Obesogene omgeving - Invloed op eet- en beweeggedrag

23 belangrijke vragen over Obesogene omgeving - Invloed op eet- en beweeggedrag

Hoe kan overgewicht worden voorkomen op gedragsniveau?

Voorlichting en counseling

Wat maakt dat individueel gedrag behoorlijk ingewikkeld kan zijn? (4 punten)

  1. Individuen kunnen alleen volledig verantwoordelijk worden gehouden voor een gezonde leefstijl als ze geen belemmerende medische aandoeningen of genetische aanleg/aandoeningen hebben.
  2. Individuen moeten in staat zijn om een gezonde leefstijl te leiden (toegang tot gezond eten).
  3. Individuen staan voortdurend in interactie met de omgeving: individuen geven vorm aan hun omgeving, maar de omgeving geeft ook vorm aan het gedrag van het individu.
  4. Door alleen de aandacht op de individuele benadering te richten, worden de stroomopwaartse oorzaken van obsitas niet aangepakt (zoals de voedingsindustrie).

De interactie tussen de omgeving en het individu kan zowel direct of indirect door de overheid (macro) worden beïnvloed. Noem een voorbeeld van direct en indirect

Direct: taks op suiker
Indirect: beperking van marketing van ongezond eten
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Wat kan er op microniveau gedaan worden om de interactie tussen individu en omgeving op een gezonde manier te beïnvloeden?

Werkgevers, scholen en gemeenten kunnen zorgen voor gezond eten en fysieke activiteiten promoten.

Wat concludeerde Mayne over interventies om de gezondheid te verbeteren op omgeving-individu niveau?

-  Overheidsbeleid om de voedselomgeving te verbeteren resulteerde in een beter eetpatroon. (interventies die alleen bestonden uit het plaatsen van informatie op voedselproducten waren minder effectief).


- Bewegingsgerelateerde interventies lieten over het algemeen een hogere effectiviteit zien bij
verbetering van de infrastructuur voor een actief transport (zoals fietspaden).

Omgeving beïnvloed onze leefstijl. Hierbij kan gekeken worden naar verschillende soorten categorieën omgevingen, welke 4?

- Fysiologische
- bebouwde
- voedselomgeving
- psychosociale culturele

Wat houdt de psychosociale culturele omgeving in?

De meeste definities van een psychosociale culturele omgeving hebben betrekking op de sociale relaties en culturele normen waarmee mensen leven en omgaan.

De sociaaleconomische status beïnvloed voedselinname (kinderen uit een familie met een lagere SES eten vaak ongezonder) en de tijd die aan het bereiden van eten wordt besteed. Eetgewoontes van ouders beïnvloeden voedselinname bij kinderen (kinderen kopiëren eetpatronen van hun ouders).

Fysieke inactiviteit is het 4e grootste risico op sterfte, wat is het verschil tussen fysieke activiteit en exercise?

- exercise: fysieke inspanning, met als doel gezondheid en fitheid in stand te houden
- fysieke activiteit: alle fysieke activiteiten die worden uitgevoerd tijdens spelen, werken, woon-werk verkeer, huishouden en recreatieve activiteiten

Sallis en Glansz identificeren verschillende niveaus van voedeslomgeving, welke 4?

- Gemeenschappelijke omgeving: de plaats waar eten verkrijgbaar is
- Consumentenomgeving (within-store-omgeving): waar een persoon wordt blootgesteld aan het kopen van eten
- Organisatorische omgeving: toegankelijkheid voor kleinere groepen
- Informatieomgeving: informatie over voeding of advertenties

Determinanten van voedselinname, wat concludeerde De Ridder hierover?

  • De meeste mensen hebben een gebrek aan kennis over gezonde voeding.
  • Een lage sociaaleconomische situatie blijkt de enige consistente risicofactor te zijn voor een ongezond eetpatroon.
  • Van de psychologische determinanten zijn intentie, gewoonte en zelfregulerend vermogen even belangrijk voor een gezond voedingspatroon als de fysieke en sociale omgeving. Deze determinanten kunnen worden benaderd met interventiestrategieën.
  • Interventies gericht op gewoontegedrag en/of de fysieke omgeving blijken effectiever dan educatieve interventies.

Hoe kan worden gerealiseerd dat beleidsmakers in de handel, voeding en landbouw meer gestimuleerd worden om gezonde voeding te promoten en consumenten meer gezond voeding te laten eisen?

Dit kan worden gerealiseerd door het vergroten van prikkels om gezond voedsel te produceren, het op de markt brengen van ongezond voedsel te beperken, het bewustzijn van de consument over gezonde voeding te bevorderen en mensen voor te lichten over gezonde eetgewoonten.

Pas het ANGELO model toe op verbeteren van gezondheid. Dus op de fysieke, economische, politieke en sociaal-culturele omgeving op micro en macro niveau.

Zie afbeelding

Waar gaat het EnRg-raamwerk vanuit? (environmentol Research Framework for Weight Gain prevention)

Het EnRG-raamwerk (‘Environmentol Research framework for weight Gain prevention’) gaat uit van de duale proces theorie: gedrag ontstaat door gelijktijdige beïnvloeding van zowel bewuste als onbewuste processen die een direct en indirect effect kunnen hebben. Verschillende soorten omgevingen (fysiek, politiek, economisch en sociaal-cultureel), kunnen op verschillende niveaus (micro, macro), gedrag beïnvloeden. Deze relatie wordt zowel beïnvloed door persoonlijke determinanten als gedragsdeterminanten die een modererende rol hebben (context, niet causaal). Cognitieve determinanten hebben een mediërende rol (causaal verband – reden van het effect).

 

Welke geformuleerde principes en praktijken van veelbelovende benaderingen om obesitas te verminderen, lijken nog steeds relevant en worden wereldwijd weerspiegeld in het overheidsbeleid?

- samenwerking tussen sectoren
- De gemeenschap moet actief worden betrokken
- Beleidsmaatregelen
- Bredere wetenschappelijke basis is van belang
- In het onderwijs moet aandacht besteed worden aan de rol van omgeving

Om ouderen te stimuleren om aan de beweegnorm te voldoen wordt de ecologische benadering aanbevolen. Wat is het ecologisch model en wat moet hiervoor onderzocht worden?

Individuele, psychosociale en omgevingsdeterminanten moeten worden onderzocht.

Ecologische modellen focussen zich op de relatie tussen mens en de fysieke en sociaal-culturele omgeving en stellen dat omgevingscontexten een belangrijke voorspeller zijn.

Hoe is in het onderzoek naar de beweegnorm voor ouderen de beweegdrang gemeten en met welke omgeving staat dit in verbinding?

Beweeggedrag is gemeten met objectieve of subjectieve instrumenten, maar niet met beide. Ook zijn er veel onderzoeken gedaan naar beweeggedrag in het algemeen terwijl het volgens ecologische modellen juist van belang is om (beweeg)gedrag te specificeren, omdat de unieke omgevingsfactoren elk gedrag kunnen beïnvloeden. Het staat in verbinding met bebouwde omgeving.

Welke determinant is bij beweging bij oudere het belangrijkst? Gebouwde omgeving, individuele/demografisch of psychosociale.

Gebouwde omgeving

Welke trends zijn er sinds de industriële revolutie?

- 59% zelden sport
- 30% nooit beweging uit oefent
- jongens bewegen meer
- fysieke beweging neemt af met de leeftijd
- Noord Europa is actiever dan Zuid
- Prevelatie tot obesitas is verdubbeld tussen 1980 en 2008

Wat zijn de wereldwijde aanbevelingen voor fysieke acitiviteiten voor volwassenen (WHO)?

- 150 min matig of 75 min intensief lichamelijk bewegen per week
- minimaal 10 minuten achter elkaar
- Voor extra gezondheidsvoordelen verhogen tot 300 min er week of 150 intensief
- 2 keer per week spierversterkende activiteiten

De zelfdeterminatietheorie is bruikbaar bij het verklaren van de processen die ten grondslag liggen aan beweeggedrag en adherence. Leg uit aan de hand van de ZDT. (Autonomie, Competentie en verbondenheid)

Volgens de SDT bepalen psychologische behoeften en de soort motivatie wat de uitkomst is voor lichamelijke activiteit:

  1. Autonomie: het zelf kunnen kiezen aan welke lichamelijke activiteiten je deelneemt (daarvoor moet de omgeving voldoende keuzemogelijkheden bieden om te bewegen, zodat je kunt kiezen wat je leuk vindt en niet noodgedwongen moet ‘kiezen’ wat beschikbaar is).
  2. Competentie: het verlangen om effectief met de omgeving te interacteren (je vaardig en vertrouwd voelen bij het uitvoeren van de lichamelijke activiteit).
  3. Verbondenheid (relatedness): je verbonden voelen met anderen of het gevoel hebben thuis te horen in een bepaalde sociale omgeving.

Enerzijds zijn de positieve effecten op gezondheid en welzijn te wijten aan de herstellende eigenschappen van deze omgevingen, anderzijds zijn volgens andere benaderingen fysieke en psychologische resultaten vooral een versterking van al aanwezige positieve toestanden. Dit wordt verklaard door de Attention Restoration Theory en de Stress recovery Theory. Leg beiden uit

-  Attention Restoration Theory: natuurlijke omgevingen brengt de mogelijkheid cognitieve functies te laten herstellen van vermoeidheid (doordat de aandacht vooral om de omgeving is gericht). Volgens deze theorie komt mentale vermoeidheid voort uit een beperkt vermogen om de aandacht te richten en te focussen of stresserende factoren, wat in bepaalde omgevingen kan worden hersteld (bijv. door de rust die de natuur brengt).
- Stress Recovery Theory: gezondheidsvoordelen ontstaan door contact met de natuur, omdat het ervaren van natuurlijke omgevingen de lichamelijke en geestelijke reacties in gang zet die herstel van stress ondersteunen (minder bedreigend dan een stadse omgeving).

Wat voor invloed kan de natuur hebben op onze algemeen ervaren gezondheid?

Meer autonomie, hogere intrinsieke ambities. Dit kan weer leiden tot meer gezamenlijke besluitvorming en hulpgedrag.

Wat zijn de twee verschillende associaties tussen natuurlijke omgeving en gezondheid en welzijn?

- De natuurlijke omgeving houdt direct verband met luchtkwaliteit en stress, die op hun beurt de gezondheid en het welzijn ten goede komen.
- De natuurlijke omgeving is gerelateerd aan het contact met de natuur, wat op zijn beurt wordt geassocieerd met luchtkwaliteit en stress, maar ook met lichamelijke activiteit en sociale contacten, variabelen die ook verband houden met gezondheid en welzijn.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo