Samenvatting: Goederenrecht Verdiept

Studiemateriaal generieke omslagafbeelding
  • Deze + 400k samenvattingen
  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Gebruik deze samenvatting
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo

Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van goederenrecht verdiept

  • 1 hoofdstuk 2 terminologie

    Dit is een preview. Er zijn 6 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1
    Laat hier meer flashcards zien

  • Beperkt recht is een goederenrechtelijk recht het heeft:

    - absolute werking: werkt tegenover iedereen 
    - droit de suite: recht volgt altijd de zaak 
    - separatisme in faillissement: pand en hypotheekhouders mogen bij faillissement doen alsof het faillissement er niet is en het verkopen 
    - prioriteitsbeginsel: oud recht gaat boven nieuw recht
  • 2 eigendom

    Dit is een preview. Er zijn 14 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 2
    Laat hier meer flashcards zien

  • misbruik van bevoegdheid - art. 3:13 en 5:54 BW

    HR: berge en dalse watertoren 
    HR: grensoverschrijdende garage 

    • het belang bij de uitoefening is het belang van degene die motie vordert
    • het belang van degene die de garage zou moeten afbreken, is het belang dat met die uitoefening zou worden geschaad 
  • 5 mandeligheid

    Dit is een preview. Er zijn 4 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 5
    Laat hier meer flashcards zien

  • Contractuele mandeligheid - art. 5:60 BW

    - er is sprake van 2 of meer eigenaren die eigendom hebben van een gewoon erf en een gemeenschappelijk erf dat zij mandelig hebben gemaakt.  
    - contractuele mandeligheid doorbreekt verticale natrekking niet. 
    - grondeigenaar kan een opstalrecht vestigen op die muur, het gebouw of werk.
  • Rechten en plichten van mede-eigenaars van een mandelige zaak

    - bepalingen zijn in beginsel dwingend recht. 
    - uitzonderingen: art. 5:69 BW 
    - in beginsel kan een aandeel in een mandelige zaak niet worden overgedragen los van het erf. (alleen wettelijke mandeligheid - art. 5:63 jo. 3:83 BW)
    -     contractuele mandeligheid: de mede-eigenaar van een mandelige zaak kan op zijn kosten zijn aandeel in mandelige zaak afzonderlijk van zijn erf overdragen aan de overige mede-eigenaren. Hierdoor wordt hij bevrijd van zijn verplichting tot bijdragen in de kosten. (geldt alleen voor toekomstige kosten - art. 5:65 BW) 
    • voor deze overdracht is medewerking van alle mede-eigenaren nodig.  
  • 7 bezit en houderschap

    Dit is een preview. Er zijn 15 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 7
    Laat hier meer flashcards zien

  • Actiefunctie of zakelijke functie - art. 3:125 BW

    - iemand die zijn bezit verliest of in zijn bezit wordt gestuurd, kan dezelfde rechtsvorderingen instellen tot terugverkrijging of opheffing van de stoornis als de rechthebbende toekomen 
    - verbod tot eigenrichting - lid 2 
    - acties komen zowel de bezitter te goeder trouw als niet te goeder trouw toe.
  • Inbezitneming - 3:113 BW (occupatie)

    - Men neemt een goed in bezit door zich daarover de feitelijke macht te verschaffen.
    - Bij roerende zaken moet a.d.h.v. Art. 3:108 worden gekeken of de feitelijke machtsuitoefening kan worden gekwalificeerd.
  • Levering CP - art. 3:115 lid 1 sub a BW

    - tweezijdige verklaring met voorbehoud houderschap door vervreemder.
    A = eigenaar/bezitter -> B = eigenaar/bezitter geworden 
                                                 A = houder geworden 
    voorbeeld: A verkoopt telefoon aan B, maar B heeft het nog niet. B is dan wel eigenaar maar A is nog houder. 
    - er is nog geen overdracht, goed wordt pas later afgegeven. 
    LET OP: geen volwaardige overdracht - > de vervreemder wekt de indruk nog rechthebbende te zijn, relativering werking levering CP - art. 3:90 lid 2 BW
  • Brevi manu - art. 3:115 sub b BW

    - tweezijdige verklaring waardoor houder bezitter wordt
    A = eigenaar/midd. Bezitter -> B = eigenaar/bezitter 
    B= houder 
    - voorbeeld: A leent telefoon aan B. A is dan eigenaar en B is houder. B besluit telefoon te houden/kopen van A. B is dan ook eigenaar/bezitter
  • Longa manu - art. 3:115 sub c BW

    - tweezijdige verklaring waardoor een houder voor de een, houder wordt voor de ander. Nodig is ook erkenning van de houder of mededeling aan de houder. 
    A = eigenaar/bezitter -> B = eigenaar/ bezitter 
    C= houder voor A            C = houder voor B 
    - Voorbeeld: A verkoopt telefoon aan B, maar ligt tijdens verkoop nog voor reparatie bij C. C is dan houder voor A en B.
  • Bezitter te goeder trouw

    - wanneer hij zich als rechthebbende beschouwt en zich ook redelijkerwijze als zodanig mag beschouwen - art. 3:118 lid 1 BW 
    - iemand die eenmaal te goeder trouw is, blijft dit ook - lid 2 
    - goede trouw wordt vermoed aanwezig te zijn - lid 3 
    - houder wordt niet vermoed te goeder trouw te zijn. 
    - bezitter heeft recht op de afgescheiden natuurlijke en opeisbaar geworden burgerlijke vruchten - art. 3:120 lid 1 BW

Om verder te lezen, klik hier:

Lees volledige samenvatting
Deze samenvatting +380.000 andere samenvattingen Een unieke studietool Een oefentool voor deze samenvatting Studiecoaching met filmpjes
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Onderwerpen gerelateerd aan Samenvatting: Goederenrecht Verdiept