Samenvatting: Globale Economie | 9789462701090 | André Decoster
- Deze + 400k samenvattingen
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Globale Economie | 9789462701090 | André Decoster
-
18 Macro, wat en waarom?
Dit is een preview. Er zijn 4 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 18
Laat hier meer flashcards zien -
Wat is de macro-economie? Wat Micro?
Gaat over grotere gehelen: aggregaten
MICRO
- gedragsmodellen van individuele agenten
- interageren op markt van één goed/dienst
- alle markten samen: algemeen evenwicht -
Wat is de opvatting van Keynes?
'Animal Spirits'
Informatie is gebrekkig, vervolgens ontstaan er cyclische bewegingen in productie van pessimisme naar optisme en terug. Dit omdat bedrijf A, B volgt. -
Wat is de klassieke economische kijk?
Is van Smith (1776)
- prijsveranderingen zorgen ervoor dat verschillen tussen vraag en aanbod verdwijen en dat evenwicht altijd hersteld wordt
- wet van Say: vermits aanbod zijn eigen vraag creëert kunnen er geen langdurige macro-economische onevenwichten zijn -
Wat zijn de opvattingen van Keynes?
The general theory (1936)
- fenomenen die evenwichtsherstel kunnen belemmeren
- loonrigiditeit (afwijking perfect werkende markt)
- gebrekkige vraag
- permanente werkloosheid mogelijk in evenwicht -
19 Nationale Rekeningen
Dit is een preview. Er zijn 5 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 19
Laat hier meer flashcards zien -
Waarvoor dienen de nationale rekeningen?
Streeft volledigheid en nauwkeurigheid na
- maar: aggregaten zeer breed en complex
- vaak steedproeven, schattingen etc
Toch conceptueel sterk:
- inkomen = toegevoegde waarde
- bruto binnenlands product en nationaal inkomen -
Hoe kan het BBP benaderd worden?
Productiebenadering
- som van alle toegevoegde waarden
Bestedingsbenadering
- som waarden finale goederen (C + E) - waarde van import
- C + E = consumptie + export
Inkomensbenadering
- lonen + bruto-exploitatieoverschot
CONCLUSIE
- inkomen = toegevoegde waarde
- als de een veranderd, veranderd ook de ander -
Wat zijn de lopende rekeningen?
NNBI = BBP + NFIB - Dep + NTRA
BBP = C + G + Inetto = binnenlandse vraag
NFIB - DEP + NTRA = E - Z + NFIB + NTRA = Lopende Rekeningen
Is ook wel: Netto inkomen uit het buitenland
- via saldo handelsbalans, factorinkomen en transfers -
Wat is het nationale sparen?
NNBI = C + G + S
S = Spri + Spub
Spri = NNBI - C - T = sparen van gezinnen
Spub = T - G = sparen door de overheid
D = -Spub
(T is het beschikbaar inkomen voor de overheid, netto belastingen) -
Wat is de band tussen sparen en investeren?
Inetto + LR = Spri + Spub
Gesloten economie --> Inetto = Spri + Spub
1. bij gesloten economie
Sparen financiert investeringen
Privaat sparen: financiert investeringen en overheidstekort
2. bij open economie
Binnenlands sparen financiert investeringen en vorderingen op buitenland -
20 Het BBP als maatstaf van de economische activiteit
Dit is een preview. Er zijn 6 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 20
Laat hier meer flashcards zien -
Wat is het nominaal bbp? En het reëel bbp?
Nominaal: Gebruikt geldende prijzen in het 'lopende jaar'
Registreert prijs en hoeveelheidsveranderingen
Reëel: Gebruikt constante prijzen uit een basisjaar
Registreert enkel hoeveelheidsveranderingen
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden