5et - Beperkte rechten (:8)
7 belangrijke vragen over 5et - Beperkte rechten (:8)
Welke 6 beperkte rechten zijn er en in welk Wetboek en artikel staan ze?
- Opstal 5:101
- erfdienstbaarheid 5:70
- Pandrecht 3:227
- Hypotheekrecht 3:227
- Erfpachtrecht 5:85
- vruchtgebruik 3:201
Op basis van welk criterium heeft de wetgever beperkte rechten onderscheiden in het BW?
De wetgever trekt de beperkte rechten uit elkaar op basis van het goed waarop ze rusten:
1. Boek 3 BW: hierin staan de BR die op een goed (zaak of vermogensrecht) kunnen rusten. Dat zijn:
- vruchtgebruik
- pand
- hypotheek
- erfdienstbaarheid
- erfpacht
- opstal
- appartementsrecht
Overdracht onder voorbehoud van een beperkt recht
Voorbeeld: Iemand kan bijv. Zijn huis overdragen onder voorwaarde dat hij gelijktijdig vruchtgebruiker of erfpachter wordt. Een persoon vestigt dan dus t.b.v. Zichzelf een beperkt recht en vervreemdt een eigendom, onder bezwaar van dat beperkte recht.
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Wat hebben de beperkte rechten die in Boek 5 staan met elkaar gemeen en op welk moederrecht rusten zij allemaal?
De BR in Boek 5 rusten bovendien allemaal op het moederrecht van de eigendom.
Wat wordt bedoeld met stapeling van beperkte rechten?
Wat zijn de 2 voorwaarden voor het stapelen van BR oftewel het bezwaren van BR?
2. Het dochterrecht is minder omvattend dan het moederrecht, 3:81 lid 1. soort uitwerking van nemo-plus beginsel.
Waaruit volgt dat beperkte rechten op onroerende zaken registergoederen zijn?
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden