Samenvatting: Goed

Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Goed

• Verhaal en voorrang algemeen, nr. 735-758 & 913-936

  Dit is een preview. Er zijn 12 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 09/11/2015
  Laat hier meer flashcards zien

• Verhaalsuitoefening buiten faillissement?

  1. Executoriale titel vereist, 430 Rv
  2. Executoriaal beslag, 439 Rv
  3. Openbare verkoop, 463 Rv
  4. Verdeling opbrengst, 480 Rv

• Pandrecht, in het bijzonder op roerende zaken

  Dit is een preview. Er zijn 18 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 11/11/2015
  Laat hier meer flashcards zien

• Meijs q.q./Bank of Tokyo arrest?

  De noodzaak van registratie erin is gelegen om objectief te kunnen vaststellen dat de onderhandse akte van verpanding op de dag van registratie bestond om aldus antedatering te voorkomen. Wijkt de faxkopie af van het origineel, dan kan het gevolg daarvan zijn dat de verpanding geheel of gedeeltelijk niet tot stand is gekomen.

• Inhoud van onderhandse pandakte bij stil pandrecht?

  Een door de pandgever ondertekend geschrift dat tot vestiging van een pandrecht op de daarin aangeduide zaak strekt, ex 3:237 jo. 156 Rv.

• Pandrecht op vorderingen I

  Dit is een preview. Er zijn 27 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 16/11/2015
  Laat hier meer flashcards zien

• Voorvereisten pandrecht op vorderingen?

  1. Uitsluitend overdraagbare vorderingen zijn vatbaar voor verpanding, 3:228 BW.
  2. Overdraagbaarheid evenals verpandbaarheid van vorderingen kan contractueel worden uitgesloten, 3:83 lid 3 jo. 3:98 BW.

• Derdenbescherming pandhouder bij verpanding vorderingen?

  3:239 lid 4 jo. 3:88 BW, vereisten:
  

  1. goede trouw ten tijde van mededeling;
  2. beschikkingsonbevoegdheid vloeit voort uit een titel- of leveringsgebrek bij eerdere overdracht.

  
  
  Dus geen bescherming:
  

  1. voor stille pandhouder
  2. tegen de (beperkte) beschikkingsonbevoegdheid die het gevolg is van de eerdere vestiging van een pandrecht
  3. tegen "onverpandbaarheidsbeding"

• Beperkingen aan de levering bij voorbaat?

  1. Grenzen in de voor een geslaagde levering gestelde eisen, 3:97 lid 1.
  2. Geen registergoederen, 3:97 lid 2.

• Eis voldoende bepaaldbaarheid bij de levering?

  Dat de te leveren vordering op het moment dat de cedent haar verkrijgt. identificeerbaar moet zijn. Eis van voldoende bepaaldheid sluit een generieke omschrijving niet uit. Wel geldt dat de akte zodanige gegevens moet bevatten dat, eventueel achteraf, aan de hand daarvan is te vaststellen om welke vorderingen het gaat, een objectieve bron. Nadeel van een generieke omschrijving is dat de pandhouder normaliter voor nadere informatie weer op de pandgever (diens curator) moet terugvallen zodra hij zijn recht wil uitoefenen.

• Kan de pandhouder de verpande vordering openbaar verkopen?

  1. 3:246 lid 1 BW: inningsbevoegdheid bij openbaar pandhouder.
  2. 3:246 lid 5 BW: pandrecht komt te rusten op het geïnde (zaaksvervanging).
  3. 3:(248 jo) 253 (jo 255): pandhouder voldoet zich uit opbrengst.

• Uitoefening pandrecht op vordering buiten faillissement en derdenbeslag?

  3:246 BW: vordering te innen en op het geïnde te verhalen. Voor de vraag aan wie na de verpanding de inningsbevoegdheid toekomt doorslaggevend is of er mededeling van de verpanding is gedaan? Geen mededeling dan pandgever, wel mededeling dan pandhouder. Uitzondering zie lid 4.

• Zaaksvervanging idzv 3:235 lid 5?

  De pandhouder is slechts bevoegd betalingen in ontvangst te nemen. Hij mag het door hem geïnde niet als het zijne beschouwen. Het pandrecht komt op het geïnde te rusten, om te voorkomen dat met de geïnde vordering ook het daarop gevestigde pandrecht tenietgaat.