Samenvatting: Gnk 1.3

Studiemateriaal generieke omslagafbeelding
  • Deze + 400k samenvattingen
  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Gebruik deze samenvatting
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo

Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van GNK 1.3

  • 1 Week 13: Infecties en afweersysteem

  • 1.1 Introductie - Immunologie

    Dit is een preview. Er zijn 22 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.1
    Laat hier meer flashcards zien

  • Wat doet het aangeboren immuunsysteem bij infectie

    • Micro-organisme wordt dood gemaakt en opgeruimd
    • Infectie onder controle gebracht -> ontstekingsreactie
    • Activatie verworven immuunsysteem  
  • Hoe kan aangeboren immuunsysteem micro-organismen uitschakelen

    • Fagocytose
    • Door eiwitten
      • Bijv. Complementsysteem: ontstaan poriën in micro-organisme -> extracellulair vocht naar binnen -> cel zwelt op en knapt (lysis)
  • Dendritische cellen (aangeboren)

    • Worden aangezet door pro-inflammatoire cytokinen
    • Zorgen dat micro-organisme in cel naar immuunsysteem wordt getransporteerd
    • DC's presenteren de micro-organismen aan verworven immuunsysteem 
  • Aangeboren immuunrespons effectorcellen en -moleculen

    • Effectorcellen: lymfocyten
    • Effectormoleculen: cytokinen en antistoffen
    • gaan terug naar infectieplaats waar infiltraat aanwezig is
      • Ontstekingsreactie die hoofdzakelijk bestaat uit lymfocyten
  • Cellulaire immuunrespons (verworven)

    • T-cel receptor herkent welke cel gedood moet worden of welke cel hulp nodig heeft
    • TCR heeft geen effector taken, Ig wel.
    • Gericht op intracellulaire micro-organismen
  • 1.3 Capita selecta - Aangeboren afweer

    Dit is een preview. Er zijn 23 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.3
    Laat hier meer flashcards zien

  • Toll-like receptor (TLR)

    • Celgebonden PRR
    • Bevindt zich op de cel (herkennen extracellulaire micro-organismen) of in het endosomale deel (herkennen onderdelen van micro-organismen)
    • Kunnen extracellulaire micro-organismen herkennen, maar ook gefagocyteerde
    • Belangrijke rol anders slechts zwakke immuunrespons
    • Tien verschilllende
    • Onderscheid tussen 'zelf' en microbe
  • Extra info neutrofiele granulocyten, monocyten en macrofagen

    • Neutrofiele granulocyten: fagocytose
      • Kortlevend maar snel aangemaakt en hebben hoge bactericide activiteit. Inhoud granulocyten erg schadelijk
    • Monocyten: fagocytose
      • Langlevend maar lage bactericide activiteit
    • Macrofagen: fagocytose
      • Belangrijke rol weefsel herstel
      • Klassieke (M1):fagocytose & niet-klassieke (M2) macrofagen: weefselherstel


    -> uitschakelen extracellulaire micro-organismen
  • NK cellen en MHC

    • Aanwezigheid MHC klasse I moleculen: interactie met remmende receptor
      • Stimuleren activerende receptor heeft geen zin als ook remmende receptor wordt gestimuleerd
    • MHC klasse I moleculen ontbreken: geen remmende stimulatie -> NK-cel geactiveerd -> vrijkomen granules met perforine en granzymen
    • Gestresste cel: veel liganden tot expressie brengen die activerende receptoren kunnen activeren -> geen balans -> NK-cel geactiveerd
    • ADCC: antilichamen voor tumoren gevormd door verworven immuunsysteem -> binden aan tumorantigeen -> Fc staartjes van antilichamen kunnen binden aan activerende receptoren -> NK-cel geactiveerd
  • 2 Week 14: Bacteriële infecties

  • 2.1 Introductie - Bacteriologie

    Dit is een preview. Er zijn 21 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 2.1
    Laat hier meer flashcards zien

  • Wanneer is bacterie dood

    Als er geen spanningsverschil meer is over membraan heen
  • 2.2 Capita selecta - Ontstekingsreactie

    Dit is een preview. Er zijn 19 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 2.2
    Laat hier meer flashcards zien

  • Klassieke route complementsysteem

    • Antilichaam gaat op antigeen -> C1 kan binden op antilichaammoleculen -> C3 convertase wordt gemaakt -> C3 omgezet in C3B en C3A -> C3B gaat binden aan micro organisme -> C3B herkend door opsoninereceptoren op fagocyten -> versnelde fagocytose van micro organisme -> C3B leidt tot vorming van C5 convertase -> C5 omgezet in C5B en C5A -> C5B gaat nestelen in membraan -> C5-9 vormen poriën -> lysis van micro organisme
    • C3A&C5A: ontstekingsbevorderende eigenschappen
    • CRP kan ook gebonden worden ipv antilichamen waardoor C1 ook kan binden

Om verder te lezen, klik hier:

Lees volledige samenvatting
Deze samenvatting +380.000 andere samenvattingen Een unieke studietool Een oefentool voor deze samenvatting Studiecoaching met filmpjes
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart