Samenvatting: Grondbeginselen Der Sociologie 2
- Deze + 400k samenvattingen
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Grondbeginselen der sociologie 2
-
1 Grondbeginselen der sociologie 2
Dit is een preview. Er zijn 47 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1
Laat hier meer flashcards zien -
Wat zijn culturele en structurele factoren?
Culturele factoren zijn kenmerken die individuele leden van een groepering bezitten dankzij een gemeenschappelijk cultureel achtergrond. Structurele factoren zijn kenmerken van een groep als geheel die iemand niet in z'n eentje kan bezitten. -
Wat zijn de zes kenmerken van groeperingen die vaak worden gebruikt als maatstaf voor de typering van groeperingen?
- Het aantal leden
- Samenstelling
- Interactie en communicatie
- Gemeenschappelijke doeleinden: waarden, belangen en normen
- Saamhorigheidsgevoel
- Duurzaamheid
- Het aantal leden
-
Op welke manieren kan de omvang (het aantal leden) van een groepering een rol spelen?
Naar binnen en naar buiten. Naar buiten bijv. in termen van invloed of macht, denk aan politiek (aantal stemmen) of economie (aantal kopers). En naar binnen wordt de mate waarin interactie en communicatie tussen de leden van een groepering mogelijk zijn en ook dat de aard van die contacten in sterke mate beïnvloed wordt door het aantal leden. Naarmate een groep meer leden telt neemt het aantal interacties dat binnen een groepering mogelijk is toe. -
Uit welke drie onderdelen bestaat de klassieke driedeling van Merton?
- Groep
- Collectiviteit
- Sociale categorie
-
Wat zijn persoonlijke netwerken en organisatienetwerken?
Persoonlijke netwerken zijn sociale interactiesystemen die een persoon of een kleine groep als middelpunt (centraal ego) hebben. Ieder mens vormt het middelpunt van zo'n netwerk en alleen hij of zij onderhoudt interactie met allen die tot zijn of haar netwerk behoren. De mensen die tot een persoonlijke netwerk van iemand behoren kennen wel het centrale ego maar niet alle anderen die ook behoren tot het persoonlijk netwerk. Organisatienetwerken zijn netwerken waarin organisaties samenwerken. Bijv. kleine ondernemingen die kennis en kunde met elkaar delen om zo goed mogelijk te presteren. -
Wat is een lidmaatschapgroepering en referentiegroepering?
Van een lidmaatschapgroepering is men alleen maar lid. Een referentiegroepering is een groep(ering) waaraan een persoon zich in gedragen houding oriënteert, waaraan hij zijn referentiekader ontleent, dit hoeft niet perse dezelfde groep(ering) te zijn als die waarvan iemand lid is. -
Wat zijn de vier redenen dat mensen zich aangetrokken voelen tot groeperingen of de leden ervan?
- Bepaalde activiteiten kan men alleen samen met anderen ontplooien. Er is een wederzijdse afhankelijkheid om bepaalde doeleinden te bereiken. Bijv. tennis.
- Het prestige dat verbonden is aan de omgang met bepaalde mensen en aan het lid zijn van een groep. Het statusmotief. Bijv. rotaryclub.
- Sympathie voor een groepering of de leden daarvan, persoonlijk motief. Bijv. een leesclub
- Bevestiging van eigen (voor)oordelen of gevoelens in de contact met anderen. Bijv. de plaatselijke afdeling van een politieke partij.
-
Wat is een gesloten netwerk en een open netwerk?
Een gesloten netwerk (persoonlijke netwerk) is een sociaal homogeen geheel van mensen die via een centraal ego vaak en intensief contact onderhouden. En een open netwerk is een sociaal meestal tamelijk heterogeen geheel van mensen die wel via een centraal ego met elkaar verbonden zijn, maar elkaar soms niet eens kennen en elkaar in ieder geval niet regelmatig ontmoeten of op vertrouwelijke voet staan. -
Wat zij sterke en zwakke bindingen?
Een sterke binding is een relatie tussen mensen met frequente en emotioneel intense interactie (vind plaats in een gesloten netwerk). En een zwakke binding is een relatie tussen mensen met een weinig frequente en emotioneel oppervlakkige interactie. -
Wat wordt er bedoeld met sociaal kapitaal?
Iemands persoonlijke netwerk en al de hulpbronnen waartoe deze persoon toegang heeft dankzij dit netwerk. De omvang van iemands sociaal kapitaal is een combinatie van het aantal mensen van wie verwacht kan worden dat ze iets te bieden hebben en de hulpbronnen die deze mensen zelf tot hun beschikking hebben.
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden