Samenvatting: Grammatica

Studiemateriaal generieke omslagafbeelding
  • Deze + 400k samenvattingen
  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
LET OP!!! Er zijn slechts 37 flashcards en notities beschikbaar voor dit materiaal. Deze samenvatting is mogelijk niet volledig. Zoek a.u.b. soortgelijke of andere samenvattingen.
Gebruik deze samenvatting
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo

Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Grammatica

  • 1 Taalregels

  • 1.1 Taalkundig ontleden

    Dit is een preview. Er zijn 1 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.1
    Laat hier meer flashcards zien

  • Wat verstaan we onder taalkundig ontleden?

    We kijken hier naar elk apart woord in de zin en bepalen we tot welke woordsoort het hoort.
  • 1.2 Redekundig ontleden

  • Wat verstaan we onder redekundig ontleden

    Hier kijken we naar de functie van een woord of een groep woorden in een zin. We kijken naar de band die de delen van een zin met elkaar hebben.
  • 1.3 Woordgroepen

  • Leg uit wat woordgroepen zijn en op welke manier we deze kunnen vinden.

    Voor we een zin taalkundig kunnen gaan ontleden moeten we eerst de woordgroepen bepalen. Dit doen we doormiddel van de verplaatsingsproef.

    Elke groep woorden die vooraan gezet kunnen worden in een zin zonder dat de betekenis er van veranderd is een woordgroep.
  • 2 Woordsoorten

  • 2.1 Lidwoord

    Dit is een preview. Er zijn 2 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 2.1
    Laat hier meer flashcards zien

  • We hebben bepaald en onbepaald als we het hebben over lidwoorden. Leg uit wat hier wordt bedoeld.

    Bepaalde lidwoorden zijn, de en het, deze bepalen het zelfstandig naamwoord. 
    Het onbepaalde lidwoord is, een, en geeft aan dat het zelfstandig naamwoord één uit een aantal is.
  • De keuze van het lidwoord hangt af van het geslacht van het zelfstandig naamwoord. Leg uit.

    'de' plaatsen we voor mannelijke en vrouwelijke woorden en voor het meervoud van woorden. 'het' plaatsen we voor onzijdige woorden.
  • 2.2.1 Kenmerken

  • Benoem de kenmerken van het zelfstandig naamwoord.

    1. Een zelfstandig naamwoord is een woord waarvoor een lidwoord kan staan.
    2. Een zelfstandig naamwoord is te combineren met een bijvoeglijk naamwoord.
    3. De meeste zelfstandige naamwoorden kunnen in het enkelvoud en of meervoud gezet worden doormiddel van de woordjes één en twéé.
    4. Van veel zelfstandige naamwoorden kan een verklein woord worden gemaakt. 
    5. Zelfstandige naamwoorden welke een persoon aanduiden kan een bezitsvorm worden gemaakt.
  • 2.2.2 Soorten zelfstanige naamwoorden

    Dit is een preview. Er zijn 3 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 2.2.2
    Laat hier meer flashcards zien

  • In welke groepen kunnen we zelfstandige naamwoorden opdelen?

    1. Concreet en abstract.
    2. Eigennamen.
    3. Stofnamen.
  • 2.3.1 Kenmerken

  • Wat zijn de kenmerken van het bijvoeglijk naamwoord?

    1. Bijvoeglijk naamwoord zegt iets over het zelfstandig naamwoord. 
    2. Bijvoeglijk naamwoord kan alleen tussen het lidwoord en het zelfstandig naamwoord staan. 
    3. De zin veranderen van vorm, zonder dat deze van betekenis veranderd. Alle worden die iets blijven zeggen over het zelfstandig naamwoord zijn lidwoorden.
  • 2.3.2 Vormen van het bijvoeglijk naamwoord

    Dit is een preview. Er zijn 6 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 2.3.2
    Laat hier meer flashcards zien

  • Het kenmerk: bijvoeglijk naamwoord + -er en -est. Leg dit uit.

    Verander de vorm van het bijvoeglijk naamwoord door er 'er' of 'est' aan toe te voegen. Het bijvoeglijk naamwoord is het enige woord waarbij dit kan. Deze vorm van verandering passen we toe als we dingen willen vergelijken. We spreken dan ook wel van de trappen van vergelijking.
  • De drie trappen van vergelijking. Leg uit.

    1. De stellende trap: groot / klein / zoet.
    2. De vergrotende trap: groter / kleiner / zoeter.
    3. De overtreffende trap: grootst / kleinst / zoetst.
LET OP!!! Er zijn slechts 37 flashcards en notities beschikbaar voor dit materiaal. Deze samenvatting is mogelijk niet volledig. Zoek a.u.b. soortgelijke of andere samenvattingen.

Om verder te lezen, klik hier:

Lees volledige samenvatting
Deze samenvatting +380.000 andere samenvattingen Een unieke studietool Een oefentool voor deze samenvatting Studiecoaching met filmpjes
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Onderwerpen gerelateerd aan Samenvatting: Grammatica