Eigendom - Eigendom van onroerende zaken - Wat tot de eigendom van de grond behoort (:20)
5 belangrijke vragen over Eigendom - Eigendom van onroerende zaken - Wat tot de eigendom van de grond behoort (:20)
Welke wetsartikelen bepalen de eigendomsvraag van onroerende zaken?
- De regels uit Titel 5.3, zoals 5:20;
- 5:3, eigenaar van een zaak is tevens eigenaar van de bestanddelen;
- 3:4, vanwege de verwijzing naar bestanddelen in 5:3.
Voorbeeld: monteren van een badkuip in de badkamer --> badkuip wordt naar verkeersopvatting bestanddeel van het huis --> badkuip valt onder eigendomsrecht van de eigenaar van het huis (5:3) --> het huis kan eigendom worden van de eigenaar van de grond.
Wat betekent verticale natrekking?
Wat betekent de zinsnede in 5:20 lid 1 'voor zover de wet niet anders bepaalt'?
Met een opstalrecht kan je dan eigendom van de grond scheiden van de eigendom van het huis of van de gewassen die op de grond staan.
Een ander voorbeeld is de Mijnwet.
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Op welke 2 manieren kan de hoofdregel van verticale natrekking (de grond trekt alles na) worden doorbroken?
2. Het vestigen van een recht van opstal, 5:101.
Wat bepaalde de Hoge Raad in de Kabelarresten en wat was daarvan het gevolg?
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden