Het model van Levine: fase en crisis
22 belangrijke vragen over Het model van Levine: fase en crisis
Wat zijn de centrale begrippen in het model van Levine betreffende groepsontwikkeling?
- Fase: Stabiele perioden met een specifieke interactiestructuur.
- Crisis: Onrustige perioden met focus op ontwikkelingsthema's.
Hoe beschrijft Levine de ontwikkelingsfasen van groepen?
- Relatief stabiele perioden van groepsfunctioneren.
- Afname van interactie met groepsleider en toename tussen groepsleden.
- Evolutie van afhankelijk naar zelfstandig.
Wat zijn de kenmerken van de parallelfase in groepen volgens Levine?
- Alle leden zijn gelijk verbonden.
- Groepsleider is de centrale figuur.
- Interactie is voornamelijk met de groepsleider, niet onderling.
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Hoe verloopt de interactie tijdens de opnemingsfase van het model van Levine?
- Groepsleden interageren meer met elkaar.
- Acceptatie en opname in de groep staan centraal.
- De betekenis van onderlinge relaties neemt toe.
Wat is de situatie van groepsleden in de parallelfase van de ontwikkelingsfase?
- Op gelijke wijze met de groepsleider verbonden.
- Nog niet actief in interactie met elkaar.
- Afhankelijk van de groepsleider voor duidelijkheid en veiligheid.
- Geïnteresseerd in overeenkomsten en verschillen met anderen.
Wat zijn de kenmerken van de wederkerigheidsfase in Levine's model?
- Volledige openheid in interactie.
- Wederkerige relaties tussen alle groepsleden.
- Iedereen kan met iedereen in contact treden.
Wat gebeurt er in de beëindigingsfase volgens Levine?
- Groepsleden ronden het contact met elkaar af.
- Afscheid en afronding zijn centrale thema's.
- De groep komt tot een sluiting.
Welke rolverdeling is er zichtbaar in de parallelfase?
- Groepsleden hebben nog geen specifieke groepsrollen.
- Vertrouwde rollen uit het leven worden behouden.
- Er is geen duidelijke verdeling van verantwoordelijkheden.
Wat is de belangrijkste focus in de OPNEMINGSFASE van de ontwikkelingsfase?
- Interacties tussen groepsleden krijgen meer betekenis.
- Natuurlijke subgroepen ontstaan, gebaseerd op samenwerking.
- Intimiteit groeit binnen subgroepen, maar er is ook afstand en machtsstrijd tussen deze groepen.
- De groepsleider behoudt een centrale rol zonder dominante aanwezigheid.
Wat is de status van rolverdeling in de opnemingsfase?
- Er is geen stabiele rolverdeling.
- Groepsleden experimenteren met rollen.
- Rollen die niet aanslaan worden verlaten voor andere.
Wat karakteriseert de wederkerigheidsfase in de interactie?
- Open en wederkerige interactiestructuur
- Een uitgebreid relatienetwerk waarin iedereen zichzelf kan zijn
- Groepsleden bepalen samen de essentiële taken
- De groepsleider staat aan de periferie van de groep
- Leider heeft nog interactie met iedereen
Hoe verlopen typische interactielijnen in de opnemingsfase?
- De groepsleider staat centraal.
- Er zijn geïsoleerde leden en subgroepen.
- Communicatie gebeurt tussen leden en de groepsleider.
Wat is het hoofdthema van de vierden ontwikkelingsfase?
- Alle aandacht van groepsleden
- Afsluiting van het contact
- Evaluatie van resultaten
- Afscheid nemen van elkaar
- Verminderde interactie-intensiteit
Hoe verhouden de groepsleden zich tot elkaar in de beëndigingsfase?
- Afsluiting van de onderlinge banden
- Afscheid van elkaar
- Verminderde interactie
- Richting naar hun leven buiten de groep
Welke evaluaties vinden er plaats in de beëindigingsfase?
- Bereikte resultaten
- Wat nodig is na de groep
- Reflectie op de groepservaring
Wat gebeurt er met de groepscohesie in de beëindigingsfase?
- Groepscohesie vermindert.
- Er ontstaan eenlingen.
- Vluchtige subgroepen ontstaan.
- Interacties worden minder intensief.
- Typische interactielijnen tonen wisselende verbindingen.
Welke drie crisissen onderscheidt Levine in zijn model?
- Autoriteitscrisis - leiderschap en gezag
- Intimiteitscrisis - nabijheid en persoonlijk contact
- Scheidingscrisis - afscheid of verlies
Wat is de essentie van de crisissen volgens Levine?
- Wens versus angst
- Ontwikkeling als proces tussen twee krachten
- Mogelijkheid van terugkerende thematiek
Wat roept de beëindiging van een groep bij leden op?
- Angst om veiligheid kwijt te raken: Verlies van geborgenheid en ondersteuning.
- Wens om los te laten: De mogelijkheid om zelfstandig verder te gaan.
Wat zijn de kenmerken van een scheidingscrisis?
- Afscheid: Thema’s van stoppen en verlies komen naar voren.
- Ontstaan van angst: De angst voor het verliezen van verbinding en steun.
Wat zijn de gevolgen van een verruimende oplossing tijdens een ontwikkelingscrisis?
- Ruimte voor ontwikkeling: Groeit en verdiept onderlinge relaties.
- Rijping individu: Faciliteert persoonlijke groei en autonomie binnen de groep.
Wat zijn de effecten van een beperkende oplossing tijdens een ontwikkelingscrisis?
- Weinig ruimte voor ontwikkeling: Handhaving van de status quo.
- Keuze voor veiligheid: Contact blijft oppervlakkig, met angst en spanning.
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
