Ziek zijn: perceptie en interpretatie van symptomen en reacties daarop

25 belangrijke vragen over Ziek zijn: perceptie en interpretatie van symptomen en reacties daarop

Radley maakte onderscheid tussen:
·lichamelijke verschijnselen - hoe kunnen ze worden herkent?
·Symptomen van ziekte - Wat is hierbij nodig?

·         lichamelijke verschijnselen: deze kunnen objectief worden herkent.
·         Symptomen van ziekte: hierbij is interpretatie nodig.

  Ziekte veroorzaakt veranderingen van de lichamelijke of geestelijke signalen en functies die iemand zelf kan waarnemen of waar anderen hem op kunnen wijzen.


·Symptomen die we zelf kunnen waarnemen:
overanderingen van de lichaamsfuncties
oabnormale afscheidingen
oallerlei signalen van het lichaam
·symptomen die anderen kunnen waarnemen:
overanderingen in gedrag
overanderingen in uiterlijk
overanderingen in functies

  Hoe weten mensen of ze ziek aan het worden zijn:


1.Het waarnemen van symptomen
2.Symptomen als ziekte interpreteren
Acties plannen en ondernemen
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Noem twee voorbeelden van factoren die de waarneming van en reactie op lichamelijke verschijnselen beïnvloeden.

- stereotype ideeën (mannen krijgen sneller een hartinfarct)
- context (spierkramp tijdens sporten of tijdens slapen)

Situationele verschillen in het ontstaan en het beheersen van lichamelijke symptomen:

hj

  Cognitief-perceptuele model (Cioffi):

concentreert zich meer op de interpretatie van lichamelijke signalen en de invloed daarvan op iemands houding tegenover een symptoom. In dit model wordt de rol van selectieve aandacht eveneens erkend.

  Waarom roept de een minder snel hulp in dan de ander:


·Sekse: mannen leren vaker om symptomen te negeren, om mannelijker en sterker over te komen. Ook missen mannen een vorm van inzicht. Verder is er de onwil of bezorgdheid om met anderen over gênante problemen te praten. Ziektecognities zijn bij mannen matiger ontwikkeld dan bij vrouwen, omdat media vaker gericht is op vrouwen als het gaat om gezondheidsadviezen. Mannen vermijden zelf ook vaker de informatie. Het beperkt het rapporteergedrag van mannen.

Noem enkele factoren die van invloed zijn op symptoominterpretatie.

- individuele verschillen, zoals sekse, levensfase, persoonlijkheid en ervaring
- ziekteperceptie en ziekteprotocollen (kennis)
- zelfidentiteit
- causale attributies van ziekte

Wat houdt het zelfregulatiemodel van ziekte en ziektegedrag in?

Leventhal stelt in zijn zelfregulatiemodel van ziekte en ziektegedrag dat ziektecognities of gezond-verstandovertuigingen mensen helpen lichamelijke signalen te herkennen en interpreteren. Als de coping niet succesvol is, kunnen mensen hun strategie wijzigen of de gezondheidsdreiging opnieuw onderzoeken.

Noem vijf consistente thema's in ziekterepresentaties.

1)identiteit (variabelen waarmee de aan- of afwezigheid van ziekte kan worden geïdentificeerd, zoals aanduidingen, lichamelijke signalen en symptomen)
2)gevolgen (het vermeende effect van de ziekte op het leven, zoals lichamelijke, emotionele, sociale, economische invloed of een combinatie van deze invloeden, die kort- of langdurig kunnen zijn)
3)oorzaak (de vermeende oorzaak; biologisch, emotioneel, psychologisch, genetisch of door de omgeving of eigen gedrag bepaald)
4)tijdsduur (de verwachte ontwikkelingsduur van de ziekte; acuut, chronisch of episodisch)

5)geneesbaarheid of beheersbaarheid

Welke drie fasen kent uitstelgedrag?

1. beoordelingsuitstel
2. ziekte-uitstel
3. handelingsuitstel

Zelfregulatiemodel van ziekte en ziektegedrag (Leventhal):

  (gezond-verstand model). hierbij worden ziektecognities gedefinieerd als de eigen impliciete gezond-verstandovertuigingen van de patiënt omtrent zijn ziekte. Volgens dit model vormen mentale representaties een raamwerk voor het omgaan met en begrijpen van ziekten en helpen deze representaties mensen lichamelijke signalen herkennen. figuur 8,3 blz 202

  Dubbel verwerkingsmodel (Leventhal):

hierbij worden tegelijkertijd objectieve componenten van de stimuli en de subjectieve reacties erop overwogen. Dit model suggereert dat mensen informatie over stimuli actief verwerken en dat deze verwerking gevolgd wordt door een passende copingsreactie. Als de coping niet succesvol is, kunnen ze de strategie wijzigen, of de gezondheidsbedreiging opnieuw tegen het licht houden. Deze feedbacklussen van coping naar representatie en terug zijn zelfregulerend.

   Causale attributies van ziekte en de attributietheorie


We gebruiken attributies om onverwachte gebeurtenissen begrijpelijker te maken of om een gevoel van controle te krijgen; als we weten ‘waarom’ iets gebeurd, kunnen we proberen copinggedrag te vertonen. Attributies kunnen ook door onjuiste voorlichting komen. Mensen zoeken vaker naar informatie die voor hun gunstig is, soms zelfs onjuiste informatie, dan naar juiste nadelige informatie

  In Leventhals theoretische model beïnvloeden ziekterepresentaties niet alleen het ziekteverloop via coping. Ze hebben daarnaast ook directe effecten, onder meer op:


·Het zoeken naar en gebruikmaken van medische behandelingen
·Het vertonen van zelfverzorgend gedrag of het volgen van een behandeling
·Invaliditeit en een eventuele terugkeer naar de werkomgeving
De kwaliteit van leven

  Planning en actie ondernemen


De eerste stap is erkennen dat je de ziekte hebt. Vaak komt daarna eerst de stap van zelfmedicatie, voordat professionele hulp wordt ingeschakeld.

  Zodra mensen erkennen dat ze bepaalde symptomen hebben en beseffen dat die op een medisch probleem kunnen wijzen, hebben ze de volgende keuzen:


·De symptomen negeren en hopen dat ze vanzelf overgaan
·Zelf proberen de symptomen te behandelen
·Advies aan anderen vragen (informeel/voorlopig verwijzingssysteem)
Medische hulp inroepen

  Model voor uitstelgedrag (Safer): de tijd tussen het herkennen van een symptoom en het moment dat er hulp wordt ingeroepen. Hierbij zijn er 3 fasen van besluitvorming en iemand zal pas aan behandeling beginnen als alle 3 de fasen zijn doorlopen en de vragen die in elke fase gesteld worden positief zijn beantwoord.


1.Fase 1: hierbij concludeert iemand dat hij ziek is aan de hand van 1 of meer symptomen. De tijd die nodig is om tot dit oordeel te komen wordt oordelingsuitstel genoemd.
2.Fase 2: de betrokkene denkt of er al dan niet medische hulp nodig is. Die bedenktijd wordt ziekte-uitstel genoemd.
3.Fase 3: de tijd tussen de beslissing dat iemand medische hulp nodig heeft en de feitelijke uitvoering. Dit wordt handelingsuitstel genoemd.

  Type, locatie en veronderstelde prevalentie van symptomen

·Als een symptoom goed zichtbaar is roept men eerder hulp in
·Als mensen geloven dat hun symptoom ernstig is of ongewoon roepen ze ook eerder hulp in
·Als de relaties met familie of vrienden of dagelijkse activiteiten ermee in gevaar kan komen, roepen mensen hulp in
·Ook de locatie van het symptoom is relevant. Je bespreekt makkelijk je hoofd dan iets gênants.
·Attributies bij ziekten hebben ook invloed op het gemak waarmee symptomen worden gemeld.
·Vermeende prevalentie van symptomen en ziekten is van invloed op de interpretatie van symptomen en op het inroepen van medische hulp.

  Het aantal psychiatrische aandoeningen wordt onderverdeeld in volgende categoriën:


Egodystone aandoeningen: aandoeningen waarvan patiënten zelf last ondervinden.
Egosyntone aandoeningen: de patiënt ervaart geen last van de aandoening, maar de omgeving wel.

Wat is het verschil tussen kwalen en ziektes?

Ziekte is een afwijking van de functie van organen, cellen of weefsels die een lichamelijke stoornis of achterliggende pathologie doet vermoeden, terwijl ongemak is wat iemand ervaart

Leg mentale representaties van ziekten (of ziekterepresentaties) uit

Ontstaan zodra iemand een symptoom ervaart of een diagnostische stempel krijgt. De ziekte probeert vergelijkbare schema's van eerdere ziekten op te diepen uit het geheugen om daarmee de huidige situatie te doorgronden.
Ziekterepresentaties worden uit allerlei bronnen geput: media, persoonlijke ervaring, familie, vrienden, etc.

Leg de invloed van de zelfidentiteit op symptoominterpretatie uit

De meeste mensen hebben verschillende sociale identiteiten, afhankelijk van de context waarin ze zich bevinden (student, partner, dochter).
Gesteld wordt dat , afhankelijk van iemands sociale identiteit  op dat moment, symptomen verschillend worden geïnterpreteerd.
Mensen vervullen meerdere sociale rollen en symptomen kunnen afhankelijk van de rol de interpretatie beoordelen ( gender vs professionaliteit).

Safer et al. (1979) ontwikkelden een model voor uitstelgedrag en definieerden dit als de tijd tussen het herkennen van een symptoom en het moment dat er hulp wordt ingeroepen.
Vanaf het herkennen van symptomen tot hulp inroepen worden er 3 vragen gesteld:
1. Ben ik ziek?
2. Heb ik professionele hulp nodig?
3. Is de zorgen de kosten waard?
Bij ja wordt er hulp ingeroepen, bij nee gebeurt er iets anders. Wat gebeurt er per vraag wanneer het antwoord nee is?

1. Ben ik ziek?
Beoordelingsuitstel: tijd die verstrijkt totdat de symptomen als een teken van ziekte worden geïnterpreteerd.

2. Heb ik professionele hulp nodig?
Ziekteuitstel: tijd die verstrijkt tussen het erkennen dat iemand ziek is en besluit medische hulp in te roepen.

3. Is de zorgen de kosten waard?  
Handelingsuitstel: tijd die verstrijkt tussen de beslissing medische hulp te zoeken en deze daadwerkelijk verkrijgen

Wat zijn lekenverwijzingssystemen of informeel verwijzingssysteem?

een informeel netwerk van individuen (vrienden, familie, collega's) tot wie iemand zich wendt voor advies of informatie over symptomen en andere gezondheid gerelateerde onderwerpen, dit gebeurt vaak, maar niet aansluitend voor men een arts raadpleegt.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo