Pandrecht en hypotheekrecht - Pandrecht - Pandrecht op roerende zaken
3 belangrijke vragen over Pandrecht en hypotheekrecht - Pandrecht - Pandrecht op roerende zaken
Waar in de wet is vuistpandrecht geregeld en wat houdt dit in?
Art. 3:236 lid 1 BW
Het vestigen van pandrecht geschiedt door de zaak in de macht te brengen van de pandhouder of van een derde die voor de pandhouder de zaak bewaart.
Voor zakelijke kredietnemer niet handig als hij bijvoorbeeld zijn voorraad in handen moet geven van de pandhouder. Dit vuistpandrecht komt vaker voor bij particulieren. Door bijvoorbeeld een horloge te verpanden "the pawn shop".
Het vestigen van pandrecht geschiedt door de zaak in de macht te brengen van de pandhouder of van een derde die voor de pandhouder de zaak bewaart.
Voor zakelijke kredietnemer niet handig als hij bijvoorbeeld zijn voorraad in handen moet geven van de pandhouder. Dit vuistpandrecht komt vaker voor bij particulieren. Door bijvoorbeeld een horloge te verpanden "the pawn shop".
Wat houdt bezitloos pandrecht in en waar in de wet is dit geregeld?
Art. 3:237 lid 1 BW
Het pandrecht wordt gevestigd op de roerende zaak door een authentieke of geregistreerde onderhandse akte, zonder dat de zaak in de macht van pandhouder of een derde wordt gebracht.
De onderhandse akte moet worden ingeschreven bij de Belastingdienst, afdeling Registratie.
Deze vorm van pandrecht wordt met name gebruikt bij de zakelijke markt.
Het pandrecht wordt gevestigd op de roerende zaak door een authentieke of geregistreerde onderhandse akte, zonder dat de zaak in de macht van pandhouder of een derde wordt gebracht.
De onderhandse akte moet worden ingeschreven bij de Belastingdienst, afdeling Registratie.
Deze vorm van pandrecht wordt met name gebruikt bij de zakelijke markt.
Waarom is bezitloos pandrecht voor een pandhouder/bank/kredietgever risicovol? En hoe kan dit worden ondervangen?
Als er bezitloos pandrecht is gevestigd op bijvoorbeeld een voorraad en deze voorraad is verkocht, is niet meer aanwezig, is er geen zekerheidsrecht meer op deze voorraad.
Art. 3:97 BW en 3:98 BW bieden hierbij uitkomst. Toekomstige goederen kunnen bij voorbaat, bezitloos worden verpand. Dit betekent dat toekomstige voorraad op het moment van het sluiten van het krediet en het vestigen van het pandrecht onder de werking van dat bezitloze pandrecht valt.
Art. 3:97 BW en 3:98 BW bieden hierbij uitkomst. Toekomstige goederen kunnen bij voorbaat, bezitloos worden verpand. Dit betekent dat toekomstige voorraad op het moment van het sluiten van het krediet en het vestigen van het pandrecht onder de werking van dat bezitloze pandrecht valt.
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
