Samenvatting: Grammatica Van De Nederlandse Zin | 9789044130546 | Willy Vandeweghe
- Deze + 400k samenvattingen
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Grammatica van de Nederlandse zin | 9789044130546 | Willy Vandeweghe
-
1 Grammatica en betekenis
-
1.1.1 Taal
Dit is een preview. Er zijn 2 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.1.1
Laat hier meer flashcards zien -
Welke drie facetten van taal kunnen we onderscheiden?
- semantisch = betekenen: SvZ
- syntactisch = combineren: zinnen
- pragmatisch = handelen: communicatiemiddel
- semantisch = betekenen: SvZ
-
1.1.2 Grammatica
Dit is een preview. Er zijn 2 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.1.2
Laat hier meer flashcards zien -
Geef de twee interpretaties van de term 'grammatica'
- inwendige kennis van de taalgebruiker (regels deels onbewust toepassen)
- uitwendige taalbeschrijving door de taalbeschrijver (weergave van het inwendige kennisbeeld)
- inwendige kennis van de taalgebruiker (regels deels onbewust toepassen)
-
1.2.1 Beschrijving
Dit is een preview. Er zijn 1 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.2.1
Laat hier meer flashcards zien -
Waarop doet de taalbeschrijver beroep?
Op de intuïties van de moedertaalgebruiker (taalgevoel) -
Wat expliciteert de beschrijvende grammatica?
De onbewust toegepaste regels -
Wat heb je nodig om regels te expliciteren?
Een terminologisch kader -
1.2.2 Voorschrift
-
Welke twee standpunten kan de grammatica innemen?
- Beschrijvend of descriptief
- Voorschrijvend of prescriptief (vreemde taal)
- Beschrijvend of descriptief
-
1.3.1 Lexicon
Dit is een preview. Er zijn 2 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.3.1
Laat hier meer flashcards zien -
Wat behelst de term 'lexicon'?
- kennis van woorden: pels
- kunnen verbinden met een betekenis: dichtbehaarde huid van dieren
- in passende categorie kunnen plaatsen (woordsoort): zelfstandig naamwoord
- kennis van vormeigenschappen (morfologie) en verbindingsmogelijkheden (valentie): mv pelzen, verbindbaar met lidwoord de
- kennis van woorden: pels
-
De taalgebruiker beschikt over mentaal woordenboek. Wat houdt dit in?
Kennis van vormeigenschappen (morfologie) en verbindingsmogelijkheden (valentie) is voorgeprogrammeerd -
1.3.2 Lexicon en grammatica
Dit is een preview. Er zijn 2 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.3.2
Laat hier meer flashcards zien -
Wat is de 'interface' tussen lexicon en grammatica?
Het valentieprincipe -
1.3.3 Woordsoorten
Dit is een preview. Er zijn 17 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.3.3
Laat hier meer flashcards zien -
Wat is categoriale kennis en waarom is het essentieel?
Tot welke soort/categorie behoort een woord? Dit is essentieel om lexicale kennis ten dienste te stellen van de grammatica: welke vormen, welke verbindingen
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Onderwerpen gerelateerd aan Samenvatting: Grammatica Van De Nederlandse Zin
-
Grammatica en betekenis - Grammatica en lexicon - Woordsoorten
-
Grammatica en betekenis - Syntaxis en semantiek - Semantiek als betekenisleer
-
De constituent - Twee constituententypes - Nominale constituent
-
Zinsontleding - De constituent - Overzicht van constituententypes
-
Zinsontleding - Ontleding - Ontleding in zinsdelen
-
Zinsontleding - Ontleding - De paradigmatische syntagmatische as
-
Zinsontleding - De eenzinsdeelproef (1ZDP) - De proef
-
De zinsrelator - De 'spin' in het relationele netwerk van de zin
-
De zinsrelator - Functionele en lexicale kern - Functionele kern: de pv
-
De zinsrelator - Functionele en lexicale kern - Lexicale kern: het zinswerkwoord
-
De zinsrelator - Functionele en lexicale kern - Plaats van de twee kernen
-
Valentie - Soorten - Medespelervalentie
-
De zinsrelator - Valentie - Valentieschema
-
Valentie - Ingrepen in de valentie - Valentiereductie
-
De zinsrelator - Valentie - Het "erven" van valentie
-
De zinsrelator - Relatietypes en semantische rollen - Rollen
-
De zinsrelator - Relatietypes en semantische rollen - Relatietypes
-
De nominale constituent - De kern: zelfstandig naamwoord of nomen - Syntactische en morfologische valentie
-
De nominale constituent - De kern: zelfstandig naamwoord of nomen - Soorten
-
De nominale constituent - Het lidwoord - Bepaald en onbepaald
-
De nominale constituent - Het lidwoord - Het lidwoord bij de onbepaalde NC
-
De nominale constituent - Het lidwoord - Veralgemenende referentie
-
De nominale constituent - Determinatie en kwantificatie - Identificerende determinatie
-
De nominale constituent - Determinatie en kwantificatie - Kwantificerende determinatie
-
De nominale constituent - Determinatie en kwantificatie - Classificerende determinatie
-
De nominale constituent - Hoeveelheidsbepalingen - Telwoorden
-
De nominale constituent - Kwalificatie en specificatie - Voor- en nabepalingen
-
De nominale constituent - Kwalificatie en specificatie - Kern voorafgegaan door adjectiefconstituent (AdjC)
-
De nominale constituent - Kwalificatie en specificatie - Kern en bepaling allebei nominaal
-
De voorzetsel- en achterzetselconstituent