Conceptual overview - Function - Locomotion
8 belangrijke vragen over Conceptual overview - Function - Locomotion
Geef van het volgende gewricht: (heupgewricht)
- De latijnse naam
- Aantal bewegingsassen en type gewricht
- Beweging met vlak
- Belangrijke informatie
- Gewricht: Articulatio Coxae
- Aantal bewegingsassen en type gewricht :
- Beweging met vlak :
Extensie - sagittaal
Abductie - coronaal
Adductie - coronaal
Interne rotatie - transversaal
Externe rotatie - transversaal
Circumductie - in alle vlakken
- Belangrijke informatie:
Geef van het volgende gewricht: (kniegewricht)
- De latijnse naam
- Aantal bewegingsassen en type gewricht
- Beweging met vlak
- Belangrijke informatie
- De latijnse naam: Articulatio genu
- Aantal bewegingsassen en type gewricht:
- Beweging met vlak
Extensie - sagittaal
Beperkte rotatie –
transversaal (bicondylair)
- Belangrijke informatie:
Geef van het volgende gewricht: (enkelgewricht)
- De latijnse naam
- Aantal bewegingsassen en type gewricht
- Beweging met vlak
- Belangrijke informatie
- De latijnse naam: Articulatio talocruralis
- Aantal bewegingsassen en type gewricht:
- Beweging met vlak
Plantairflexie - sagittaal
Dorsaalflexie – sagittaal
- Belangrijke informatie
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Tijdens het lopen zorgen anatomische structuren van de onderste ledemaat ervoor dat de hoeveelheid gebruikte energie tijdens voortbeweging minimaal fluctueert. Hoe wordt dat mogelijk gemaakt?
Tijdens het lopen zorgen anatomische structuren van de onderste ledemaat ervoor dat de hoeveelheid gebruikte energie tijdens voortbeweging minimaal fluctueert. Dit wordt mogelijk gemaakt door: pelvic tilt (bekken kanteling), pelvic rotation (bekkenrotatie), knieflexie en complexe interacties van bewegingen tussen het heupgewricht, kniegewricht en enkelgewricht.
Leg de pelvic tilt (bekken kanteling) uit.
Tijdens het lopen zorgen anatomische structuren van de onderste ledemaat ervoor dat de hoeveelheid gebruikte energie tijdens voortbeweging minimaal fluctueert. Dit wordt mogelijk gemaakt door: pelvic tilt (bekken kanteling), pelvic rotation (bekkenrotatie), knieflexie en complexe interacties van bewegingen tussen het heupgewricht, kniegewricht en enkelgewricht.
Leg de pelvic rotation uit.
Tijdens het lopen zorgen anatomische structuren van de onderste ledemaat ervoor dat de hoeveelheid gebruikte energie tijdens voortbeweging minimaal fluctueert. Dit wordt mogelijk gemaakt door: pelvic tilt (bekken kanteling), pelvic rotation (bekkenrotatie), knieflexie en complexe interacties van bewegingen tussen het heupgewricht, kniegewricht en enkelgewricht.
Leg Knie flexie uit.
Tijdens het lopen zorgen anatomische structuren van de onderste ledemaat ervoor dat de hoeveelheid gebruikte energie tijdens voortbeweging minimaal fluctueert. Dit wordt mogelijk gemaakt door: pelvic tilt (bekken kanteling), pelvic rotation (bekkenrotatie), knieflexie en complexe interacties van bewegingen tussen het heupgewricht, kniegewricht en enkelgewricht.
Leg beweging van de knieën richting de middenlijn uit.
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden