Samenvatting: Grenzeloos
- Deze + 400k samenvattingen
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Grenzeloos
-
2 Wat is cultuur
Dit is een preview. Er zijn 31 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 2
Laat hier meer flashcards zien -
Cultuur in brede zin
Onze gedeelde drijfveren, waarden, overtuigingen maar ook dagelijkse praktijk zoals omgangsvormen, rituelen en gebruiken. -
Basale niveau mentale programmering
menselijke natuur. Universeel en genetisch bepaald. De mate waarin wij onze 'pijn' laten zien, wordt beinvloed door de cultuur. -
Percepties (waarnemingen) zijn subjectief (persoonlijk)
betekenis die wordt toegerekend, hangt af van de ontvanger. -
3 De culturele toolkit
Dit is een preview. Er zijn 3 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 3
Laat hier meer flashcards zien -
3.2 Dimensies van hofstede
Dit is een preview. Er zijn 7 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 3.2
Laat hier meer flashcards zien -
Lange- versus korte termijn gerichthied
Lange termijn gerichtheid is het streven naar beloning in de toekomst via volharding en spaarzaamheid. Korte termijngerichtheid is het nastreven van deugden gericht op het verleden en op het heden, vooral respect voor tradities, gezichtsverlies voorkomen en het voldoen aan sociale verplichtingen. -
3.3 Basiswaarden van hall
Dit is een preview. Er zijn 6 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 3.3
Laat hier meer flashcards zien -
Hoge context vs Lage context
In een lage contextcultuur wordt vele informatie expliciet gecommuniceerd en wordt de betekenis van een boodschap vooral afgeleid uit de woorden waarmee deze gecodeerd is. Door alles zo expliciet mogelijk onder woorden te brengen, wordt de kans op misinterpretatie kleiner geacht. In een hoge contextcultuur is de informatie die wordt aangeboden in de context van de communicatie van groot belang voor de interpretatie van de boodschap. Je kunt de betekenis van de boodschap niet zomaar afleiden uit de woorden die gesproken of geschreven worden. Persoonlijke en zakelijke informatie worden in een hoge context niet gescheiden, maar vloeien in elkaar over -
3.4 Basiswaarden van trompenaars en Hampden Turner
Dit is een preview. Er zijn 5 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 3.4
Laat hier meer flashcards zien -
Houding ten opzichte van tijd
Mensen die chronologisch denken houden van een strak schema en het nakomen van afspraken. In synchronische culturen is stiptheid minder belangrijk dan relaties -
Houding ten opzichte van omgeving
Betekenis die mensen toekennen aan hun omgeving. Internalistische culturen geloven dat ze natuur kunnen beheersen. Deze cultuur ziet een bedrijf als een machine die door mensen wordt gestuurd. Externalistische culturen geloven dat mens een deel is van de natuur en zich moet voegen naar wetten en krachten -
4 Cultuur en Communicatie
Dit is een preview. Er zijn 1 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 4
Laat hier meer flashcards zien -
4.5.1 Viertype communicatiestijlen volgens Guydkunst
Dit is een preview. Er zijn 1 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 4.5.1
Laat hier meer flashcards zien -
De directe versus de indirecte stijl
Verwijst naar mate waarin de sprekers hun bedoelingen via directe versus verhulde of gecamoufleerde wijze aan andere kenbaar maken. -
Uitgebreide versus beknopte stijl
Deze verwijst naar de mate waarin binnen een bepaalde cultuur rijk en expressief taalgebruik respectievelijk het gebruik van understatements stilte en pauze in een conversatie gebruikelijk zijn en wenselijke worden geacht.
Guydkunst onderscheid ook de precieze stijl waar communicatie allen de informatie bevat die nodig is om de betekenis over te brengen. -
Persoonsgerichte versus contextuele stijl
Een persoonsgerichte communicatie stijl betekent dat je nadruk legt op ik, de eigen identiteit. Eerst hoofdzaken dan bijzaken.
Een contextuele stijl legt de nadruk op de rolidentiteit. Complexe aanspreektitels, beleefdheidsvormen in taal en veelvuldig gebruik van non-verbale elementen.
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden