Vaste Artikelpresentaties

58 belangrijke vragen over Vaste Artikelpresentaties

Plaats voor de toonbankvitrine waar klanten automatisch gaan staan wachten.

Aanlooppunt.

De weg die de artikelen afleggen binnen de winkel.

Artikelrouting.

Artikelen die op een of andere manier wat met elkaar te maken hebben, verwant zijn, familie van elkaar zijn.

Assortimentsverwantschap.
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

De mate waarin een reclame-uiting, het exterieur van de winkel of een artikel(presentatie) de aandacht van de consument weet te trekken.

Attentiewaarden.

Kleinste verpakkingseenheid van de leverancier.

Besteleenheid.

Presentatie waarbij de artikelen laag (0-80cm) gepresenteerd worden.

Bukhoogte.

Een winkel die zo ingericht is dat een klant vrij kan rondlopen zonder dat hij direct door een winkelmedewerker aangesproken wordt.

Circulatiewinkel.

Looprichting waarbij de consument in een omtrekkende beweging langs de verschillende assortimentsdelen wordt geleid, waarbij in het middenstuk vaak het afrekenpunt is gesitueerd.

Cirkelrouting.

Vulling van het schap die uitgaat van de standaardverpakkingseenheid van een artikel.

Collovulling

In de presentatie bewust verschillende artikelen die verwant zijn bij elkaar zetten.

Combinatieplaatsing.

Vorm van verwantschap die ontstaat omdat de artikelen eenzelfde groep consumentenbehoeften bevredigen.

Consumptieverwantschap.

Een manier van presenteren waarbij artikelen tegenover elkaar in hetzelfde looppad of op de verkoopplek worden geplaatst.

Contraplaatsing

Looprichting waarbij de winkel vijf sfeervolle en klantentrekkende plekken heeft, die over de verkoopvloeroppervlakte verdeeld zijn als de stippen in het vlak '5' van een dobbelsteen.

Dobbelsteen-vijf-routing.

Houders, verpakkingen en meubels die in de uiteindelijke presentatie zichtbaar zijn.

Drager

Het aantal voorkanten van het artikel die voor de klant zichtbaar moet zijn in het schap.

Facing

In groepen presenteren van artikelen op basis van verwantschap, waarvan het voor de consument logisch is dat hij ze binnen hetzelfde deel van de winkel aantreft.

Family grouping

Artikelen die gecombineerd gepresenteerd worden op basis van merk-, kleur-, maat-, stijl-, herkomst-, thema-, doelgroep- en leeftijdsverwantschap.

Gecombineerd verwantschap.

In de presentatie bewust artikelen niet bij elkaar in de buurt plaatsen.

Gescheiden plaatsing.

Lage stelling aan twee kanten te gebruiken voor de presentatie.

Gondola

Een grote(re) verpakking om reeds verpakte artikelen bij elkaar te verpakken tijdens het vervoer.

Grootverpakking.

Artikel dat relatief vaak in een opwelling wordt gekocht.

Impulsartikel.

Deel van de winkel waar klanten afrekenen

Kassaruimte

Presentatie waarbij de artikelen op gezichtshoogte (120-160cm) gepresenteerd worden.

Kijkhoogte.

De looproute die de klant volgt of zou moeten volgen.

Klantenrouting

Vorm van verwantschap die ontstaat omdat de artikelen op dezelfde manier door de consument gekocht worden.

Koopverwantschap.

Artikelgroep die een grote aantrekkingskracht op de consument heeft.

Magneetgroep.

Looprichting met een breed pad dat dwars door de winkel loopt waarover de klanten naar de diverse artikelgroepen geleid worden.

Middenpadrouting

Gecombineerde plaatsing van artikelen door deze in elkaar nabijheid te plaatsen.

Nabuurplaatsing

Routing die ervan uitgaat dat de klant de rechtse loop in de winkel volgt en dat hij eerste de buitenwanden afwerkt.

Omgekeerde L-routing

Manier van winkelen waarbij de klant een voorkeur heeft voor de buitenpaden.

Omtrekwinkelen.

Een grote(re) verpakking om reeds verpakte artikelen bij elkaar te pakken tijdens het vervoer.

Omverpakking.

Looprichting in de winkel die de klant helemaal zelf bepaalt.

Ongedwongen routing

Presentatie waarbij de artikelen op gezichtshoogte (120-160 cm) gepresenteerd worden.

Ooghoogte.

Deel van de winkel die nodig is om bijkomend werk goed uit te kunnen voeren.

Operationele ruimte.

De looproute die het personeel volgt of zou moeten volgen.

Personeelsrouting

Meubilair dat in de winkel gebruikt wordt voor het presenteren van artikelen.

Presentatiemeubel

De oorspronkelijke verpakking van het artikel

Primaire drager

Vorm van verwantschap die ontstaat omdat de artikelen op dezelfde manier geproduceerd zijn of uit hetzelfde land komen of dezelfde grondstoffen hebben.

Productieverwantschap.

Als een klant tegen de wijzers van de klok in loopt in de winkel.

Rechtse routing.

Presentatie waarbij de artikelen hoog (+180cm) gepresenteerd worden.

Reikhoogte

Artikelen die overblijven na het vullen van de schappen.

Restanten

Beprijzings apparaat in de vorm van een pistool waarmee een nylonkoordje door textiel wordt geschoten.

Ridderspoor

Het patroon van de looppaden in een winkel

Routing

Gecombineerde plaatsing van artikelen door deze aan de voor- en achterkant (weerszijden) van dezelfde stelling te presenteren.

Rug-aan-rugplaatsing.

Mate waarin de afzet van een artikel verandert door een verandering van de schapruimte van dat artikel.

Schapelasticiteit

Overzicht waarin staat aangegeven waar de artikelen in een schapstelling gepresenteerd staan en hoeveel ruimte er voor die artikelen beschikbaar is.

Schappenplan.

Ger die gebruikt wordt om de primaire dragers te presenteren.

Secundaire drager

Deel van de winkel die bestemd is voor de dienstverlening aan de klant.

Serviceruimte.

Presentatie in de vitrine die direct de aandacht van de klant trekt.

Speerpunt

Verticale artikelpresentatie die verwaterd is, er is geen (verticaal) blok meer zichtbaar.

Uitgelopen lijnen.

Artikelen voorzien van een prijsaanduiding (prijskaartje)

Uitprijzen.

Vaste presentatie in een schap.

Vakpresentatie.

Binnengekomen artikelen verwerken en bewerken zodat ze kunnen worden verkocht.

Verkoopklaar maken.

Onderdeel van de winkel toegankelijk voor de klant waar de verkoop plaatsvind.

Verkoopruimte.

Een plek in de winkel waar minder mensen komen dan op andere plekken.

Verkoopzwakke zone.

Presentatie waarbij de verschillende artikelen van een artikelgroep over een beperkte breedte van het schap boven elkaar worden gepresenteerd.

Verticale presentatie.

Indeling van de winkelruimte (plattegrond van de winkel)

Winkellay-out

Artikelen die de meerderheid van de klanten bij ieder winkelbezoek koopt.

Zoekgroep.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo