorende factoren).
Meest overtuigende bewijs voor portiegrootte en gezinsinkomen: portiegrootte is sterk gerelateerd aan een hogere energie-inname en een lager gezinsinkomen gaat gepaard met een lagere groente- en fruitconsumptie.
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden