Samenvatting: Goederenrecht | 9789048645428 | Annelies Welleman, et al

Studiemateriaal generieke omslagafbeelding
  • Deze + 400k samenvattingen
  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Gebruik deze samenvatting
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo

Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Goederenrecht | 9789048645428 | Annelies Welleman en Joke Baeck

  • 1 De leer van de indeling van de goederen

  • 1.1.2 Goederen in en buiten de handel

  • Waarom moet een verschil gemaakt worden tussen goederen in en buiten de handel?

    Deze indeling staat niet in Boek 3 BW maar in art. 5.48 BW: het voorwerp van een prestatie moet noodzakelijk in de handel zijn.

    Goederen in de handel zijn goederen die het voorwerp kunnen zijn van vermogensrechten (private toe-eigening en handel).

    Goederen buiten de handel (zoals drugs) zijn in feite wel verhandelbaar maar niet in rechte en dus niet vatbaar voor overeenkomst of verkrijgende verjaring. Dit is een wettelijk beletsel.
  • 1.1.3 gemene voorwerpen (res communes)

  • Wat zijn gemene voorwerpen (res communes)?

    Deze voorwerpen behoren niemand toe in hun totaliteit en worden gebruikt in het algemeen belang, met inbegrip van de toekomstige generaties (art. 3.43, eerste lid BW). Dit is een feitelijk beletsel.

    Voorbeelden zijn licht, lucht, zee, stromend water, enz... Gedeeltelijk kunnen ze wel het voorwerp zijn van toe-eigening (een emmer zeewater, waterkracht van een rivier, ...).
  • 1.1.4 goederen zonder eigenaar

  • Wat zijn goederen zonder eigenaar (res nullius)?

    Ofwel hebben ze nooit een eigenaar gehad maar zijn ze voor toe-eigening vatbaar (wild, vis in rivieren of de zee) ofwel heeft de eigenaar er afstand van gedaan (bv. In de vuilbak gegooid). 

    Specifiek voor onroerende goederen: deze behoren toe aan de Staat die wel een aansprakelijkheidsverbintenis heeft ten aanzien van de vorige eigenaar voor eventuele verbintenissen, waardedalingen of beschadigingen eraan verbonden (bv. Een zware vervuiling). 
  • 1.2.1.1 vervangbare goederen

  • Wat zijn vervangbare goederen?

    Goederen die voor de nakoming van een verbintenis onderling verwisselbaar zijn. (art. 3,44 eerste lid BW). Dit hoeft geen intrinsiek kenmerk te zijn van de goederen zelf maar is afhankelijk van de wil van partijen: de goederen hoeven niet gelijksoortig te zijn maar partijen kunnen ze onderling als vervangbaar beschouwen in hun rechtsverhouding.
  • 1.2.2.3.2 belang van dit onderscheid

  • Waarom is het onderscheid tussen soortgoederen en bepaalde goederen belangrijk?

    Het speelt een rol bij het einde van vruchtgebruik (art. 3.159, tweede lid BW), het specialiteitsbeginsel bij zakelijke rechten (art; 3.8 BW) en bij vermenging (art. 3.12 BW).
  • Waarom is het onderscheid tussen soortgoederen en bepaalde goederen belangrijk in het verbintenissenrecht?

    Inzake eigendomsoverdracht geldt het principe van overgang door loutere wilsovereenstemming tussen partijen (art. 5.5 eerste lid juncto (jo) 5.28 BW) waarmee ook het risico wordt overgedragen aan de overnemer. Dit geldt echter enkel voor bepaalde zaken (en dus niet voor soortgoederen zie art. 3.14, §2, derde lid BW)
  • 1.2.3.2.1 onroerende goederen uit hun aard

  • Wat zijn onroerende goederen uit hun aard?

    De grond en de samenstellende volumes die in drie dimensies bepaald zijn (art. 3,47 eerste lid BW). 

    • niet alleen aardoppervlak, maar ook erboven en eronder (belangrijk voor minerale rijkdommen, aardwarmte, ...)
  • 1.2.3.2.2 onroerende goederen door incorporatie

  • Wat zijn onroerende goederen door incorporatie?

    Alle bouwwerken en beplantingen die, doordat zij geïncorporeerd zijn in onroerende goederen uit hun aard, hiervan een inherent bestanddeel vormen (art. 3,47, tweede lid BW).

    • duurzame verbinding (bv. Rolkranen op sporen in de haven)
    • ook de inherente bestanddelen van de geïncorporeerde bouwwerken en beplantingen zijn onroerend door incorporatie, ongeacht of ze zelf geïncorporeerd zijn (bv. Zonnepanelen)
    • ook tijdelijk losgemaakt en nadien terug verbonden wordt, blijft onroerend (art. 3.48 tweede lid BW)
  • 1.2.3.2.3 onroerende goederen door bestemming

  • Wat zijn onroerende goederen door bestemming?

    Dit zijn de accessoria van een onroerend goed (art. 3.47, vierde lid BW)

    • definitie accessoria: zie 3.9 BW
    • twee voorwaarden


      • de goederen moeten dezelfde eigenaar hebben (<-> OG door incorporatie!)
      • duurzame verbinding met het goed (beeld in een nis, schilderij ingewerkt in de muur) of dienstig voor de uitbating of bewaring van het hoofdgoed (bv. Tractor bij een hoeve, meubelen in een gemeubelde studentenstudio)
  • 1.2.3.2.4 onroerende goederen door hun voorwerp

  • Wat zijn onroerende goederen door hun voorwerp?

    Onroerende zakelijke rechten, onroerende schuldvorderingen, onroerende rechtsvorderingen en bezitsvorderingen zijn onroerende onlichamelijke goederen. 

    • sommige zakelijke rechten (zoals opstalrecht, erfpachtrecht, hypotheek, erfdienstbaarheden) zijn altijd onroerend door hun voorwerp maar anderen (zoals eigendom en vruchtgebruik) kunnen zowel onroerend als roerend zijn. 
    • Schuldvorderingen zijn bij uitzondering onroerend: bv. Wanneer partijen overeenkomen dat de eigendom pas met de levering van het onroerend goed bij verlijden van de notariële akte zal overgaan.
    • onroerende rechtsvorderingen zijn de rechtsvorderingen met betrekking tot een onroerend vermogensrecht

Om verder te lezen, klik hier:

Lees volledige samenvatting
Deze samenvatting +380.000 andere samenvattingen Een unieke studietool Een oefentool voor deze samenvatting Studiecoaching met filmpjes
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart